direct naar inhoud van 2.3 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Waterland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03

2.3 Algemene aanduidingsregels

2.3.1 Vrijwaringszone - dijk

Toelichting op de aanduiding

Ter bescherming van de waterkerende functie van de dijk, mag er in de vrijwaringszone van de dijk niet worden gebouwd, uitgezonderd bestaande bebouwing. Er mogen geen ingrepen plaatsvinden die de structuur van de dijk negatief beïnvloeden. Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken mogen daarom niet bij recht worden gebouwd.

Afwijkingsregels

Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken

Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken kunnen bij afwijking worden toegestaan. Hiervoor moet een omgevingsvergunning worden verleend. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de beheerder van de dijk om advies gevraagd.

Wijzigingsregels

Aanduiding deels verwijderen

De vrijwaringszone betreft een theoretische zone en met een berekening wordt de werkelijke zone berekend. Dit gebeurt doorgaans in het kader van ontwikkelingen binnen de vrijwaringszone. Als van een tracé de werkelijke zone is berekend, kan met een wijzigingsprocedure het overige deel van de zone worden verwijderd.

Achtergrondinformatie

Verwijzing naar 6.6 Waterparagraaf

Verwijzing naar hoofdstuk 1 inleiding

Verwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspunten

Verwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatie

Verwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskader

Verwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspecten

Verwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid

2.3.2 Vrijwaringszone - molenbiotoop

Toelichting op de aanduiding

Ter bescherming van de windvang van de Kathammer of De Katwoudermolen is rondom de molen een molenbiotoop opgenomen. De molenbiotoop is er op gericht om een vrije ruimte rond de molen te handhaven. Binnen 100 meter rond de molen mag geen bebouwing of beplanting hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek worden opgericht. Binnen een afstand van 100 tot 400 meter rond de molen moet wat betreft bebouwing en beplantingen het volgende geregeld worden: de hoogte mag niet meer bedragen dan 1/30 van de afstand tussen de bouwwerk/beplanting en molen, gerekend van de onderste punt van de verticaal staande wiek.

Voor een aantal werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist. Het gaat daarbij om het ophogen van gronden, het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting en het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de molenbeheerder om advies gevraagd.

Achtergrondinformatie

Verwijzing naar 2.2.8 Cultuur en ontspanning - Molen

Verwijzing naar 6.4 Cultuurhistorie

Verwijzing naar hoofdstuk 1 inleiding

Verwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspunten

Verwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatie

Verwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskader

Verwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspecten

Verwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid