direct naar inhoud van 5.7 Flora en fauna
Plan: Bedrijventerrein Nijverhei 2009, Sprundelseweg ongenummerd tussen 29a en 31
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.7001v0003v001-VO01

5.7 Flora en fauna

Beschermde waarden

In het kader van de planwijziging moeten ontwikkelingen getoetst worden aan de Natuurbeschermingswet 1998 (gebiedsbescherming) en de Flora- en faunawet (soortbescherming).

Voor een beschrijving van het wettelijk kader en de rapportage van de uitgevoerde beoordelingen op het vlak van de gebiedsbescherming en soortbescherming wordt verwezen naar bijlage 3. In deze paragraaf wordt beknopt ingegaan op de belangrijkste bevindingen. Voorts wordt ingegaan op het in de Flora- en faunawet aangegeven principe van "zorgvuldig handelen".

Beoordeling effecten nieuwe ontwikkelingen op beschermde natuurwaarden

Bij de beoordeling van de effecten van nieuwe ontwikkelingen op natuurwaarden wordt de volgende indeling gehanteerd.

  • Functiewijzigingen die in het bestemmingsplan rechtsreeks worden toegestaan. Voor deze ontwikkelingen is in het kader van de planvorming van het bestemmingsplan een beoordeling in het licht van de Flora- en faunawet noodzakelijk en mogelijk dient er een ontheffing ingevolge deze wet te worden aangevraagd.
  • Locaties waar in het bestemmingsplan functiewijzigingen die in het bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt via een procedure ex artikel 11 van de WRO (uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid). Voor deze gebieden kan een beoordeling in het licht van de flora en fauna wet in een later stadium worden uitgevoerd. Bij de toepassing van de betreffende wijzigingsbevoegdheid dient deze beoordeling beschikbaar te zijn. Moge-lijk dient op termijn een ontheffing ingevolge de Flora- en faunawet te worden aangevraagd.
  • Voor de gebieden waar geen planologische wijzigingen aan de orde zijn, is een beoordeling van de mogelijke ontwikkeling in het licht van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk. Afhankelijk van de activiteit (renovatie, vervangende nieuwbouw, sloop- of kapvergunning) dient een beoordeling plaats te vinden en is mogelijk een ontheffing noodzakelijk.

Conclusie

Aangezien het in dit plan gaat om verkoop van motorbrandstoffen aan particulieren mogelijk te maken en de grond niet geroerd wordt is een flora en fauna onderzoek niet noodzakelijk.