direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Venushoek 2D en 4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.BPVenushoek2d4-VG01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Venushoek 2D en 4' van de gemeente Schijndel;

1.2 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.3 aanduidingsgrens

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.4 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.5 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.6 bed en breakfast

het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan een beperkt aantal personen die hun hoofdverblijf ergens anders hebben.

1.7 beroep aan huis

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in of vanuit een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;

1.8 bestaand

ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan aanwezig;

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0844.BPVenushoek2d4-VG01 met de bijbehorende regels;

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.13 boerderij

karakteristiek gebouw van oudsher gebouwd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf, waarbij de totale bouwmassa is opgedeeld in een woon- en bedrijfsgedeelte;

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.16 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.17 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel;

1.18 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.19 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.20 caravan

een kampeermiddel, voorzien van een as- en wielstelsel dat als één geheel verplaatsbaar is en niet as gebouw kan worden aangemerkt;

1.21 CUBB

Commissie Uitvoering Bestemmingsplan Buitengebied;

1.22 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.23 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.24 kampeermiddel

tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, die kan worden gebruikt als onderkomen voor recreatief dag- en of nachtverblijf;

1.25 kleinschalig kamperen

een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.

1.26 landschappelijke inpassing

complex van maatregelen en voorzieningen, dat de effecten van een ingreep op het landschap benut om de landschappelijke kwaliteit te verhogen. Bij de landschappelijke inpassing wordt tevens aandacht besteed aan de situering van de bebouwing in het gebied;

1.27 schuilstal

een bouwwerk dat aan ten minste één zijde geheel open is (geen wand of af te sluiten wand) en uitsluitend dient c.q. wordt gebruikt voor het laten schuilen van c.q. huisvesten van zogenoemde boerderijdieren, zoals rundvee, (trek)paarden, pony's, geiten, schapen;
onder schuilstal wordt tevens verstaan een schaduwparasol en een voederkoverkapping;

1.28 tuin

een omheind afgeperkt stuk grond, behorende bij een huis en daarop aansluitend of het omgevende, waar bloemen en andere sierplanten worden gekweekt of groenten enz. geteeld;

1.29 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.30 zijdelingse perceelsgrens

de grens van het bouwperceel niet zijnde de naar de weg gekeerde en de van de weg afgekeerde grens.