direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen
Plan: Bedrijventerrein Nijverhei 2009, Sprundelseweg ongenummerd tussen 29A en 31
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.7001V0003-ON01

Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. uitsluitend de verkoop aan bedrijven en particulieren van motorbrandstoffen met uitzondering van lpg,

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. verhardingen;
  • e. water;

met de daarbijbehorende:

  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. overkappingen/luifel mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. in overige gevallen mogen de bouwhoogte en de oppervlakte niet meer dan respectievelijk 10 m en 3 m2 bedragen.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen voor de situering en afmeting van bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. nadere eisen zijn noodzakelijk ter voorkoming van onevenredige aantasting van aangrenzende gronden;
  • b. nadere eisen zijn noodzakelijk uit het oogpunt van verkeersveiligheid, brandveiligheid of brand- en rampenbestrijding;
  • c. nadere eisen zijn noodzakelijk om te voorzien in de parkeerbehoefte in de vorm van parkeren op eigen terrein of in het voorzien in ruimte voor laden en lossen op eigen terrein;
  • d. nadere eisen zijn noodzakelijk voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 3.2.2onder a, ten behoeve van het bouwen van erf- of terreinafscheidingen tot een hoogte van 3 m, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering dient te worden aangetoond;
  • b. de hogere erf- of terreinafscheiding dient inpasbaar te zijn vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 1 m.