Het bestemmingsplan “ Houtbroekdijk 30” van de gemeente Someren;
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0847.BP02010020-ON01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
Verbeelding
De verbeelding, waarop de bestemmingen en aanduidingen van de gronden die in het plangebied zijn gelegen, zijn aangegeven;
Aanbouw
Een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw;
Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Aardkundige waarden
Waarden die samenhangen met de geologische, geomorfologische en/of bodemkundige kenmerken en ontstaanswijze van een gebied, zoals bodemopbouw en –samenstelling, hoogteverschillen en de daarmee samenhangende waterhuishouding;
Abiotische waarden
Geheel van waarden in verband van het abiotische milieu ( = niet levende natuur) in de vorm van specifieke aardkundige en/of hydrologische kenmerken en eventueel op basis daarvan aanwezige mogelijkheden voor ontwikkeling van specifieke natuurwaarden;
Afhankelijke woonruimte
Een bijgebouw bij een (bedrijfs)woning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met deze (bedrijfs)woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest;
Agrarisch bedrijf
Een bedrijf met een omvang van 10 Nederlandse grootte eenheden (Nge) dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/ of het fokken, houden, africhten of veredelen van dieren waaronder begrepen de productiegerichte paardenhouderij;
Agrarisch gebruik
Het al dan niet bedrijfsmatig gebruik van gronden of gebouwen voor het telen van gewassen of het houden van dieren;
Agrarisch verwant bedrijf
Een bedrijf met een verwantschap aan de agrarische sector, waarin gebruik wordt gemaakt van land- en tuinbouwmethoden, dieren worden gehuisvest of werkzaamheden voor agrarische bedrijven worden verricht met behulp van landbouwwerktuigen met uitzondering van mestbewerkingsbedrijven. Voorbeelden zijn: dierenasiels, -pensions en -klinieken, gebruiksgerichte paardenhouderijen, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, maneges, paardenpensions, stalhouderijen, agrarisch loonwerkbedrijven, inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen, veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven en proefbedrijven;
Agrarische waarden
De waarden die aan een gebied zijn toegekend vanwege de goede mogelijkheden voor de uitoefening van een doelmatige, agrarische bodem- en /of bedrijfsexploitatie;
Archeologisch deskundige
Een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de kwalificaties van senior- archeoloog die gesteld zijn in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
Archeologisch monument
Terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
Archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten (resten uit het verleden);
Archeologische verwachting
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
Archeologisch onderzoek
Onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de minister van OCW) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
Architectonische waarden
De waarden, die aan een gebouw zijn toegekend vanwege de karakteristieke bouwkunst, bouwstijl of bouwvorm;
Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
Bebouwingsconcentratie
Een kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster;
Bebouwingscluster
Een vlakvormige verzameling van gebouwen in het buitengebied;
Bebouwingslint
Een lijnvormige verzameling gebouwen langs een weg in het buitengebied, enkelzijdig of dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen de bouwkavels, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en nietbuitengebiedfuncties;
Bedrijf
Een organisatorische eenheid, waarbinnen op een bepaalde locatie commerciële activiteiten worden uitgeoefend;
Bedrijf, - niet agrarisch
Een ambachtelijk of industrieel bedrijf, niet zijnde een agrarisch of een agrarisch verwant bedrijf, gericht op de productie of het verwerken of bewerken van goederen;
Bedrijfsgebouw
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten. Kassen, teeltondersteunende voorzieningen en bedrijfswoningen met bijgebouwen worden niet als bedrijfsgebouw aangemerkt;
Bedrijfsplan
Een rapport waarin op een objectieve wijze inzicht wordt gegeven in de bedrijfseconomische, bedrijfstechnische en eventuele andere aspecten die beoordeeld moeten worden bij het toetsen van de aanvaardbaarheid van ontwikkelingen waarvoor deze planregels in principe mogelijkheden bieden;
Bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een bestemmingsvlak, die uitsluitend is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het bestemmingsvlak, noodzakelijk is;
Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit is het samenstel van de beoordeling van:
- De plaats van den bebouwing in het verleden en nu;
- De maten en verhoudingen van de gebouwen in het verleden en nu;
- Het ritme of patroon van de bebouwing langs de weg in het verleden en nu;
- De beplanting langs de openbare weg en op particuliere gronden;
- Het materiaalgebruik voor de bebouwing en de straat;
- Kenmerkende objecten zoals een molen, kerk, bos, houtwal, kunst e.d.;
- Staat van verzorging, detaillering en onderhoud van gebouwen, weg- en bermonderhoud, verlichting e.d.;
- Abiotische omgeving, patronen en structuren;
Beeldkwaliteitplan
Het beeldkwaliteitplan Buitengebied 2011 waarin geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten zijn opgenomen zoals het luidt op de datum van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan waarvan het onderdeel uitmaakt;
Bestaande bebouwing
Bebouwing, zoals die bestaat, of rechtens mag bestaan, op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
Bestaand gebruik
Het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat op het tijdstip dat het onderhavige bestemmingsplan of planonderdeel rechtskracht heeft verkregen;
Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak;
Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bijgebouw
Een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Bouwgrens
De grens van een bouwvlak;
Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel;
Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Cultuurhistorische waarden
Waarden die samenhangen met de nalatenschap van de mens, door zijn aanwezigheid en activiteiten in het verleden, en die hij heeft achtergelaten in het huidige landschap. Hierbij gaat het om archeologisch, historisch- landschappelijk, historisch- geografisch en/of historisch- bouwkundig waardevolle zaken, zoals archeologische elementen, beplanting, reliëf (bij voorbeeld bolle akkers) verkaveling, slotenpatroon en bebouwing;
Ecologische hoofdstructuur (EHS)
Een samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten, bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
Ecologische verbindingszone (evz)
Een als zodanig in een bestemmingsplan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;
Erotische dienstverlening
Elke vorm van erotische dienstverlening met een bedrijfsmatig karakter zoals erotische massage, escortservice, parenclub, prostitutie, seksbioscoop, seksclub, sekstheater en dergelijke;
Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Gebruiken
Gebruiken, doen of laten gebruiken;
Gebruiksgerichte paardenhouderij
Een paardenhouderij waar het accent ligt op het bedrijfsmatig houden en stallen van paarden en pony’s met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken en africhten ervan. Voorbeelden zijn: stalhouderijen en paardenpensions;
Groene erfinrichting
Groenelement, bestaande uit beplanting en / of andere groenelementen, zoals een poel of een vlinderweide, dat gelegen is binnen een bestemmingsvlak;
Groenvoorzieningen
Allerlei vormen van beplanting en groen, die niet zijn aan te merken als agrarische bodemexploitatie maar die een functie vervullen in de aankleding van het landschap;
Hoofdgebouw
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
Hydrologisch neutraal ontwikkelen met betrekking tot het grondwater
Het in combinatie met bouwwerken, verhardingen en hoge of lage permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen zodanig loskoppelen van (een deel van) de hemelwateropvang zodat het hemelwater in voldoende mate via infiltratievoorzieningen op eigen terrein passief in de bodem geïnfiltreerd wordt;
Hydrologisch neutraal ontwikkelen met betrekking tot het oppervlaktewater
Het in combinatie met bouwwerken, verhardingen en hoge of lage permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen aanbrengen/aanwezig zijn van voorzieningen ten behoeve van een afdoende piekberging voor het hemelwaterwater;
Hydrologisch neutraal ontwikkelen, toetsinstrumentarium
Het door de waterschappen De Dommel en Aa en Maas gezamenlijk ontwikkeld toetsinstrumentarium voor het bepalen van de benodigde infiltratie en berging voor het hydrologisch neutraal ontwikkelen;
Infiltratie
Het indringen van water in de bodem;
Infiltratievoorziening
Een open voorziening, zonder bodemverhardingen en gelegen boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand, waarmee tijdelijk opgevangen (schoon) regenwater weg kan zijgen c.q. passief kan infiltreren in de bodem;
Kampeermiddel
Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander ( gewezen) voertuig of gedeelte daarvan, dat geen bouwwerk is waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is, een en ander voor zo ver deze onderkomens of voertuig geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
Kampeerterrein
Een terrein of een plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Kamperen
Het hebben van recreatief nachtverblijf in een kampeermiddel;
Kernrand
Een overgangszone tussen bebouwde kom en buitengebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte en/of afnemende agrarische functie;
Landschapselement
Een streekeigen natuur- of landschapsobject dat een waardevolle landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische waarde heeft, zoals een houtwal;
Landschappelijke waarden
Het geheel van waarden in verband met bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, cultuurhistorische, archeologische en visueelruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;
Mantelzorg
Het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan één of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;
Milieucategorie
De milieucategorie die aan een bepaalde bedrijfsactiviteit is toegekend in de Brochure bedrijven en milieuzonering, editie 2009,uitgebracht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ISBN 9789012130813, zoals deze luidt op de datum van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
Minicamping
Een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, agrarisch verwant bedrijf, recreatiebedrijf of bij een burgerwoning;
Natuurwaarden
De waarden die aan een gebied zijn toegekend in verband met het voorkomen van biotische en/ of abiotische elementen die bijdragen aan de diversiteit en natuurlijkheid van een gebied;
Paardenbak
Een voorziening in de open lucht bestaande uit een hekwerk en een paardrijbodem voor het berijden, africhten en laten lopen van paarden;
Peil
1. Voor bouwwerken en gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst, de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
2. In andere gevallen de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
Productiegerichte paardenhouderij
Een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden. Ook paardenmelkerijen vallen hieronder;
Stacaravan
Een wagen (niet uitklapbaar) gebouwd, ingericht en bestemd om te kamperen, welke volgens de bepalingen van de wegenverkeerswetgeving niet over de openbare weg achter een auto mag worden voortbewogen en die bedoeld is voor gebruik op een vaste standplaats;
Teeltondersteunende voorzieningen
Ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (grondgebonden) open- of vollegronds tuinbouwbedrijf(stak), boom- of vaste plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de teeltomstandigheden c.q. bedrijfsvoering te optimaliseren.
Hierbij kunnen de volgende vormen/typen worden onderscheiden:
- (teelt)ondersteunende kas
een (teelt)ondersteunende voorziening in de vorm van een (permanente) kas;
- hoge permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen, anders dan teeltondersteunende kassen, die in de regel hoger dan 1,5 m en vrij makkelijk verwijderbaar zijn, maar waarbij dat niet na elk teeltseizoen plaats vindt.
Hieronder worden in ieder geval verstaan: teeltbakken in stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen; plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen;
- hoge tijdelijke (teelt)ondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen, anders dan teeltondersteunende kassen, in de regel hoger dan 1,5 m, die aanwezig zijn gedurende de periode dat de teelt dat vereist, en die na (een deel van) het teeltseizoen, en uiterlijk binnen 6 maanden, weer worden verwijderd.
Hieronder worden in ieder geval verstaan: menstoegankelijke wandelkappen; schaduwhallen; hagelnetten;
- lage permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen of containervelden
permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, die op of nabij de grond worden aangebracht, voor zogenaamde containerteelt.
Hierbij kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
- containervelden als onomkeerbare voorziening, waarbij gebruik gemaakt wordt van een geheel verharde ondergrond veelal van niet-opneembare/gesloten verhardingen, zoals beton;
- containervelden als omkeerbare voorzieningen, waarbij gebruik gemaakt wordt van anti-worteldoek met daartussen opneembare of open verhardingen, zoals betonplaten, tegel- of klinkerbestratingen;
- lage tijdelijke (teelt)ondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen, met een hoogte van maximaal 1,5 m, aanwezig gedurende de periode dat de teelt dat vereist, en die na (een deel van) het teeltseizoen, en uiterlijk binnen 6 maanden, weer worden verwijderd.
Hieronder worden in ieder geval verstaan:
- lage tunnels, van halfronde bogen waarover plastic of gaasdoek wordt gespannen; insectengaas; afdekfolies; acryldoek; vlakveldfolies;vraatnetten;
- Overige (teelt)ondersteunende voorzieningen of boomteelthekken
een permanente (teelt)ondersteunende voorziening c.q. een bouwwerk in de vorm van een hek met afrastering, met een hoogte van niet meer dan 1,5 m, op boomteeltpercelen waarmee dieren van die percelen geweerd kunnen worden;
Niet- agrarisch bedrijf
Een bedrijf, niet zijnde een agrarisch of agrarisch verwant bedrijf, zoals een ambachtelijk, verzorgend, (licht) industrieel of groothandelsbedrijf;
Verhard oppervlak
De oppervlakte van het geheel van bouwwerken, verhardingen en hoge of lage permanente teeltondersteunende voorzieningen op de bij één bedrijf of andere functionele eenheid behorende gronden die gelegen kunnen zijn binnen meerdere bestemmingen;
Water en waterhuishoudkundige voorzieningen
Al het oppervlaktewater zoals sloten, vijvers, kanalen en beken alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen en inlaten;
Woning/wooneenheid
Eén complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waaronder tevens begrepen gezinsvervangende woonvormen