direct naar inhoud van 6.12 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Waterland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03

6.12 Externe veiligheid

6.12.1 Normstelling en beleid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. De wetgeving over 'externe veiligheid' heeft tot doel de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR)8 en het groepsrisico (GR)9.

6.12.2 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied is een aantal risicobronnen aanwezig. Het gaat om een gasleiding en drie bedrijven die een propaantank op het perceel hebben. Ook worden er gevaarlijke stoffen vervoerd over de N247 en de N235. Daarnaast ligt net buiten het plangebied, binnen de plangrens van het bestemmingsplan Monnickendam Binnen de Vesting 2013, een lpg-tankstation. Hieronder worden deze risicobronnen nader beschouwd.

Het bestemmingsplan is voorgelegd aan de brandweer. De brandweer heeft op basis van het voorontwerpbestemmingsplan advies ten aanzien van externe veiligheid gegeven (zie bijlage 8). In het advies heeft de brandweer verschillende ongevallen scenario's beschouwd. De brandweer adviseert bij het vaststellen van het bestemmingsplan rekening te houden met de gevolgen van deze ongevallenscenario's. In het veiligheidsadvies beschrijft de brandweer risicoreducerende en effectbeperkende maatregelen en maatregelen ten behoeve van de zelfredzaamheid van personen. De brandweer adviseert deze maatregelen te betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze maatregelen vallen echter buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan.

Buisleidingen

Van en naar het lpg-tankstation aan de N247 liggen twee hoofdgasleidingen. Beide leidingen hebben een werkdruk van 40 bar. De diameter van beide leidingen is verschillend. De ene leiding heeft een diameter van 4 inch en de andere leiding van 6 inch. Beide leidingen zijn op de verbeelding voorzien van een dubbelbestemming.

De plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6) ligt bij beide leidingen op het hart van de leidingen. De leiding van 5 inch heeft een invloedsgebied (1% letaliteit) van 45 meter. De leiding van 7 inch heeft een invloedsgebied van 70 meter. Binnen het invloedsgebied moet het groepsrisico worden verantwoord als deze toeneemt. De bestaande functies binnen het invloedsgebied zijn vastgelegd. Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die toename van het groepsrisico tot gevolg hebben. Bij het toepassen van de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheden moet opnieuw getoetst worden aan de risicocontouren van de buisleidingen. Aangezien er alleen perceelsgebonden ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden, is het niet de verwachting dat het groepsrisico zodanig toeneemt dat een verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is.

Conclusie buisleidingen

Vanuit de gasleidingen gelden er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

Propaantank

Alle drie propaantanks hebben een inhoud van kleiner dan 13 m3. De propaantanks vallen dan ook niet onder het Bevi. Echter, op basis van het Activiteitenbesluit gelden er wel risicoafstanden. Het gaat om risicoafstanden van 25 meter. Binnen deze contour ligt alleen de eigen inrichting. Er vallen geen kwetsbare functies binnen de contour.

Conclusie propaantank

Vanuit de propaantanks gelden er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Het plangebied wordt doorsneden door de N247 en de N235. Over deze wegen worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Beide wegen zijn niet opgenomen in het Basisnet Weg. Dit houdt in dat er langs de route geen ruimte wordt gereserveerd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Dat er zich langs deze wegen geen knelpunten voordoen in verband met externe veiligheid, wordt bevestigd door een viertal onderzoeken naar het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze weg. Voor het PR geldt namelijk, wanneer het aantal lpg-tankwagens per jaar lager is dan 6.500, een autoweg geen 10-6 PR-contour heeft.

Tijdens een extern veiligheidsadvies uit 200710 zijn er gemiddeld 7 vervoerbewegingen met gevaarlijke stoffen per dag waargenomen op knooppunt N235 / N247.

Daarnaast is in 2006 een rapportage opgesteld in het kader van vervoer van gevaarlijke stoffen op de N24711. In 2009 is een nader onderzoek uitgevoerd12. Uit deze onderzoeken blijkt dat er vervoersbewegingen plaatsvinden met gevaarlijke stoffen op de N247. Uit de onderzoeken blijkt de volgende jaarintensiteit van vervoersbewegingen met gevaarlijke stoffen:

  • zeer brandbare vloeistoffen (LF1): 1.463 transporten per jaar;
  • brandbare Vloeistoffen (LF 2): 1.658 transporten per jaar:
  • lichtontvlambare Gassen: 878 transporten per jaar.

Geconcludeerd kan worden dat de 10-6 jaar-risicocontour wel aanwezig is, maar dat deze niet buiten de weg komt, aangezien het aantal lpg-tankwagens per jaar lager is dan 6.500.

Volgens het externe veiligheidsadvies (2007) blijft het groepsrisico op bovengenoemde locaties onder de oriënterende waarde. In het onderzoek is de aanname gedaan dat het aantal bewoners per hectare 300 bedraagt en alle verkeer zich op het baanvlak direct naast de bebouwde gebieden bevindt, dit geldt voor telpunten N235 / N247 en N244 / N247. Uit de rapportages uit 2006 en 2009 blijkt eveneens dat oriënterende waarde niet wordt overschreden.

Ten slotte is in 2012 onderzoek13 uitgevoerd naar GF3 (licht ontvlambare gassen). Voor wegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt is het transport van GF3 bepalend voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico. In het onderzoek zijn de bekende telgegevens geanalyseerd, waardoor een voldoende betrouwbaar beeld van de gegevens is verkregen. Bij hantering van het maximale aantal GF3-transporten is er geen 10-6-contour aanwezig is. Verder concludeert het onderzoek dat het groepsrisico op alle wegen onder de oriëntatiewaarde ligt. Voor de wegen in de gemeente Waterland geldt zelfs dat het groepsrisico kleiner is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde.

Conclusie vervoer gevaarlijke stoffen

Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk binnen de invloedszone van deze wegen. Het groepsrisico voor beide wegen neemt dus niet toe. Vanuit deze wegen gelden er daarom geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

Lpg-tankstation

Aan de N247, ligt een lpg-tankstation. Dit is een inrichting die valt onder het Bevi. Op 23 februari 2010 is rampenbestrijdingsplan voor dit tankstation vastgesteld. Daarnaast is er een risicoanalyse voor het tankstation uitgevoerd (zie bijlage 9). Hieruit blijkt dat de jaarlijkse doorzet voor lpg 500 m3 is. Bij een lpg-tankstation met deze doorzet gelden de volgende veiligheidsafstanden:

  • vulpunt: 45 meter;
  • ondergronds reservoir: 25 meter;
  • afleverzuil: 15 meter.

Binnen deze veiligheidsafstanden liggen geen (beperkt) kwetsbare objecten.

Voor het groepsrisico geldt een beoordelingsafstand van 150 meter. In de risicoanalyse is het groepsrisico berekend. Deze ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde, namelijk 0,06 maal de oriëntatiewaarde. In het plangebied worden binnen deze zone geen (beperkt) kwetsbare functies mogelijk gemaakt. Als gevolg van dit bestemmingsplan blijft het groepsrisico dus gelijk.

Conclusie lpg-tankstation

Vanuit het lpg-tankstation gelden er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

6.12.3 Conclusie

Vanuit het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.