direct naar inhoud van 6.2 Bestemmingsregeling
Plan: Nijverhei 2009, Korte Hei 3
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.7001V0006-ON01

6.2 Bestemmingsregeling

6.2.1 Inleidende regels (Hoofdstuk 1)

Artikel 1 Begrippen

Voor de begrippen is gebruikgemaakt van de standaardregels uit de SVBP2008. In dit artikel worden uitsluitend de begrippen gedefinieerd die van het 'normale' spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. De begrippen zijn alfabetisch geordend.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogtematen en andere maten die bij het bouwen in acht moeten worden genomen en op welke wijze deze moeten worden gemeten.

6.2.2 Bestemmingsregels (Hoofdstuk 2)

Artikel 3 Bedrijf

Het bedrijfsperceel is voorzien van de bestemming Bedrijf en de daarbij gehanteerde milieucategorisering. Het bedrijf is in verband met het uitstijgen boven de milieucategorisering van een toegesneden functieaanduiding (sb-4) bevestigd. Daarmee worden de bedrijfsactiviteiten specifiek bestemd, overeenkomstig de bestaande situatie.

Voor de bedrijfsfuncties op het bedrijventerrein is het systeem van de milieuzonering gehanteerd. Per functie wordt een koppeling gelegd met de categorie-indeling van de bij het bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'industrieterrein'. Zowel de aard van de activiteit als de milieucategorie liggen derhalve per locatie vast in het bestemmingsplan.

Het gemeentebestuur acht het echter gewenst dat de bestemmingsregeling op dit punt een zekere flexibiliteit bevat, zodat na de beëindiging van een bedrijfsactiviteit in beginsel andere activiteiten kunnen worden gevestigd. Daartoe zijn enkele afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen.

Via afwijking bij omgevingsvergunning kunnen bedrijven worden toegelaten uit een categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die één categorie hoger zijn dan voor het betreffende perceel geregeld en die naar aard en invloed op de omgeving in de praktijk echter vergelijkbaar zijn met de toegelaten bedrijfsfuncties.

Ingevolge de bestemmingsomschrijving zijn interne wegen (openbaar karakter) toegestaan. Dit biedt ruimte voor aanleg van ontsluitingswegen binnen de bestemming Bedrijf. Voor de bestaande bedrijfswoning is een aanduiding bedrijfswoning opgenomen. Alleen ter plaatse van deze aanduiding is een bedrijfswoning toegestaan.

In de specifieke gebruiksregels is het opslaan van goederen en materialen tot 6 m hoogte toegestaan. Voor goederen buiten het bouwvlak kan worden afgeweken van de regels tot een hoogte van 4 m. In verband met het provinciaal planologisch beleid worden geen bedrijven uit categorie 1 toegestaan.

6.2.3 Algemene regels (Hoofdstuk 3)

Artikel 4 Antidubbeltelregels

Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlakken van eigenaar wisselen.

Artikel 5 Algemene bouwregels

In artikel 5 is de mogelijkheid opgenomen voor burgemeester en wethouders nadere eisen te stellen. De nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gronden in verband met calamiteiten.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksregels is het verboden gronden, gebouwen en bouwwerk, geen gebouwen zijnde, te gebruiken, te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming. Het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie is eveneens uitgesloten.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Voor een aantal, ondergeschikte, afwijkingen van bouwen en/of gebruik ten opzichte van de planregels, kunnen burgemeester en wethouders met dit artikel bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan.

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels

Via de algemene flexibiliteitsregels zijn afwijkingen van de bestemmingen of de bestemmingsgrenzen toelaatbaar te stellen. Overigens geldt ook hier dat deze regels als algemene regel gelden voor alle bestemmingen. Daar waar in de bestemmingsregels een specifieke regeling is getroffen voor het vergroten van bestemmingsvlakken, bouwvlakken, kan geen gebruik worden gemaakt van deze algemene regel.

6.2.4 Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 4)

Artikel 10 Overgangsrecht

De overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Tevens is bepaald dat het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming, kan worden voortgezet.

Deze regels zijn opgenomen in het Bro en zijn op voorgeschreven wijze overgenomen.

Artikel 11 Slotregel

De regels worden als genoemd in dit artikel aangehaald.