Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Kom Schijndel 2013
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0844.BPKomschijndel2013-VG01

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

 
6.1 Bestemmingsomschrijving
 
6.1.1 Algemeen
De gronden met de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ zijn bestemd voor:
  1. een museum, een creativiteitscentrum of een atelier;
  2. aan de functie ondergeschikte horeca;
  3. verhardingen en parkeervoorzieningen, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 36;
  4. tuinen en groenvoorzieningen;
  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
 
6.1.2 Nadere detaillering
Voor zover sprake is van uitbreiding of wijziging van de functie zoals beschreven in lid 6.1.1wordt naast het bepaalde in in dit artikel, tevens verwezen naar artikel 36.
 
6.2 Bouwregels
 
6.2.1 Hoofdgebouwen
Voor de bouw van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  2. De voorgevellijn mag uitsluitend worden overschreden voor een balkon of (vaste) luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
    1. De overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
    2. De afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 m.
  3. De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’.
  4. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
6.2.2 Erfbebouwing
Voor de bouw van erfbebouwing buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
  1. Erfbebouwing dient tenminste 3 m achter de voorgevellijn te worden gebouwd.
  2. Het gedeelte van het bouwperceel buiten het bouwvlak mag voor niet meer dan 40% worden bebouwd met een maximale oppervlakte van 60 m2.
  3. De goot- en bouwhoogte van aan- en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,25 m en 5 m, doch niet hoger dan het hoofdgebouw.
  4. De hoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. De hoogte van een erfafscheiding voor de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 1 m.
  2. De hoogte van een erfafscheiding achter de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 2 m.
  3. De hoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
  4. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
6.2.4 Ondergronds bouwen
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan onder gebouwen, tot een diepte van niet meer dan 3 m onder het plaatselijke maaiveld en met een maximale oppervlakte van 60 m2.
 
6.3 Nadere eisen
 
6.3.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een goede woonsituatie, de beeldkwaliteit, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan:
  1. de situering en de afmetingen van de bebouwing;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten aanzien van het erf grenzend aan de openbare weg of openbaar groen.
6.4 Specifieke gebruiksregels
 
6.4.1 Strijdig gebruik
Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
  1. het gebruik van hoofd- of bijgebouwen voor bewoning;
  2. het gebruik van ondergrondse bouwwerken anders dan ter ondersteuning van de hoofdfunctie (functioneel ondergeschikt);
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor enigerlei vorm van erotische dienstverlening;
  4. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  5. het opslaan van verpakte en onverpakte stoffen, materialen en goederen op het onbebouwd deel het terrein, met uitzondering van voorziening voor afval.