direct naar inhoud van Artikel 17 Overig – Dijk
Plan: Buitengebied Dinteloord en Prinsenland
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.bgBPdtlgeheel-o001

Artikel 17 Overig – Dijk

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Overig – Dijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding van het dijklichaam, al dan niet met waterkerende functie;
  • b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • c. het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur;
  • d. het behoud en bescherming van bestaande ecologische verbindingszones;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. extensieve recreatie;
  • f. educatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 meter.

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
17.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Overig - Dijk' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven of ontgraven van het dijklichaam of dijktalud;
  • b. het aanleggen en verharden van wegen en paden en verharden van overige oppervlaktes;
  • c. het aanbrengen, vellen of rooien van houtgewas;
  • d. het aanleggen van leidingen.

17.3.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 17.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en waarvoor geen vergunning nodig was;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. worden uitgevoerd in het kader van het groen blauw stimuleringskader;
  • e. de realisatie van de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap betreffen.

17.3.3 Toelaatbaarheid

Een in 17.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden dan wel de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen niet in strijd zijn met het plan. Met betrekking tot de gevolgen voor het waterbergend vermogen wordt advies gevraagd aan de beheersinstantie.