Boxtelseweg 23

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘gemengde doeleinden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. grondgebonden agrarische activiteiten;
2. dagrecreatie;
3. ondersteunende horeca;
4. ondergeschikte detailhandel;
5. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' het behoud van archeologische waarden zoals opgenomen in Waarde-Archeologie;

  met de daarbij behorende voorzieningen zoals:

6. bedrijfswoning;
7. sanitaire voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen;
8. groenvoorziening;
9. water;
10. wegen en paden; 
11. parkeervoorzieningen;
12. voorzieningen van openbaar nut;  
13. tuinen.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen, bijbehorende gebouwen of gebouwen geen gebouwen zijnde:

1. Binnen het bouwblok mag worden opgericht:
   1. één bedrijfswoning met maximaal één bijbehorend bouwwerk (garage, berging);
   2. bedrijfsgebouwen;
   3. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van het bedrijf en de bedrijfswoning
2. De afstand tot de zijdelingse- en voorste perceelsgrens van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde dient minimaal 5 m te bedragen;
3. De totale oppervlakte van de bebouwing en bedrijfswoning mag maximaal 500m² bedragen, waarbij geldt dat de gebruiksoppervlakte ten behoeve van:
   1. de ondersteunende horeca niet meer mag bedragen dan 50m²;
   2. de ondergeschikte detailhandel niet meer mag bedragen dan 25m²;
   3. een sanitaire voorziening ten behoeve van kleinschalig kamperen mag niet meer bedragen dan 30m2;
4. De bedrijfsgebouwen dienen aan het volgende te voldoen:
   1. goothoogte, maximaal 5,5 m;
   2. bouwhoogte, maximaal 8 m;
   3. dakhelling, minimaal 12°;
5. De bedrijfswoning dient aan het volgende te voldoen:
   1. goothoogte, maximaal 5,5 m;
   2. bouwhoogte, maximaal 8 m;
   3. dakhelling, minimaal 12°;
   4. inhoud van de woning maximaal 600 m³
      woningen die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan een inhoud hebben van meer dan 600 m³, worden geacht te voldoen aan het plan maar mogen niet worden vergroot;
6. Het bijbehorend bouwwerk, behorende bij de bedrijfswoningen, dient aan het volgende te voldoen:
   1. goothoogte, maximaal 3 m;
   2. bouwhoogte, maximaal 5,5 m;
   3. bebouwde, oppervlakte maximaal 45 m^2;
7. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen aan het volgende te voldoen:
   1. de bouwhoogte van antennes mag niet meer bedragen dan 12 m;
   2. antennes mogen niet worden gesitueerd vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan;
   3. antennes dienen te worden gesitueerd op of aan de woning dan wel op een afstand van ten hoogste 15 m van de woning;
   4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag de bouwhoogte maximaal 2 m. bedragen, met uitzondering van lichtmasten, die maximaal 6 m mogen bedragen en erfafscheidingen, voorzover gelegen voor de voorgevel van de bedrijfswoning: deze mogen niet hoger zijn dan 1 m.

4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:

1. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
2. de aard, hoogte en de situering van erfafscheidingen;
3. voorzieningen voor de landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing en ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing, een en ander op basis van een door de aanvrager over te leggen landschappelijk inpassingsplan.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 4 lid 2 sub g

1. teneinde een bouwhoogte van maximaal 15 meter voor lichtmasten toe te staan;
2. mits het woon- en leefklimaat van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast.

4.4.2

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor uitbouwen (erkers, portalen en overkappingen) aan de naar de weg gekeerde zijde van woningen, mits aan het volgende wordt voldaan:

1. de diepte bedraagt niet meer dan 1 meter, met dien verstande van de uitbouw tot de openbare weg minimaal 5 meter bedraagt;
2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 meter;
3. de goothoogte bedraagt niet meer dan 2,5 meter;
4. de breedte van de uitbouw niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel van de woning;
5. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 5 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.5.1

De bedrijfsgebouwen mogen worden gebruikt conform artikel 4 lid 1 onder voorwaarde dat het gebruiksoppervlakte ten behoeve van:

1. de ondersteunende horeca niet meer mag bedragen dan 50 m²;
2. de ondersteunende detailhandel niet meer mag bedragen dan 25 m²;

   

4.5.2

Onder strijdig gebruik als bedoelt in 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen gebruik van de grond en/of opstallen:

1. als opslag-, stort- en /of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
2. voor (detail-)handels- en bedrijfsactiviteiten behoudens voor zover dat bedoeld wordt in artikel 4 lid 1;
3. als volkstuin.

4.5.3

met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 4 lid 5.2 vervatte verbod indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.