direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Noordwesttangent (Dalem Zuid - Vossenberg West)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2006012-e001

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Functies

De voor ´Groen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. geluidwerende voorzieningen;
  • d. fiets- en voetpaden;
5.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Groen´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor objecten voor beeldende kunst, voor zover deze ondergeschikt zijn aan de onder 5.1.1 genoemde functies.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde in overeenstemming met deze bestemming worden opgericht;
  • b. bestaande bebouwing welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
5.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van kunstwerken en voorzieningen ten behoeve van de geleding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan hiervoor op aantoonbare wijze noodzakelijk is;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 20.1nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de ruimtelijke of landschappelijk inpassing;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
5.4 Ontheffing van de bouwregels
5.4.1 Ontheffing voor bouwwerken, geen gebouw zijnde

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 20.1 en de ontheffingsvoorwaarden in 5.4.4 ontheffing te verlenen van het bepaalde in 5.2.2 onder c voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde die naar hun aard en functie toelaatbaar zijn binnen de bestemming zoals reclametoestellen, draagconstructies voor reclame, zend- en ontvangstinrichtingen, sirenes, abri's, lichtmasten e.d.

5.4.2 Ontheffing voor bouwwerken van algemeen nut

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 20.1 en de ontheffingsvoorwaarden in 5.4.4 ontheffing te verlenen van het bepaalde in 5.2.1 onder a ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van algemeen nut, met dien verstande dat:

  • 1. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut 3,5 m bedraagt;
  • 2. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut 50 m² bedraagt.
5.4.3 Ontheffing voor objecten van beeldende kunst

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 20.1 en de ontheffingsvoorwaarden in 5.4.4 ontheffing te verlenen van het bepaalde in 5.2.1 onder a ten behoeve van het bouwen objecten van beeldende kunst, met dien verstande dat:

  • 1. vooraf overleg heeft plaatsgevonden met het college van de aangrenzende gemeente;
5.4.4 Ontheffingsvoorwaarden

De in artikel 5.4.1 en 5.4.2 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien:

  • a. het stedenbouwkundige beeld niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. de landschappelijke kwaliteit van de omgeving niet onevenredig wordt geschaad
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden beperkt;
  • d. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • b. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
5.5.2 Toegestaan afwijkend gebruik

Incidenteel - op basis van een daartoe verleende evenementenvergunning - van de bestemming groen afwijkend gebruik t.b.v. zomeractiviteiten, spelen, theater, festival, kermis, e.d. is toegestaan.

5.5.3 Ontheffing voor meest doelmatig gebruik

Burgemeester en wethouders verlenen met inachtneming van de procedureregels in artikel 20.1ontheffing van het bepaalde in artikel 5.5.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.