Plan: | Hooghei II |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.2585KO001-VO01 |
Plangebied
De ligging van het plangebied, namelijk op de overgang van de dorpsrand en het landelijke gebied vraagt om zorgvuldigheid. Dorpsranden zijn vaak rafelig, transparant en afwisselend. Al met al zijn het amorfe afrondingen. Eén ding hebben ze gemeen, het dorpse karakter. De bebouwing vormt een vanzelfsprekend onderdeel van het fijnkorrelige dorpssilhouet doordat sprake is van een evenwichtige verhouding tussen massa en ruimte. Afwisseling en uitstraling kunnen de uitstraling van het plangebied verhogen.
Samenvattend wordt het dorps woonmilieu gekenmerkt door de volgende facetten:
Massa van de woning, positie op de kavel, hoogte van de woning, nokrichtingen, architectuur en materiaalgebruik spelen een belangrijke rol in de uitstraling van de bebouwing.
Passend in de pluriformiteit van het dorpskarakter geldt voor de woningen een architectuur waarbij de volgende bebouwingsvereisten gelden:
De inrichting van de openbare ruimte is beeldbepalend en draagt bij aan de gewenste duurzame afronding van de dorpskern. Een zorgvuldige keuze van het profiel en de toegepaste materialisering waarborgen het dorpse kleinschalige karakter en de kwalitatieve overgang naar het landelijk gebied. Hiertoe worden in ieder geval erfafscheidingen aan de straatzijde begeleid door groen op de kavels. De inrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied is toegelicht aan de hand van een profiel (figuur 4.6 en 4.7). Het totale profiel van de woonstraat in het gehele plangebied heeft een breedte van 7,20 meter. De wegverharding bestaat uit een klinkerbestrating met een breedte van 5 meter inclusief molgoten. Aan één zijde van de rijweg ligt een rabatstrook met een breedte van circa 1,55 meter.
Groenvoorziening
Qua groenvoorziening in het openbaar gebied van de nieuwbouwloactie wordt aangesloten bij de uitgangspunten zoals deze zijn meegenomen in de ontwikkeling van Hooghei I.
Figuur 5.6 Opbouw profiel
Wegverharding en inritten
De straten in het plangebied krijgen een eenduidige klinkerbestrating. De woonkavels worden ontsloten middels individuele inritten. De situering is in principe vrij, echter er moet rekening worden gehouden met de standplaats van de verlichtingsarmaturen. Een minimale afstand vanuit de kant verharding tot één van deze objecten is 0,6 meter. De afstand vanuit de inrit tot het object is circa 2,5 meter. De woonstraten en inritten worden bestraat met betonnen roodbruine klinkers in een halfsteens verband en sluiten aan op omringende bestrating. Aansluiting met Hooghei I zal worden gezocht.
Verlichting
De straat wordt verlicht door een uniforme lichtmast en armatuur. De masten worden in de straatstoep (rabatstrook) geplaatst. Het type mast en armatuur sluit aan op de toegepaste verlichting van de aanliggende wijk (uniformiteit in beheer en onderhoud).