direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Vlagheide 2
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.BPVlagheide2-OH01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een hout- en palenbewerkingsbedrijf met de bijbehorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken welke ten dienste staan van deze bestemming, zulks met inbegrip van ten hoogste één bedrijfswoning, met dien verstande, dat per bedrijfswoning één bijgebouw (garage, berging) is toegestaan.

3.2.2 Bouwvlak

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.

3.2.3 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte van de gebouwen tezamen mag niet meer bedragen dan 5.000 m2.

3.2.4 Bedrijfsgebouwen

Bedrijfsgebouwen, met uitzondering van de bedrijfswoning, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. geldt voor een bebouwde oppervlakte van maximaal 2.000 m2 van de bedrijfsgebouwen dat de goot- en bouwhoogte maximaal 7 m mogen bedragen;
  • d. de afstand tot de bestemmingsgrens mag niet minder dan 5 m bedragen.
3.2.5 Bedrijfswoning

De bedrijfswoning dient aan het volgende te voldoen:

  • a. de goothoogte mag maximaal 5,5 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 8 m bedragen;
  • c. de dakhelling mag niet minder dan 12° bedragen;
  • d. de afstand tot de bestemmingsgrens mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • e. de inhoud van de woning mag maximaal 600 m3 bedragen.
3.2.6 Bijgebouwen

Het bijgebouw, behorende bij de bedrijfswoning, dient aan het volgende te voldoen:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag maximaal 45 m2 bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 5,5 m bedragen;
  • c. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen.
3.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van antennes mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • b. antennes mogen niet worden gesitueerd vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan;
  • c. antennes die ten tijde van de tervisielegging een grotere bouwhoogte hebben, worden geacht te voldoen aan het plan, maar mogen niet worden verhoogd;
  • d. antennes dienen te worden gesitueerd op of aan de woning dan wel op een afstand van ten hoogste 15 m van de woning;
  • e. de bouwhoogte van lichtmasten mag maximaal 6 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen voor de voorgevel van de bedrijfswoning, mag maximaal 1 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken:

  • a. als opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, waarbij de stapelhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen, of van de opstallen;
  • b. voor (detail)handels- en bedrijfsdoeleinden, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond of de opstallen;
  • c. ten behoeve van prostitutiedoeleinden;
  • d. van gronden voor het geplaatst houden van kampeermiddelen;
  • e. voor woondoeleinden behoudens de voor bewoning bestemde bedrijfswoning.
3.3.2 Gebruik in overeenstemming met de bestemming

Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in elk geval aangemerkt het gebruik van een gedeelte van de bedrijfswoning voor het gebruik van een ruimte binnen de woning voor bed en breakfast, mits dat gebruik beperkt blijft tot maximaal 25% van het vloeroppervlak van de begane grond van de woning, met een maximum van 50 m2.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1 Wijziging bedrijvigheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van het toestaan van andere bedrijvigheid, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. er vindt geen uitbreiding van bebouwing plaats;
  • b. wijziging kan uitsluitend worden toegestaan indien er sprake is van een verbetering in ruimtelijke en milieuhygiënische zin;
  • c. er kan uitsluitend bedrijvigheid worden toegestaan welke is opgenomen in de bedrijvenlijst (bijlage 1), behorende bij deze regels, onder de categorieën 1 en 2 bedrijven of qua aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven.
3.4.2 Wijziging wonen

Nadat het bedrijf is beëindigd zijn burgemeester en wethouders bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van de voormalige bedrijfswoning wordt niet vergroot;
  • b. de wijziging is niet toegestaan indien de in de directe omgeving van de woning gelegen bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering en -ontwikkeling;
  • c. een belangrijk deel van de voormalige bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt, een en ander overeenkomstig het volgende sloopregime:
    • 1. bij wijziging van de bedrijfsbestemming dient een percentage van de overtollige bedrijfsgebouwen te worden gesloopt, een en ander conform het volgende schijvenstelsel:

Bij een bouwvolume van de gebouwen (excl. de woning)   moet bij hergebruik voor niet-agrarische en niet aan het buitengebied gebonden functies worden gesloopt:  
van minder dan 900 m3   40% van de inhoud van de gebouwen excl. de woning  
van 900 m3 of meer, maar minder dan 2500 m3   60% van de inhoud van de gebouwen excl. de woning, voor zover deze inhoud uitgaat boven 900 m3  
van 2500 m3 of meer, maar minder dan 5000 m3   80% van de inhoud van de gebouwen excl. de woning, voor zover deze inhoud uitgaat boven 2500 m3  
van 5000 m3 of meer, maar minder dan 7500 m3   90% van de inhoud van de gebouwen excl. de woning, voor zover deze inhoud uitgaat boven 5000 m3  

    • 1. de na de sloop resterende gebouwen excl. de woning mogen geen grotere bebouwde oppervlakte en inhoud hebben dan 400 m2, respectievelijk 2000 m3. Voor zover dat uit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt gewenst en noodzakelijk is, mag het bouwvolume, dat mag worden gehandhaafd, nieuw worden teruggebouwd.