direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Steenbergen, wijziging Heense Molenweg 25
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Planbeschrijving

1.1 Aanleiding en doel

Op het perceel Heense Molenweg 25, in buurtschap de Heensche Molen, bestaat het voornemen naast de bestaande woning een garage te realiseren. De garage zal aan de zuidzijde van de woning worden gebouwd. Dit is deels op het ten zuiden gelegen 'Akkermans Leisure & Golf' terrein. Op basis van het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen', vastgesteld op 24 september 2014 en het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen - 1e herziening', vastgesteld op 28 juni 2018, is de ontwikkeling niet toegestaan.

Om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in de bestemming 'Wonen'. De gemeente Steenbergen is bereid planologisch medewerking te verlenen aan het verzoek en hiervoor de wijzigingsbevoegdheid toe te passen.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied ligt ten noorden van het buurtschap Heensche Molen, gemeente Steenbergen , aan de Heense Molenweg (zie figuur 1.1). Het plangebied ligt tegen de noordoostelijke grens van 'Akkermans Leisure & Golf' aan, een golfbaan en recreatieterrein. De directe omgeving van het plangebied is te typeren als een polderlandschap. Het plangebied wordt ontsloten door de Heense Molenweg, die in zuidelijke richting op de Zeelandweg-Oost uitmondt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging plangebied (bron: Kadaster Nederland, 2017)

1.3 Beoogde ontwikkeling

Het voornemen van initiatiefnemer is het realiseren van een garage ten zuidwesten van de vrijstaande woning op het perceel Heense Molenweg 25. De huidige situatie is in figuur 1.2 weergegeven. Op het perceel is een vrijstaande woning in één bouwlaag met kap aanwezig. De woning is georiënteerd op de Heense Molenweg en het aangrenzende polderlandschap. De tuin rondom de woning gaat vloeiend over in het groen van de aangrenzende golfbaan. In de huidige situatie zijn er geen bijgebouwen bij de woning aanwezig. De nieuwe garage wordt gebouwd op een afstand van 10 meter van de woning en ca. 6 meter van de weg (zie figuur 1.3). De goothoogte is gelijk aan die van de woning. De bouwhoogte is kleiner, namelijk ca 4.5 meter. De bouwstijl en de bouwmaterialen zijn geheel afgestemd op die van de woning (zie figuur 1.4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0002.jpg"

Figuur 1.2 Weergave vrijstaande woning Heense Molenweg 25 (bron: Google Maps, 2016)

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0003.jpg"

Figuur 1.3 Ligging schuur ten opzichte van de woning (bron: Finnhouse architectuur B.V, 2 januari 2018)

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0004.jpg"

Figuur 1.4 Gevelaanzichten nieuw te realiseren schuur (bron: Finnhouse architectuur B.V., 2 januari 2018)

1.4 Afweging en conclusie

1.4.1 Toetsing aan wijzigingsregels

De planontwikkeling is in hoofdstuk 2 getoetst aan het geldende bestemmingsplan en de daarin opgenomen wijzigingsvoorwaarden. Geconcludeerd is dat aan de wijzigingsvoorwaarden is voldaan.

1.4.2 Toetsing aan planologische en overige aspecten

Voorliggende ontwikkeling is ook (in hoofdstuk 3) beoordeeld aan het beleid en sectorale aspecten, waaronder bedrijven en milieuhinder. Er gelden geen beleidsmatige milieuhygiënische en andere belemmeringen voor de locatie.

1.4.3 Conclusie

De uitgevoerde toetsen (zie hoofdstukken 2 en 3) tonen aan dat er geen planologische belemmeringen zijn voor het voorgenomen initiatief. Geconcludeerd wordt dat de wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsplan en wijzigingsvoorwaarden

2.1 Geldende regeling

Het perceel maakt deel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen', vastgesteld op 24 september 2014 (zie figuur 2.1) en het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen - 1e herziening', vastgesteld op 28 juni 2018 door de gemeenteraad van Steenbergen (zie figuur 2.2). Het plangebied heeft deels de bestemming 'Wonen', en is voorzien van een bouwvlak. Het overige deel van het plangebied heeft de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie'.

Binnen de bestemming 'Wonen' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het wijzigen van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak. Om aan deze wijzigingsbevoegdheid te voldoen, moet tenminste worden voldaan aan de wijzigingsvoorwaarden uit het basisplan (zie paragraaf 2.2). Daarnaast kunnen ook andere eisen of voorwaarden van belang zijn, bijvoorbeeld planologisch beleid en de sectorale aspecten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0005.jpg"

Figuur 2.1 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Steenbergen (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0006.png"

Figuur 2.2 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Steenbergen - 1e herziening (bron: www.gemeente-steenbergen.nl)

2.2 Toetsing aan wijzigingsvoorwaarde geldend bestemmingsplan

De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 26.7.8 van de regels. Daarin is bepaald dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn gronden met de bestemming 'Wonen' te wijzigen ten behoeve van de vergroting en/of vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak, mits wordt voldaan aan diverse voorwaarden. Deze zijn in tabel 2.1 vermeld en daarin is ook het initiatief aan de betreffende bepalingen getoetst.

Tabel 2.1 Toetsing aan de wijzigingsvoorwaarden geldend bestemmingsplan

Wijzigingsvoorwaarde   Toetsing  
De omvang van het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 2.000 m²   De grootte van het bestemmingsvlak overschrijdt als gevolg van vergroting van het bestemmingsvlak de 2.000 m² niet. Na bestemmingswijziging is het bestemmingsvlak 983 m² groot. Dit is een toename van 468 m² meter.  
De toegestane omvang van bijbehorende bijgebouwen mag daarbij worden vergroot naar 250 m2, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- er is sprake van een doelmatig gebruik;
- er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
- het maximum bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt 60%;
- de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bijgebouwen bedraagt niet meer dan 80 m2.  
De ontwikkeling voorziet in de realisatie van een bijgebouw (garage) op het perceel Heense Molenweg 25 in De Heen. Het oppervlak bedraagt minder dan 250 m², waardoor het maximum bebouwingspercentage van het bouwperceel niet wordt overschreden. Daarbij is er sprake van doelmatig gebruik (eigen gebruik) en zuinig ruimtegebruik, gezien de beperkte omvang van de ontwikkeling.  
Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven.   In paragraaf 3.3 is getoetst aan het aspect aan het aspect Bedrijf en milieuhinder. Geconcludeerd is dat er geen aantasting plaatsvindt op het woon- leefmilieu. Ook de omliggende bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering aangetast.  
Er zijn geen overwegende bezwaren van natuurlijke, landschappelijke, archeologische, cultuurhistorische, waterhuishoudkundige, hydrologische, abiotische of milieuhygiënische aard.   De ontwikkeling is geen bodemgevoelige functie. Daarbij is de ontwikkeling in paragraaf 3.3 getoetst aan de diverse milieuaspecten. Geconcludeerd is dat aan de ontwikkeling geen overwegende bezwaren zijn verbonden op de in de voorwaarde genoemde aspecten.  
Er vindt geen onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking plaats.   De garage dienst als stalling voor een auto van de bewoners van de bestaande woning. De garage heeft geen zelfstandige verkeersaantrekkende werking.  
Het wijzigen is niet toegestaan ter plaatse van het Natuur Netwerk Brabant zoals aangeduid op de verbeelding.   De ontwikkellocatie ligt niet binnen Natuur Netwerk Brabant.  
Het wijzigen binnen de Groenblauwe mantel zoals aangeduid op de verbeelding gaat gepaard met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken.   De locatie ligt niet binnen de Groenblauwe mantel. Deze wijzigingsvoorwaarde is dan ook niet van toepassing.  
Wijziging van het bestemmingsplan kan uitsluitend plaatsvinden indien wordt bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering van het landschap.   Voor de uitwerking van deze wijzigings- voorwaarde wordt naar de tekstpassage volgend op deze tabel verwezen.  
Het bepaalde in artikel 26 is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.   Voldaan wordt aan het gestelde in artikel 26 van het bestemmingsplan Buitengebied Steenbergen.  

Landschappelijke inpassing

Wijzigen van het bestemmingsplan kan uitsluitend plaatsvinden indien wordt bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering van het landschap. Voor de uitvoering van kwaliteitsverbetering van het landschap heeft regio West-Brabant een notitie opgesteld. Deze notitie geeft aan hoe de gemeenten in de regio West-Brabant naast de toepassing van artikel 3.1 van de Verordening ruimte, ook toepassing geven aan artikel 3.2 van de verordening ruimte.

De notitie biedt:

  • een eenduidig beleidskader voor de West-Brabantse gemeenten met instemming van de provincie Noord-Brabant;
  • de mogelijkheid tot maatwerk voor gemeenten blijft mogelijk om de couleur locale te behouden, niet alles wordt dichtgetimmerd;
  • een eenduidige regionale methodiek;
  • duidelijkheid over hoe de rood-met-groen koppeling kan worden opgenomen in te ontwikkelen bestemmingsplannen in overeenstemming met de Verordening ruimte.

In de notitie is een drietal categorieën opgesteld:

  • Categorie 1: Ruimtelijke ontwikkelingen met nauwelijks tot geen landschappelijke invloed en waarbij geen (extra) kwaliteitsverbetering van het landschap wordt geëist.
  • Categorie 2: Ruimtelijke ontwikkelingen met relatief weinig landschappelijke invloed, dan wel ruimtelijke ontwikkelingen die van nature aan het buitengebied zijn gebonden, of plaatsvinden in hiervoor aangewezen gebieden waarbij de kwaliteitsverbetering van het landschap wordt vormgegeven door te voorzien in enkel een goede landschappelijke inpassing.
  • Categorie 3: Alle ruimtelijke ontwikkelingen welke mogelijk worden gemaakt via een wijzigingsplan of een bestemmingsplanherziening, tenzij de ontwikkeling concreet benoemd wordt in een andere categorie.

De beoogde ontwikkeling valt onder categorie 1. De ontwikkeling heeft nauwelijks tot geen landschappelijke invloed waardoor geen (extra) kwaliteitsverbetering noodzakelijk is. Echter, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, is aandacht besteedt aan de landschappelijke inpassing van de ontwikkeling.

De landschappelijke inpassing omvat de volgende elementen:

  • Vrij uitgroeiende haag aan de zuidzijde lengte 29m en breedte 2,5m (72m2). De haag bestaat uit een combinatie van meidoorn, sleedoorn en liguster. Deze wijze van beplanting is passend in de omgeving, en voorziet in voldoende afscheiding richting de golfbaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0007.jpg"

Hoofdstuk 3 Toetsing aan planologische en overige aspecten

3.1 Inleiding

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting van het bestemmingsplan aandacht te worden besteed aan de uitvoerbaarheid van het plan. Dit geldt ook voor een wijzigingsplan. Dat betekent doorgaans dat de ontwikkeling moet worden getoetst aan het relevante geldende ruimtelijke beleid. Ook moet onderzoek worden gedaan naar diverse sectorale aspecten zoals verkeer en parkeren, milieuzonering, bodem, ecologie en luchtkwaliteit. Gezien het doel van het plan zijn veel van deze aspecten niet relevant. Deze aspecten zijn namelijk in het kader van het basisplan al beoordeeld of er staat op voorhand vast dat er geen effecten op sectorale aspecten zijn.

3.2 Toetsing aan beleid

Overheid   Beoordelingsaspect   Afweging  
Rijk   Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) (2012)   De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) bevat het ruimtelijk beleid van het Rijk. Er is geen specifiek ruimtelijk beleid geformuleerd voor de omgeving van het plangebied.  
  Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (2012)   Voor succesvol ruimtelijk beleid is het van belang dat in iedere regio vraag en aanbod van stedelijke functies goed worden afgestemd. De Ladder voor duurzame verstedelijking is het centrale ruimtelijke instrument om dit beleid te realiseren. De beoogde ontwikkeling is van dusdanig kleine aard dat er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling. De Ladder voor duurzame verstedelijking vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.  
Provincie Noord-Brabant   Structuurvisie Ruimtelijke Ordening   In de Structuurvisie ruimtelijke ordening van de provincie Noord-Brabant zijn de provinciale doelstellingen benoemd. Het uitgangspunt van de beschermende rol is zorgvuldig ruimtegebruik. Bij ruimtelijke afwegingen betekent dat eerst gekeken wordt naar mogelijkheden voor intensivering of hergebruik op of binnen bestaand bebouwd gebied. Het plangebied ligt binnen het accentgebied 'agrarische ontwikkeling' (figuur 3.1). Nieuwe ontwikkelingen mogen de agrarische bedrijvigheid in het gebied niet in de weg staan. Een nieuwe garage, naast een bestaande woning, heeft nauwelijks tot geen effecten op de agrarische bedrijvigheid in het gebied.  
  Verordening Ruimte Noord-Brabant   De Verordening ruimte is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie om haar doelen te realiseren. In de verordening vertaalt de provincie de kaderstellende elementen uit het provinciaal beleid in regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen. De provincie heeft een aantal onderwerpen in de Verordening uitgewerkt. Van belang voor voorgenomen ontwikkeling is het onderwerp zorgvuldig ruimtegebruik.
Het plangebied valt binnen het thema Structuur - gemengd landelijk gebied. Agrarische activiteiten voeren hierbij de boventoon. Hieronder vallen ook (bestaande) woningen. Ontwikkelingen dienen geen effect te hebben op de gemengde plattelandseconomie. Voorgenomen ontwikkeling voldoet hieraan.  
Gemeente Steenbergen   Structuurvisie gemeente Steenbergen (2012)   De gemeente Steenbergen heeft in haar structuurvisie op hoofdlijnen het ruimtelijk beleid bepaald. De structuurvisie kan als een integraal toetsingsdocument worden beschouwd voor ruimtelijke ontwikkelingen. In de structuurvisie heeft de gemeente haar visie in meerdere thema's uitgewerkt, zoals wonen, werken, landelijk gebied en toerisme. De ontwikkeling vindt plaats in het landelijk gebied. De ontwikkeling is echter dusdanig kleinschalig, dat er geen relevant ruimtelijk beleid is opgenomen in de structuurvisie dat betrekking heeft op voorgenomen ontwikkeling.  

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.bgWPheensemolenw25-v001_0008.png"

Figuur 3.1 Uitsnede Structurenkaart provincie Brabant (bron: ruimtelijkeplannen.brabant.nl, 2018)

Geconcludeerd wordt dat de beoogde ontwikkeling past binnen het geldende beleid.

3.3 Toetsing aan sectorale aspecten

Aspect/kader   Beoordelingsaspect   Afweging  
Bodem      
Besluit bodemkwaliteit   Bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor de beoogde functie. Functie mag geen bedreigingen vormen voor de bodemkwaliteit.   Het beoogde gebruik op de gronden is geen bodemgevoelige functie. Het aspect bodemkwaliteit staat de verlening van de omgevingsvergunning dan ook niet in de weg.  
Water      
Watertoets   Heeft de ontwikkeling effect op de waterhuishouding?   De watertoetstabel is ingevuld voor de ontwikkeling. Deze watertoets is opgenomen in bijlage 1. Er treedt minimale verharding op het plangebied. De ontwikkeling heeft dan ook nauwelijks effect op de waterhuishouding binnen het plangebied. Het afvalwater dient via de bestaande persleiding in de Heense Molenweg naar het hoofdrioolgemaal van het Waterschap in De Heen te worden afgevoerd. Het aspect Water vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.  
Archeologie      
Gemeentelijk Archeologiebeleid   Worden als gevolg van de ontwikkeling archeologische waarden aangetast?   Voor toetsing aan het aspect Archeologie is de gemeentelijke Archeologische kaart geraadpleegd. Ter plaatse van de beoogde ontwikkeling gelden lage archeologische of cultuurhistorische verwachtingswaarden. Dat betekent dat als de bouwput kleiner is dan 1 ha geen archeologisch onderzoek plaats hoeft te vinden. Archeologisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk. Het aspect Archeologie vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.  
Ecologie      
Natuurbescherming / Wet natuurbescherming / Beleid van de provincie   Is er sprake van significant negatieve effecten op natuurgebieden   De ontwikkeling ligt niet in directe nabijheid van natuurgebieden en leidt hierdoor niet tot negatieve effecten.  
Soortenbescherming / Wet natuurbescherming / Beleid van de provincie   Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantsoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen.   Gezien de ligging en de kenmerken van het terrein worden geen beschermde soorten verwacht. Nader onderzoek is niet aan de orde.  
Luchtkwaliteit      
Wet luchtkwaliteit   Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit?   De ontwikkeling van een garage valt ruim onder de grenswaarden en draagt dan ook niet in betekende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwikkeling.  
Externe veiligheid      
Bevi-inrichtingen, vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor, buisleiding en water   Wordt voldaan aan normen plaatsgebonden risico en groepsrisico?   Het beleid omtrent externe veiligheid is opgenomen in het gemeentelijk beleidsdocument 'Standaard Verantwoording Groepsrisico', vastgesteld op 13 november 2017. De ontwikkeling vindt plaats binnen de veiligheidszone van 30 meter voor buisleidingen. De ontwikkeling is echter geen verblijfplaats, waardoor een motivering van het groepsrisico niet noodzakelijk is.
Op het terrein van de golfbaan is een propaantankaanwezig. Op basis van het activiteitenbesluit bedraagt de veiligheidsafstand 10 meter. De ontwikkeling vindt plaats buiten de veiligheidsafstand, waardoor het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.  
Milieuhinder bedrijven      
Bedrijfs- milieuzonering VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering 2009'   Is er sprake van hinder of belemmeringen van functies in de omgeving van de ontwikkeling?   De beoogde ontwikkeling maakt geen milieuhinderlijke of milieugevoelige functies mogelijk. Er vindt daarom ook geen aantasting plaats aan een goed woon- en leefmilieu. Daarbij worden geen bedrijven beperkt in hun bedrijfsvoering. Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.  
Wegverkeerslawaai      
Wet geluidhinder   Worden geluidsgevoelige objecten in de geluidszone van een weg voorgesteld?   De Wet geluidhinder (Wgh) vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. De voorgenomen garage is geen geluidgevoelige functie. Toetsing aan het aspect wegverkeerslawaai is dan ook niet noodzakelijk.  
Verkeer en parkeren      
  Is er voldoende parkeergelegenheid (aanbod) in de omgeving?   De ontwikkeling voorziet in een overdekte parkeervoorziening op eigen terrein. Als gevolg van de ontwikkeling zal de parkeerbehoefte niet toenemen. Het aspect parkeren vormt dan ook geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.  
  Treden er veranderingen op in de verkeersgeneratie?   De ontwikkeling zal niet leiden tot toename van de verkeersgeneratie. Het aspect verkeer staat de ontwikkeling niet in de weg.  

Op basis van de toetsing aan de relevante sectorale aspecten wordt geconcludeerd dat deze aspecten geen belemmering vormen voor de beoogde ontwikkeling.

Hoofdstuk 4 Toelichting op het juridische plan

Dit wijzigingsplan is een wijziging van het geldende basisplan zoals dat op 24 september 2015 door de gemeenteraad van Steenbergen is vastgesteld en de herziende versie, vastgesteld op 27 juni 2018 door de gemeenteraad van Steenbergen. De wijziging vindt plaats op basis van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 26, lid 26.7.1 van de 1e herziening van het basisplan. Op basis van die bepaling is de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' gewijzigd in de bestemming 'Wonen'.

Het voorliggende wijzigingsplan bestaat uit (bestemmings)planregels en een verbeelding, vergezeld van een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De planregels zijn zodanig opgesteld dat inhoudelijk wordt aangesloten bij het moederplan en de herziening hiervan, zijnde het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen' en het bestemmingsplan 'Buitengebied Steenbergen - 1e herziening'.

Verder dienen volgens paragraaf 3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening standaardregels in bestemmingsplannen te worden opgenomen. In artikel 1.1.1 sub 3 van dat besluit is bepaald dat onder een bestemmingsplan ook een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt verstaan. Om deze reden is ook een Anti-dubbeltelregel en Overgangsrecht opgenomen.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Ten aanzien van onderhavige plan wordt het kostenverhaal anderszins verzekerd. Er wordt een anterieure overeenkomst gesloten ten behoeve van het verhalen van de gemeentelijke kosten. Tevens wordt een overeenkomst gesloten met betrekking tot het verhalen van planschade.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Naast de planologische aanvaardbaarheid van een project zal ook de maatschappelijke uitvoerbaarheid moeten worden aangetoond. Op voorhand worden geen belemmeringen verwacht.

Het ontwerp wijzigingsplan heeft vanaf 22 november 2018 voor 6 weken ter inzage gelegen. Voorafgaand daaraan is wettelijk overleg gevoerd met het Waterschap en de Provincie Noord-Brabant i.k.v. artikel 3.1.1 Bro. Het waterschap heeft een positief wateradvies gegeven (bijlage 2). De provincie Noord-Brabant heeft aangegeven dat het wijzigingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen (bijlage 3). Tijdens de inzagetermijn van het ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijzen ingediend. Het plan is op 8 januari 2019 ongewijzigd vastgesteld.