Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, wijzigingsplan Hoeksestraat ongenummerd tussen 16 en 18 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.9000BW010-DEF1 |
Het bestemmingsplan Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, wijzigingsplan Hoeksestraat ongenummerd tussen 16 en 18 met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000BW010-DEF1 van de gemeente Rucphen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
gebied waarbinnen het grondwater een periode van 25 jaar nodig heeft om de pompputten te bereiken;
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, voor advies inzake volwaardigheid, continuïteit en noodzaak in verband met een agrarisch bedrijf;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt niet begrepen de uitoefening van detailhandel en prostitutie;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huisvesting van één of meer personen, is ondergebracht;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een vlakvormige verzameling van gebouwen;
een kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster;
een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald;
een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf (maximumverblijfsduur zes aaneengesloten nachten) met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis. Hieronder wordt niet verstaan een overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Aanverwante voorzieningen, zoals speeltuintjes, stallingen, detailhandel, horeca en dergelijke zijn niet toegestaan;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsbeoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie in de woning en de bijbehorende bouwwerken kunnen worden uitgeoefend door de hoofdbewoners dan wel eigenaren van de woning en de bijbehorende bouwwerken. Gebruik mag niet leiden tot afbreuk en belemmering van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bebouwing en geen belemmering opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg. De activiteit aan huis mag niet vergunningplichtig of meldingsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer en daarop baseerde AMvB's. Er mag geen buitenopslag of bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning, met uitzondering van in- en uitladen;
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een bij een (bedrijfs)woning bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
gebied rondom een waterwingebied waar zich tussen het maaiveld en het watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken een aaneengesloten slecht doorlaatbare kleilaag bevindt;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een bouwwerk dat is opgenomen in bijlage 2 bij de regels van dit bestemmingsplan en overige gemeentelijke en rijksmonumenten. Bij verbouwing of vervanging van deze bouwwerken dient advies te worden ingewonnen bij een algemeen erkende organisatie op het gebied van cultuurhistorie, zoals stichting Brabantse Heem;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
het niet bedrijfsmatig houden van paarden, zodat er geen sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en niet is gericht op het generen van winst;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten in lijn met de bestemming dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport;
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf dan wel vaste woon- of verblijfplaats;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals waterlopen en watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van watergangen en dergelijke;
een bedrijf gericht op het winnen van water uit het waterwingebied met bijbehorende voorzieningen zoals een retentievijver, een onthardingsinstallatie en kalk-opslag;
gebied waar waterwinning plaatsvindt ten behoeve van de openbare watervoorziening door onttrekking van grondwater;
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de zijgevel van een gebouw;
door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar op te tellen, tenzij in deze regels anders is bepaald;
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en de zijgevel van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt, voor een periode van maximaal van 6 maanden per jaar, of zoveel korter de teelt vereist.
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht:
In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van water - bergbezinkbassin' toe te voegen voor de realisatie een bergbezinkbassin, met dien verstande dat:
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het is verboden om op deze gronden te bouwen.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 4.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 5.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Hoofdgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 voor het oprichten van een paardenbak voor hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 onder c voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 sub d voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.4.2 onder d voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten in de vorm van een bed and breakfast, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze bepaling strekt tot de bescherming van de geluidszone rondom lokale en interlokale wegen.
Voor de geluidsgevoelige bebouwing van de naast wegen gelegen gronden dient in ieder geval een afstand van 15 meter uit de as van de weg in acht te worden genomen, met dien verstande dat deze afstand niet geldt voor gronden gelegen naast wegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – onverharde wegen' en de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – halfverharde wegen'.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.2 voor het toestaan van een kortere afstand tot de weg, met dien verstande dat de verkeersveiligheid blijft gewaarborgd en het geen geluidsgevoelige objecten betreft in het kader van de Wet geluidhinder.
Bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning, met inachtneming van de regels vervat in hoofdstuk 2, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
De in lid 7.3.1 bedoelde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met calamiteiten.
Het is verboden de in de artikel 3 t/m 5 bedoelde gronden en bouwwerken:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde hoog' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van hoge archeologische verwachtingswaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.1.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Het in lid 9.1.2 sub a verbod geldt evenmin wanneer kan worden aangetoond dat de grond zodanig is verstoord en geroerd door werkzaamheden deze niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de verstoring heeft plaatsgevonden.
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 9.1.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat een archeologisch rapport is overlegt, waaruit blijkt dat de archeologische waarden voldoende worden geborgd, door de verstoring niet aanvaardbaar onevenredig worden aangetast of dat er geen sprake is van de aanwezigheid van archeologische waarden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een bebouwingsconcentratie.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'beslotenheid' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van de beslotenheid in het landschap.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.3.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - 25 jaarszone kwetsbaar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 t/m 5) mag alleen ten behoeve van deze aanduiding worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden opgericht.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.4.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.4.4 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.4 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.5.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.5.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een extensiveringsgebied in het kader van de reconstructiewet.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' is het volgende niet toegestaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het radarverstoringsgebied van Vliegbasis Woensdrecht teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 t/m 5) mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van 63 meter en meer.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.7.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Overtreding van het bepaalde in artikel 8 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, wijzigingsplan Hoeksestraat ongenummerd tussen 16 en 18' van de gemeente Rucphen.