Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Boxtelseweg 23
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0844.BPBoxtelseweg23-VG01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Boxtelseweg 23 van de Gemeente Schijndel;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0844.BPBoxtelseweg23-VG01 met de bijbehorende regels.

1.3 aan huis verbonden beroep

het beoefenen van een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch - of uiterlijke verzorgingsgebied, c.q. een naar aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen activiteit, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of het daarbij behorende bijgebouw, met behoud van de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin, kan worden uitgeoefend;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor:
  • (het huishouden van) een persoon;
  • wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.9 bestaand

ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan aanwezig;

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van kelder en zolder;

1.16 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.17 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.18 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.19 bouwwerk

elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.20 dagrecreatie

het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats in de openlucht en/of in gebouwen, in de vorm van toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan;

1.21 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die dezen goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.22 extensief recreatief medegebruik

Vormen ven extensieve recreatie (zoals wandelen en fietsen) waarvoor geen specifieke inrichting ( m.u.v. bankjes, wegbewijzering e.d.) van het gebied noodzakelijk is, doch in hoofdzaak kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn;

1.23 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.24 gebruiken

gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken;

1.25 grondgebonden agrarische activiteiten

agrarische activiteiten waarbij de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden in de directe omgeving;

1.26 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.27 houtopstand

één, of meer bomen, hakhout, houtwal of beplanting van bosplantsoen;

1.28 kampeermiddel

tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, die kan worden gebruikt als onderkomen voor recreatief dag- en/of nachtverblijf

1.29 kleinschalig kamperen

Een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;

1.30 landschappelijke inpassing

een zodanige vormgeving en inpassing dat deze optimaal is afgestemd op bestaande danwel nog te ontwikkelen ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische landschapswaarden;

1.31 natuurlijke waarden

De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;

1.32 ondergeschikte detailhandel

niet-zelfstandige detailhandel, die uitsluitend wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.33 ondersteunende horeca

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere is dan horeca, waar ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte of een deel van een terrein (mede) wordt ingericht voor het verstekken van drank en etenswaren: indien ondersteunende horeca binnen de bestemming wordt toegestaan, dienen de horeca-activiteiten ten dienste te staan van de hoofdfunctie;

1.34 tijdelijke afdekfolies en/of tunnels

Afdekfolies van lichtdoorlatend materiaal en/of tunnels met een hoogte van maximaal 1,50 m die dienen ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt.
Deze afdekfolies en lage tunnels zijn uitsluitend toegestaan zolang de teelt het vereist. Daarna moeten ze worden verwijderd. De tijdelijke voorzieningen zijn maximaal 7 maanden per jaar toegestaan.

1.35 woning

een complex van besloten ruimten, die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, uitsluitend bestemd is voor de bewoning van één huishouden;

1.36 zijdelingse perceelsgrens

de grens van het bouwperceel niet zijnde de naar de weg gekeerde en de van de weg afgekeerde grens;