direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen-2
Plan: Klaverwei II
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.PB2005Klaverwei-OH01

Artikel 10 Wonen-2

10.1 Besluitvlakomschrijving

De voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woningen met bijbehorende voorzieningen.
  • b. aan huis verbonden bedrijven en aan huis verbonden beroepen.
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. tuinen, erven en verharding;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. niet voor bewoning bestemde bijgebouwen ten dienste van de bestemming;
  • g. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
  • h. ter plaatse van het besluitsubvlak 'parkeerterrein' (p), is mede toegestaan het parkeren en stallen van maximaal 3 vrachtwagens met oplegger.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak' worden gebouwd.
  • b. ter plaatse van de bouwaanduiding 'vrijstaand' [vrij] mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden opgericht met een inhoud van maximale inhoud 750 m³;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 8 meter;
  • d. de maximale goothoogte bedraagt 5,5 meter;
  • e. als minimale dakhelling dient een hoek van 12º te worden aangehouden;
  • f. Nieuwbouw van woningen is ter plaatse van het besluitsubvlak [sba-2] niet toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw;
  • g. in geval van vervangende nieuwbouw dienen de volgende regels in acht genomen te worden:
    • 1. bij vervangende nieuwbouw mag de woning uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend.
    • 2. de voorgevel van de te vervangende nieuwbouw wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
    • 3. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd alsmede goot- en nokhoogte, kaprichting en dakhelling) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
    • 4. de inhoud van de woning(en) bedraagt ten minste 400 m³ voor zover deze gronden niet zijn aangeduid als vrijstaand [vrij];
    • 5. in geval van het bepaalde in lid 10.2.1 sub f.1 mag worden afgeweken van het bouwen ter plaatse van de bestaande funderingen voor het bouwen buiten de bestaande fundering mits hierdoor het stedebouwkundig beeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden geschaad.
  • h. ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke bouwaanduiding - 2', [sba-2] is woningsplitsing toegestaan tot een maximum van 2 zelfstandige woonruimten binnen het bestaande hoofdgebouw, met dien verstande dat;
    • 1. de woningen met inbegrip van inpandige bergruimten, na splitsing een inhoud hebben van tenminste 400m³ per woning;
    • 2. het bouwplan dient voorzien te zijn van een positief advies van de Monumentencommissie;
    • 3. bij elke woning mogen één of meer vrijstaande bijgebouwen tot een maximaal bebouwde oppervlakte van 120 m² worden gehandhaafd;
    • 4. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
10.2.2 Erfbebouwing

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen binnen het volledige besluitvlak worden gebouwd met dien verstande dat de afstand tot de (verlengde) voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw minimaal 3 meter moet bedragen;
  • b. er zijn binnen het bouwperceel bijgebouwen toegestaan tot een maximum van 120 m², terzij anders aangegeven;
  • c. de goothoogte mag maximaal 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag maximaal 6,5 meter bedragen;
10.2.3 Carport of overkapping

Voor het bouwen van carport of overkapping gelden de volgende bepalingen:

  • a. het bebouwd oppervlak van een (vergunningplichtige) carport of overkapping wordt meegenomen bij de bepaling van de bruto-vloeroppervlakte van de erfbebouwing;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 3 meter te bedragen.
  • c. de goothoogte mag maximaal 3 meter bedragen.
  • d. de carport dient ten minste 1 meter achter het verlengde van de voorgevel te blijven;
  • e. de afdekking van de carport dient plat te zijn;
  • f. carports voor de voorgevel zijn alleen toegestaan bij woningclusters of solitair gelegen woningen, waarbij de toevoeging zowel op architectonisch vlak als stedenbouwkundig vlak een meerwaarde opleveren ten opzichte van de bestaande situatie.
10.2.4 Onoverdekte zwembaden

Voor het bouwen van onoverdekte zwembaden gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van een onoverdekte zwembad telt niet mee in de maximale oppervlakte van erfbebouwing mits;
    • 1. het om een onoverdekt zwembad met een oppervlakte van maximaal 50 m2 gaat (gemeten van buitenrand tot buitenrand);
    • 2. het perceel niet voor meer dan 50% bebouwd is. Onder bebouwd wordt in dit verband verstaan: woning, aan- en bijgebouwen, carports en dergelijke oftewel alle regulier en licht-vergunningsplichtige en alle vergunningsvrije bouwwerken;
10.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzover gelegen op minimaal 3 meter achter de voorgevellijn, mag maximaal 2 meter bedragen, met in achtneming van het bepaalde sub c;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzover gelegen tot 3 meter achter de voorgevellijn mag maximaal 1 meter bedragen.
  • c. indien het bouwwerk, geen gebouw zijnde, een erfafscheiding betreft dient dat deel van de erfafscheiding dat hoger is dan 1 meter transparant te zijn; dat wil zeggen dat de erfafscheiding hoger dan 1 meter voor minimaal 80% open dient te zijn.
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven

Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. maximaal 120 m2 van de vloeroppervlakte van de bebouwing mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden bedrijf;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan-huis-verbonden beroep.
  • d. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
  • f. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag, onderhoudswerkzaamheden aan materieel en het wassen van vrachtwagens is niet toegestaan.