Boxtelseweg 23

Artikel 3 Agrarisch met waarden natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.1.1 Algemeen

De voor 'agrarisch met waarden natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. de exploitatie van agrarische en agrarische verwante bedrijven;
2. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' het behoud van archeologische waarden zoals opgenomen in Waarde-Archeologie;
3. behoud en/of herstel van de natuurwaarden;
4. behoud van de waardevolle landschapelementen;  
5. behoud van de cultuurhistorische waarden;
6. extensief recreatief medegebruik;  
7. ontsluitingsvoorzieningen;
8. water;
9. behoud van landschappelijke waarde;

een en ander met bijbehorende voorzieningen.

3.1.2 Nadere detaillering

1. ontsluitingsvoorzieningen
   1. de verkeersfunctie mag uitsluitend ondergeschikt zijn aan de andere functies van deze bestemming;
   2. verharde paden zijn enkel toegestaan op basis van toepassing van het bepaalde in artikel 3 lid 4;
2. extensief recreatief medegebruik
   1. Het gehele gebied mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik;
   2. ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals banken, picknicktafels e.d..

3.2 Bouwregels

1. op de tot agrarisch met waarde natuur bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, omschreven in artikel 3 lid 1.1 en artikel 3 lid 1.2, met dien verstande, dat uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde met uitzondering van sleufsilo's;
2. de maximale bouwhoogte bedraagt 1m.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik als bedoelt in 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen gebruik van de grond en/of opstallen:

1. als opslag-, stort- en /of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
2. voor (detail-)handels- en bedrijfsactiviteiten behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruikt van de grond;
3. als volkstuin;
4. voor het geplaatst houden van kampeermiddelen m.u.v. het bepaalde in artikel 3 lid 3.2.

3.3.2 Kleinschalig kamperen

als passend binnen de bestemming wordt in elk geval aangemerkt het gebruik van gronden voor kleinschalig kamperen - voorzover gelegen binnen een zone van maximaal 100 m vanaf een agrarisch bouwblok of vanaf het bestemmingsvlak 'gemengd' -  mits er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.4.1

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

1. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
2. het amoveren en verharden van paden;
3. het aanbrengen van verhardingen;
4. het aanleggen van landschapselementen (houtgewassen en poelen);
5. het plaatsen van tijdelijke afdekfolies en/of lage tunnels;
6. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verbandhoudende constructies;
7. het graven en dempen van sloten;
8. het vellen en rooien van houtopstanden.

3.4.2

Het onder artikel 3 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan al een vergunning is verleend;
2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan legaal in uitvoering waren;
3. welke betreffen het normale onderhoud.

3.4.3

De in artikel 3 lid 4.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:

1. de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden niet worden aangetast;
2. infiltratie van regenwater in de bodem in de directe omgeving mogelijk blijft (hemelwater mag niet via de riolering worden afgevoerd).