1.1 plan
het bestemmingsplan Heimolendreef 32 te Rucphen met identificatienummer
NL.IMRO.0840.9000B0037-VO01 van de Gemeente Rucphen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende
bijlagen.
1.3 aan- of uitbouw
Een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat
door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het
gebruik van het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding
en geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze
gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aaneengebouwd
blokken van meer dan twee aaneengebouwde hoofdgebouwen;
1.7 aan huis verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid
door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past
en waarbij de woonfunctie blijft behouden;
1.8 aan huis verbonden beroep
een beroep dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in
overwegende mate haar hoofdfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de
woonfunctie in overeenstemming is;
1.9 achtergevel van een gebouw
het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw;
1.10 afgewerkt bouwterrein
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde omringende
grond;
1.11 afwijking
een afwijking als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, onderdeel 1
van de Wabo;
1.12 Awb
de Algemene wet bestuursrecht, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.13 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een
dak;
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van
een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een
standplaats;
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende
vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van
onderbouw en zolder;
1.20 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegestaan;
1.21 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.22 bouwverordening
bouwverordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet;
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct,
hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of overkapping;
1.26 dakopbouw
ondergeschikte opbouw op het dakvlak van een gebouw, ten behoeve van voorzieningen zoals
noodtrappen, luchtbehandeling- en liftinstallaties, balkonhekken, ornamenten, privacyschermen en
reclame-uitingen;
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen,
verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen of huren voor
gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit;
1.28 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals reisbureaus, wasserettes, auto-rijschool en
videotheek;
1.29 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw
en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
1.30 erker
de grondgebonden uitbreiding van één bouwlaag aan de voor- of zijgevel;
1.31 escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij
bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een
seksinrichting) wordt uitgeoefend;
1.32 garage
een gebouw dat bedoeld is voor het stallen van motorvoertuigen;
1.33 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;
1.34 geluidwerende voorziening
voorziening ten behoeve van de wering of reducering van geluid(overlast), zoals een geluidwal en
een geluidscherm;
1.35 gestapeld
een hoofdgebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel
beneden elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid gewaarborgd
is;
1.36 gevellijn
denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak langs de gevel van een gebouw
loopt tot aan de bouwperceelsgrenzen;
1.37 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen, ligging of functie dan wel
gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.38 kap
een constructie van één of meer dakvlakken;
1.39 landschappelijke inpassing
inpassing in het omringende landschap door bij de situering in te spelen op de landschappelijke
kenmerken en/of door het gebruik van beplanting die past bij het landschapstype ter plaatse, om
de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen;
1.40 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve
voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte
detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
1.41 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar een bepaalde
maatvoering geldt;
1.42 mantelzorg
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden
aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening
rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar
overstijgt;
1.43 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers,
gemaalgebouwtjes en telefooncellen;
1.44 omgevingsvergunning
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
1.45 ondergeschikte nevenactiviteit
een activiteit waarvan de omvang zodanig is dat deze, met behoud van de hoofdfunctie, naast de
hoofdfunctie kan worden uitgeoefend;
1.46 opslag
het bewaren van goederen, materialen en stoffen, al dan niet in combinatie met de productie,
bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
1.47 overkapping
een bouwwerk voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden;
1.48 peil
- voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein;
1.49 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen
vergoeding;
1.50 publieke dienstverlening
een met een winkel vergelijkbaar bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan diegene
die deze diensten afnemen voor publiek;
1.51 raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de
aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het
verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.52 seksautomatenhal
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten
filmvoorstellingen en/of live-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden
gegeven;
1.53 seksbioscoop en/of -theater
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door vertoningen van erotische en/of
pornografische aard kunnen worden gegeven;
1.54 seksinrichting
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij
bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische
aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een
prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop,
seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.55 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals die van deze regels onderdeel uitmaakt en is gebaseerd op
de VNG-brochure 2009 Bedrijven en milieuzonering;
1.56 straatprostitutie
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare
weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.57 twee-aaneen
blokken van twee-aaneen gebouwde woningen, waarbij de hoofdgebouwen met elkaar zijn
verbonden.
1.58 verblijfsdoeleinden
gronden waarbij de nadruk ligt op het verblijf van personen in het openbaar gebied en die tevens
een verkeersfunctie hebben voor fietsers en voetgangers;
1.59 voorgevel van een gebouw
het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw;
1.60 voorgevellijn
de gevellijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
1.61 vrijstaand
een hoofdgebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander hoofdgebouw;
1.62 Wabo
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding
van het plan;
1.63 weg
als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde ten tijde van
de inwerkingtreding van het plan;
1.64 Wgh
de Wet geluidhinder, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.65 Wgh-inrichtingen
bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer,
zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.66 Wm
De Wet milieubeheer, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.67 Ww
de Woningwet, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.68 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk
huishouden;
1.69 woonunit
een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten
dienste van het tijdelijke woon-, dag of nachtverblijf van één of meer personen;
1.70 Wro
de Wet ruimtelijke ordening, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.71 zijgevel van een gebouw
een gevel van een hoofdgebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is.