Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Hulzebraak 3 fase 4
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0844.BPHulzebraak3fase4-VG01

Artikel 3 Tuin

 
3.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuindoeleinden behorende bij een hoofdgebouw, met daarbij behorende:
  2. werken zoals paden, parkeervoorzieningen en dergelijke;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming;
  4. aanbouw aan de voorgevel;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
 
3.2.1 Overkappingen boven de voordeur
Voor het realiseren van een overkapping boven de voordeur, dienen de volgende bepalingen in acht
te worden genomen:
  1. de overkapping is van een lichte constructie;
  2. de overkapping dient plat afgedekt te zijn;
  3. de breedte mag niet meer bedragen dan de breedte van de voordeur met eventueel zijlicht, met aan weerszijde 20 centimeter;
  4. de diepte mag maximaal 80 centimeter bedragen.
3.2.2 Aanbouw
Bij het oprichten van een aanbouw aan de voorgevel van een hoofdgebouw, dienen de volgende
bepalingen in acht te worden genomen:
  1. de goot- en bouwhoogte mogen maximaal 3,25 meter bedragen;
  2. de breedte mag ten hoogste 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw bedragen;
  3. de breedte van de uitbouw in combinatie met een overkapping mag niet meer bedragen dan 75% van de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte van de uitbouw niet meer mag bedragen dan 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  4. de diepte mag maximaal 1 meter uit de voorgevel van het hoofdgebouw bedragen;
  5. de afstand van de uitbouw tot de bestemming  ‘Verkeer’ (artikel 4) moet minimaal 1 meter bedragen.
3.2.3 Carport of overkapping
Bij het oprichten van een carport of overkapping ten behoeve van het hoofdgebouw tot aan de
zijdelingse perceelsgrens, dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
  1. de bouw- en goothoogte dient minimaal 2 en maximaal 3 meter te bedragen;
  2. de carport of overkapping dient plat afgedekt te zijn;
  3. de carport of overkapping dient ten minste 1 meter achter het verlengde van de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
  4. de bebouwde oppervlakte van de carport of overkapping wordt meegeteld bij de bepaling van de bebouwde oppervlakte als bedoeld in artikel 5.2.2 sub a.
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bij het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht te
worden genomen:
  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 1 meter te bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
 
3.3.1 Erfafscheiding
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.4 sub
a voor een erfafscheiding, die voldoet aan de volgende voorwaarden:
  1. een open bouwwerk, in de vorm van een gaaswerk, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter;
  2. een halfopen bouwwerk, met dien verstande dat het deel van de erfafscheiding hoger dan 1 meter voor minimaal 80% open dient te zijn;
  3. de verkeersveiligheid dient gewaarborgd te blijven.
3.4 Specifieke gebruiksregels
 
3.4.1 parkeervoorzieningen
Op de gronden die zijn gelegen tussen de zijgevellijnen van de hoofdgebouw behorende bij het
bouwperceel mogen geen parkeervoorzieningen worden gerealiseerd.