Artikel 5 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde ten aanzien van:
-
a. de bouwhoogte, de goothoogte en de dakhelling, teneinde met maximaal 10 % van de voorgeschreven maatvoering af te wijken mits het landelijk karakter van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
-
b. de voorgeschreven afstand van de bebouwing tot de zijdelingse perceelsgrens, mits de met naburige percelen verbonden belangen en/of de openheid van het landschap niet onevenredig worden geschaad.