20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Natura 2000' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de op en/of in deze gronden voorkomende ecologische waarden.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
20.3.1 Verbod
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
-
a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
-
b. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
-
c. het vergraven, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
d. het (vellen of) rooien van houtgewas;
-
e. het (bebossen of) beplanten van gronden;
-
f. het graven of afdammen van sloten of greppels met een bodemdiepte van meer dan 0,6 meter beneden het maaiveld, het stuwen, het aanbrengen van drainage dan wel het diepploegen;
-
g. het omzetten van grasland in bouwland;
-
h. het aanbrengen van beschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
-
i. het gebruik van bestrijdingsmiddelen en/of bemestingsmiddelen;
-
j. de aanleg van teeltondersteunende voorzieningen.
20.3.2 Normaal onderhoud
Het verbod als bedoeld in 20.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
-
a. betrekking hebben op het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
20.3.3 Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 20.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
-
a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het Natura 2000-gebied;
-
b. over de uitvoerbaarheid omtrent het bovenstaande wordt voorafgaand aan de vergunningverlening advies ingewonnen bij de betreffende beheerder van het Natura 2000-gebied.