direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Rucphen 2020, Bernhardstraat 33-33a te Rucphen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.9000B0058-DEF1

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Aan de Bernhardstraat 31, 33 en 33a in Rucphen zijn drie woningen gesitueerd. In het bestemmingsplan Buitengebied 1998 van de gemeente Rucphen waren deze drie wooneenheden planologisch geregeld. In de hiernavolgende bestemmingsplannen zijn de onherroepelijke rechten voor de Bernhardstraat 33 en 33a niet als twee wooneenheden, maar als een wooneenheid overgenomen. De woonbestemming aan de Bernhardstraat 31 bleef behouden. Daardoor zijn er in het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012 abusievelijk slechts twee woningen bestemd.


Het ligt in de lijn der verwachting dat bij het digitaliseren van de analoge bestemmingsplannen hier een omissie heeft plaatsgevonden. De woonbestemmingen aan de Bernhardstraat 31, 33 en 33a zijn in het bestemmingsplan 2012 aaneengesloten tot één woonbestemmingsvlak met de aanduiding voor twee wooneenheden in plaats van drie. Omdat de locatie geen inhoudelijk onderdeel is van de doorgevoerde aanpassingen in het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2020 is dit zo overgenomen. Er is hierop geen reactie ingediend.


Omdat in werkelijkheid op deze locatie drie woningen zijn gesitueerd moet dit worden hersteld. Met voorliggende herziening wordt planologisch-juridisch verankerd dat er sprake is van drie wooneenheden.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

De drie woningen zijn gelegen aan de Bernhardstraat in het buitengebied van Rucphen. Het plangebied wordt begrensd door de drie percelen van de drie woningen tezamen.

1.3 Geldende ruimtelijke plannen en besluiten

Op de planlocatie vigeert het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2020. Dit bestemmingsplan is op 16 december 2020 vastgesteld door de gemeenteraad van Rucphen. In het bestemmingsplan is één woonbestemming aangewezen met de aanduiding voor maximaal twee wooneenheden (figuur 1.1). Ook geldt in het zuidelijke deel van het plangebied de dubbelbestemming Waarde – Archeologie. Daarnaast gelden op (delen van) deze locatie de gebiedsaanduidingen luchtvaartverkeerzone – 3, milieuzone – boringsvrije zone, overige zone – beperkingen veehouderij, overige zone – openheid, overige zone - waarde archeologie 4 en de vrijwaringszone – obstakelbeheerzone.

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.9000B0058-DEF1_0001.png"

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt een planbeschrijving gegeven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de milieuhygiënische en planologische verantwoording. Hierna wordt in hoofdstuk 4 aandacht besteed aan juridische aspecten. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 de haalbaarheid beschreven.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Voor de planlocatie zijn vanaf 1998 tot en met 2020 meerdere bestemmingsplannen vastgesteld. Bij deze een chronologische opsomming van de gebeurtenissen in het verleden:

  • In het bestemmingsplan Buitengebied 1998 zijn de woningen aan de Bernhardstraat 31, 33 en 33a alle drie afzonderlijk aangemerkt als een woning.
  • In het bestemmingsplan Reparatieplan zijn er geen wijzigingen aangebracht in deze planologische regeling.
  • In het bestemmingsplan Buitengebied 2012 is één woonbestemmingsvlak voor 31, 33 en 33a vastgesteld met de aanduiding van maximaal twee wooneenheden. Er zijn geen inspraaksreacties bekend of zienswijzen ingediend.
  • In het bestemmingsplan Buitengebied 2012, 3e herziening zijn er geen aanpassingen verricht voor dit perceel. Ook op dit bestemmingsplan zijn er geen inspraakreacties bekend of zienswijzen ingediend. Er is geen ambsthalve aanpassing doorgevoerd.
  • In het bestemmingsplan Buitengebied 2020 zijn eveneens geen wijzigingen doorgevoerd voor het perceel.


Uit de uitsnedes van het bestemmingsplan Buitengebied 1998 blijkt dat 33 en 33a destijds als afzonderlijke woningen zijn bestemd. Dit blijkt uit de aanduiding W2-1. Dit betekent dat het een halfvrijstaande woning betreft met een inhoud kleiner dan 500 m³.

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.9000B0058-DEF1_0002.png"


afbeelding "i_NL.IMRO.0840.9000B0058-DEF1_0003.png"

Door een omissie is bij de overgang van het analoge bestemmingsplan naar digitaal voor de woningen Bernhardstraat 31, 33 en 33a één woonbestemming aangewezen met de aanduiding van maximaal twee wooneenheden. Dit is onjuist, aangezien de Bernhardstraat 33 en 33a afzonderlijke woningen zijn.

Om dit planologisch-juridisch te corrigeren wordt een herziening op het bestemmingsplan Buitengebied 2020 doorgevoerd. Hiervoor wordt de aanduiding bij de vigerende woonbestemming gewijzigd van twee wooneenheden naar drie wooneenheden. Daardoor zijn de woningen 31, 33 en 33a planologisch-juridisch verankerd.

Hoofdstuk 3 Milieuhygiënische en planologische verantwoording

Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.

De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. De 3 woningen zijn al jarenlang als zodanig aanwezig en in gebruik. De herziening van het bestemmingsplan is gericht op het op juiste wijze juridisch-technisch verankeren van de 3e woning in het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Juridische plantoelichting

Het bestemmingsplan omvat een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen kunnen niet los van elkaar worden gezien en dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden toegepast. De toelichting heeft op zichzelf geen rechtskracht, maar heeft een belangrijke functie omdat hierin de nagestreefde beleidsdoelen zijn verwoord en er een interpretatie van de regels en verbeelding in is opgenomen.


De systematiek en geldende regels uit het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2020 zijn ongewijzigd één-op-één overgenomen met dien verstande dat op de verbeelding 3 wooneenheden zijn aangegeven. Dit is de enige wijziging ten opzichte van de geldende regeling.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan betreft een juridische-technisch correctie van de bestaande situatie. Ten aanzien van onderhavig bestemmingsplan vinden er dus geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats die leiden tot bouwactiviteiten waarvoor een exploitatieplan opgesteld dient te worden. De kosten voor de actualisatie van het bestemmingsplan zijn gedekt door de gemeentelijke middelen.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven (afhankelijk van de gemeentelijke inspraakverordening). Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan.

Omgevingsdialoog

De gemeenteraad heeft op 19 juni 2019 de Participatie- en Inspraakverordening vastgesteld. De verordening is op 1 juli 2019 in werking getreden. In de verordening zijn regels opgenomen over inspraak en participatie. Een nieuw instrument in de verordening is de omgevingsdialoog. Voor ruimtelijke plannen met ingrijpende effecten voor omwonenden is het goed om de omgeving vroegtijdig te betrekken. Dit wordt de omgevingsdialoog genoemd. De uitkomst van de dialoog kan de initiatiefnemer meenemen bij het verdere proces. Dit kan ervoor zorgen dat betere plannen met meer draagvlak tot stand komen. Het college heeft de 'Richtlijn omgevingsdialoog gemeente Rucphen' vastgesteld met een nadere uitwerking van de omgevingsdialoog.

Het college heeft in de richtlijn vastgesteld dat voor de volgende plannen een omgevingsdialoog nodig is:

  • plannen die niet passen in het bestemmingsplan en waarvoor het bestemmingsplan aangepast moet worden (voor bijvoorbeeld de bouw van een woning, bedrijf, logiesfunctie voor werknemers, winkel of omschakeling van een agrarisch bedrijf);
  • plannen die niet passen in het bestemmingsplan en waarvoor (tijdelijk) afgeweken wordt van het bestemmingsplan (bijlage II, artikel 4, lid 9 en lid 11 van het Bor) (voor bijvoorbeeld de wijziging van een leegstaande winkel naar een woning, grootschalige uitbreiding van een bestaande woning of tijdelijke logiesfunctie voor werknemers).

Omdat er in deze situatie sprake is van een correctie van de feitelijke situatie is het voeren van een omgevingsdialoog niet noodzakelijk geacht.

Vooroverleg en inspraak

Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met het bestuur van het bij het plan betrokken waterschap. Waar nodig plegen zij tevens overleg met de besturen van andere gemeenten en met de diensten van het Rijk en de provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Voorafgaand aan het opstellen van dit bestemmingsplan heeft al overleg plaatsgevonden met de provincie, zij is akkoord met de voorgestelde correctie.

Ter visie legging

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 17 maart 2022 voor 6 weken ter visie gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Vaststelling

Op 28 september 2022 is het bestemmingsplan vastgesteld door de gemeenteraad.