direct naar inhoud van Artikel 16 Natuur - 1
Plan: Buitengebied Waterland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03

Artikel 16 Natuur - 1

Link naar de toelichting van "Natuur - 1".

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. doeleinden van natuur en landschap, zijnde het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het ecosysteem van het Natura 2000-gebied Markermeer en de daaraan eigen natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. sociaal-economische en sociaal-culturele doeleinden, zijnde:
    • 1. de beroepsvisserij;
    • 2. transport- en energieleidingen, ter plaatse van de aanduiding "leidingstrook";
  • c. sociaal-economische en sociaal-culturele doeleinden, zijnde:
    • 1. integraal waterbeheer;
    • 2. dagrecreatief medegebruik, waaronder het varen met pleziervaartuigen;
    • 3. de beroepsscheepvaart buiten de gebieden met de aanduiding "specifieke vorm van water - scheepvaartroute";
    • 4. berging van schone baggerspecie;
  • d. een windturbine, ter plaatse van de aanduiding "windturbine";

met daaraan ondergeschikt:

  • e. aanleggelegenheid, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - aanleggelegenheid";
  • f. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  • g. kaden en dijken;
  • h. vaarwegmarkeringen;
  • i. andere bouwwerken.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.

16.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:

  • a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, met uitzondering van bestaande windturbines ter plaatse van de aanduiding "windturbine", en dagrecreatief medegebruik gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00 m.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Andere bouwwerken ten behoeve van dagrecreatief medegebruik

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2.2 onder a in die zin dat andere bouwwerken, ten behoeve van dagrecreatief medegebruik worden opgericht, mits:

  • a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de plaatsing van routeaanduidingen;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.
16.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • b. het gebruik van gronden ten behoeve van het zoeken naar en het winnen van diepe delfstoffen;
  • c. het aanleggen van aanleggelegenheden, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van water - aanleggelegenheid";
  • d. het bergen van verontreinigde baggerspecie;
  • e. het gebruik van de gronden voor de aanleg van transport- en energieleidingen, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "leidingstrook";
  • f. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken of casco's, die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd;
  • g. het gebruik van de gronden voor het langer dan 1 week afmeren van vaartuigen, met uitzondering van vaartuigen die behoren tot een varende zeilschool.
16.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanplanten van riet en biezen;
  • b. het aanleggen van stranden;
  • c. het aanleggen van kaden en dijken;
  • d. voorzover het betreft gronden die ter plaatse niet zijn voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van water - scheepvaartroute":
    • 1. het graven en verleggen van geulen;
    • 2. het bergen van bodemmateriaal.
16.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 16.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of het normale natuurbeheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
16.5.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.