direct naar inhoud van Regels
Plan: Bestemmingsplan Rucphen 2012, wijzigingsplan Scherpenbergsebaan ong. te Schijf
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.9000BW015-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het wijzigingsplan 'Bestemmingsplan Rucphen 2012, wijzigingsplan Scherpenbergsebaan ong. te Schijf' met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000BW015-ON01 van de gemeente Rucphen;

Voor het overige zijn de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening', zoals door de gemeenteraad van Rucphen vastgesteld op 29 oktober 2014, overeenkomstig van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn de regels van de bestemmingsplannen:

  • 'Buitengebied Rucphen 2012' zoals door de gemeenteraad van Rucphen vastgesteld op 29 maart 2012;
  • 'Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening' zoals door de gemeenteraad van Rucphen vastgesteld op 11 december 2013;
  • Buitengebied Rucphen 2012, 2e herziening,zoals door de gemeenteraad van Rucphen vastgesteld op 29 oktober 2014;
  • Buitengebied Rucphen 2012, 3 herziening, zoals door de gemeenteraad van Rucphen vastgesteld op 16 december 2015

van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de bestemming 'Groen - Landschapselement' zoals hierna opgenomen wordt toegevoegd.

Artikel 3 Groen - Landschapselement

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding van natuurlijke en/of cultuurhistorisch en/of landschappelijk waardevolle landschapselementen;
  • b. extensief recreatief gebruik;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

bijbehorende wegen, paden en verhardingen.

3.2 Bouwregels

Het is verboden om op deze gronden te bouwen.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Verboden gebruik

Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het gebruik van gronden voor het grazen van dieren.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van beplanting, waaronder bijvoorbeeld houtgewas;
  • b. het vellen van houtgewas wat niet overeenkomt met de duurzame ontwikkeling of instandhouding van de bij de bestemming behorende landschappelijke, natuurlijke of cultuurhistorische waarden;
  • c. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • d. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • f. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • g. het aanbrengen van voorzieningen van geringe omvang ten behoeve van extensieve recreatie;
  • h. het aanbrengen van halfverhardingen.

3.4.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming, als afzetten, knotten, dunnen, waarbij de in 3.4.1 sub a genoemde waarden duurzaam worden veiliggesteld;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;

mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

3.4.3 Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 3.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:

  • a. is aangetoond dat uitoefening van de werken en/of werkzaamheden niet strijdig is met de belangen van de bestemming;
  • b. een deskundigenrapport is overgelegd omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de bestemming niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Bestemmingsplan Rucphen 2012, wijzigingsplan Scherpenbergsebaan ong. te Schijf'.