direct naar inhoud van 5.2 Stedenbouwkundige visie
Plan: Piushavengebied 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008032-e001

5.2 Stedenbouwkundige visie

Programmatische hoofdlijn

De katalysator achter de beoogde omslag van het plangebied tot een attractief en stedelijk woon- en werkmilieu is de transformatie en herontwikkeling van oude vervallen en in onbruik geraakte werkcomplexen. Tussen het Tilburgse centrum en de Ringbaan Oost wordt voor de herontwikkelingslocaties ingezet op het realiseren van centrumstedelijke woonmilieus. Er is hier sprake van verdichting en woonfuncties worden gemixt met tal van andere functies, waardoor een levendig stadsdeel kan ontstaan. Voor Jeruzalem geldt een transformatieopgave naar een groenstedelijk woonmilieu. Hier wordt vooral ingestoken op kwaliteitsverbetering van woningen en woonomgeving. De overige herontwikkelingsgebieden tussen Ringbaan Oost en het Wilhelminakanaal (De Werf en Kanaalzicht) zijn te ontwikkelen tot centrumstedelijke milieus maar het hoofdaccent ligt hierbij op de woonfunctie en aansluiting op bestaande woonbuurten.

In het zuidelijke deel van het plangebied wordt, binnen het Fabriekskwartier, de al aanwezige concentratie van detailhandelsfuncties verder versterkt. Cruciaal daarbij is de herontwikkeling van het monumentale AaBé complex tot een bovenregionaal winkelcentrum. Samen met de bestaande perifere detailhandelsvoorzieningen van de koopboulevard Leijparc ontstaat hier een herkenbaar cluster, waarvan bovendien de bereikbaarheid verbeterd wordt.

In totaal wordt er ruimte geboden voor de realisatie van circa 1900 woningen en circa 80.000 m² aan andere functies voor die ontwikkellocaties waar de raamovereenkomst van kracht is cq wordt. Verspreid in het gebied liggen nog enkele kleinere locaties in de zogenaamde aandachtsgebieden, waarvoor dit bestemmingsplan ook mogelijkheden biedt voor (her)ontwikkelingen die resulteren in extra woningaantallen of toevoeging van andere passende functies. In kwantitatieve zin zijn deze kleine herontwikkelingen weliswaar van ondergeschikt belang, maar de kwalitatieve prestatie is wel betekenisvol. Het gaat daarbij vooral om het bereiken van een betere aanhechting tussen de grote ontwikkellocaties en de daarachter gelegen buurten en/of een versteviging van het bestaande stedelijke weefsel.

Binnen de basiskenmerken van de gedefinieerde woonmilieus, zal worden voorzien in een rijke differentiatie in woningtypen en prijsklassen. In het gebied worden, in verschillende groottes, zowel grondgebonden woningen als appartementen gebouwd. Van dit aanbod wordt 20% gerealiseerd binnen het sociale segment. De ontwikkelingen, rond dit voor Tilburg bijzondere en unieke havengebied, richten zich daarmee op een brede groep van woonconsumenten. Die variatie in doelgroepen past ook bij de gewenste karakteristiek van het gebied.

De te realiseren bouwprogramma's leveren in kwantitatieve en kwalitatieve zin een betekenisvolle toevoeging aan de stedelijke milieus aan de oostzijde van het stadscentrum.

Nieuwe structuuringrepen

Voor de verbetering van de bereikbaarheid van het gehele plangebied is een structuuringreep in de huidige stadsplattegrond noodzakelijk. Vanaf de Ringbaan Zuid wordt direct naast de Jan van Rijzewijkstraat een nieuwe gebiedontsluitingsweg aangelegd. Dit in combinatie met een brug over de Piushaven. De aanleg van deze weg schept bovendien de condities om de hoge verkeersdruk in het noordelijk deel van het plangebied te verminderen.

Een mogelijke andere nieuwe structuuringreep op de huidige stadsplattegrond heeft betekenis voor het functioneren van het deelgebied Jeruzalem met de ontwikkellocatie Kanaalzicht. Dit bestemmingsplan maakt het (via een wijzigingsbevoegdheid) mogelijk dat langs de huidige zuidrand van het woongebied een eventuele tweede hoofdontsluiting voor het woongebied wordt gerealiseerd.

Structuurverbeteringen

Op het schaalniveau van heel het plangebied betreft de meest wezenlijke structuurverbetering de aanleg van het Havenpark aan weerszijden van de oevers van de Piushaven en de daarbij aansluitende toevoeging van pocketparks in de diverse deelgebieden. De kwaliteit van de haven als blauwgroene drager, die vanaf de stadsrand tot bijna aan het stadscentrum reikt, wordt sterk verbeterd. De oevers krijgen een robuuste groene inrichting. Naast een betekenis als verweving van en verbinding tussen stad en natuur heeft het Havenpark ook een belangrijke rol als verblijfsgebied en identiteitdrager voor het gebied. Door de ontwikkeling van de locatie De Werf ten zuiden van Armhoef zal ook hier de noordoever van de haven onderdeel worden van de openbare ruimte. Door de continuïteit van het water, de aanleg van het flankerende Havenpark (inrichtingsontwerp van gevel tot en met oever), de nieuwe programma's en de aard van de bebouwing, zal de ervaring van de Piushaven als een samenhangende en betekenisvolle stedelijke ruimte toenemen.

Bij Jeruzalem cq Kanaalzicht wordt de eenduidige 'technische' oever met onderhoudspad van het Wilhelminakanaal omgevormd tot een gedifferentieerde groene zone met ecologische kwaliteiten en een attractieve route met verblijfsplekken aan het water.

In de rest van het plangebied blijft de huidige hoofdopzet van het stratenplan grotendeels ongewijzigd. Door transformaties en herontwikkelingen zullen binnen of aan de rand van de grotere ontwikkellocaties verdere aanvullingen en verfijningen in de openbare ruimte ontstaan. Een kwalitatieve toevoeging aan het netwerk van (semi) openbare ruimten betreft de realisatie van pocketparks binnen de ontwikkellocaties. Deze kleine (groene) verblijfsruimten vormen wezenlijke schakels in een fijnmazig (recreatief) routestelsel vanuit de deelgebieden in de richting van bijvoorbeeld het Havenpark en de oevers van het Wilhelminakanaal.

Door de aanleg van de hiervoor genoemde nieuwe brug over de Piushaven vermindert de barrièrewerking van de haven. Naast de voordelen die dit oplevert in de ervaring van het plangebied als geheel, ontstaan ook betere mogelijkheden voor 'recreatieve rondjes' langs de haven. In het proces van planontwikkeling wordt ook ingezet op een extra oeververbinding op de oostelijke kop van de haven, tussen Armhoef en / Kanaalzicht om de koppeling met Moerenburg te verbeteren.

Ruimtelijke benadering voor de noordoever

De noordzijde van het Piushavengebied staat onder directe invloed van de binnenstad, Hoogvenne en Armhoef. Door de transformatie van de oude bedrijventerreinen naar nieuwe woonmilieus ontstaat de kans om de achterliggende buurten op het water te betrekken. De nieuwe invullingen op deze locaties worden niet gedicteerd vanuit een overkoepelend en thematisch denkbeeld van een 1,5 kilometer lang waterfront als één stedenbouwkundig-architectonisch ensemble. Het zijn juist de positie en context van de ontwikkellocaties die leidend zijn voor de aard en omvang van de nieuwe bebouwing. Door verschillende potenties per locatie en het verschil in karakteristieken van achterliggende gebieden zal er een grote diversiteit in het beeld van nieuwe invullingen op de noordoever kunnen ontstaan. Die variatie zal ondermeer tot uiting komen in afwisselingen in dichtheid, gebouwtypologie en architectuur.

Ruimtelijke benadering voor de zuidoever

Het zuidelijk deel van het plangebied heeft in de stedenbouwkundige basis, zowel ruimtelijk als functioneel, een geheel andere karakteristiek dan het noordelijk deel. Deze basiskenmerken vormen het vertrekpunt voor de nieuwe ontwikkelingen.

De zuidoever behoudt haar afwisseling van relatief grootschalige en kleinschalige stedenbouwkundige eenheden. De kleinschalige eenheden bestaan uit te handhaven woonmilieus die een tuinstadachtig (Fatima, Jeruzalem) en een dorps (lint van de Hoevenseweg) karakter hebben. Het stratenpatroon is hier fijnmazig en de bebouwing heeft een beperkte hoogte. Binnen de grootschalige clusters vinden de vernieuwingen plaats. Het gaat daarbij om St. Josefzorg, Fabriekskwartier en Kanaalzicht. Hier ontstaan eigenzinnige stedelijke milieus met een hogere dichtheid in bebouwing. Min of meer centraal door de zuidflank loopt een lange lijn van de Fatimastraat – Casper Houbenstraat, die samen met het Havenpark op de zuidoever deze reeks van verschillende gebieden aaneenrijgen. Beide lange structuurlijnen vormen aanhakingspunten voor de (her)ontwikkeling van sociale ruimten als pleintjes, hoven en pocketparks.

Hoogbouw

In het gebied is hoogbouw (hoger dan 15 meter) mogelijk. Echte hoogteaccenten worden ingezet om de stedenbouwkundige structuur van de stad en/of het plangebied te ondersteunen. Het gaat daarbij om zones langs de Piushaven, het Wilhelminakanaal, de ringbanen, de lange lijn van Fatimastraat – Casper Houbenstraat en de nieuwe gebiedsontsluitingsweg. Enkele bestaande karakteristieke hoogteaccenten zoals de schoorsteen van het AaBé complex (beschermd monument) en de klokkentoren van de voormalige Lourdeskerk blijven behouden.

Relaties tussen plangebied en omgeving

De ruimtelijke relaties met het Tilburgse centrum verlopen via een tweetal lijnen.

Voor de verbinding met de binnenstad is het oude lint van Hoevenseweg, Prinsenhoeven en de St. Josephstraat van belang. In omgekeerde richting is deze lijn bovendien van betekenis voor de recreatieve verbindingen naar het landelijk gebied. Binnen het plangebied krijgt de bebouwing aan dit oude lint een bestemmingsregeling waarmee het mogelijk is de bestaande functiemix nog verder te versterken. Binnen het AaBé complex zullen de meer buurtgerichte winkels aan de zijde van de Hoevenseweg geclusterd worden. Deze 'programmering' van het lint is in dit bestemmingsplan een wezenlijke ondersteuning van de betekenis als verbindende route tussen stad en buitengebied.

Door de aanleg van de gebiedsontsluitingsweg met brug vervult het tracé van Havendijk (noord), Piushaven, Koopvaardijstraat een rol als verbinding met Centrum-Zuid. Ter hoogte van de Piusstraat is de stedenbouwkundige aansluiting op de omgeving van het Koningsplein niet optimaal.

Ruimtelijke relaties met een 'groene signatuur' tussen plangebied en omgeving zijn er ook. Al eerder is de aanleg van het Havenpark genoemd. Dit park legt als drager van stadsnatuur een connectie met de natuur van Landschapspark Moerenburg en de ecologische zone langs het Wilhelminakanaal. Omdat de inrichting van de nieuwe gebiedsontsluitingsweg / Jan van Rijzewijkstraat voorziet in een aanleg als een robuuste groene parklaan, ontstaat vanuit het hart van het plangebied een groene connectie met het Leijpark.

Voor de Meierijbaan worden de mogelijkheden onderzocht voor een omvorming waarbij de kwaliteit en betekenis als groene recreatieve verbinding voor langzaam verkeer naar het buitengebied van Moerenburg en het Groene Woud worden versterkt.