Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bebouwde kom ST. Willebrord, Willem Alexanderstraat ongenummerd, tussen nummer 15 en 19
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0840.2584K0004-DEF1

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:
 
  1. plan
    het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan bebouwde kom St. Willebrord, Willem Alexanderstraat ongenummerd, tussen 15 en 19' van de gemeente Rucphen;
  2. bestemmingsplan
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.2584K0004-DEF1 met de bijbehorende regels;
  3. verbeelding
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0840.2584K0004-DEF1;
  4. aanduiding
    een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
  5. aanduidingsgrens
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
  6. aan- of uitbouw
    een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw;
  7. achtergevel van een gebouw
    het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw;
  8. afgewerkt bouwterrein
    de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde omringende grond;
  9. archeologische waarde
    onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
  10. Awb
    de Algemene wet bestuursrecht, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  11. bebouwing
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  12. bebouwingspercentage
    een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
  13. bedrijf
    een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen;
  14. bedrijfsmatig gebruik
    het gebruik van (een gedeelte van) een woning en/of daarbij behorende bebouwing voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid in tegenstelling tot een aan-huis-gebonden-beroep gericht op consumentenverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang zodanig is dat de woonfunctie behouden blijft en waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van het Inrichtingen- en of Vergunningenbesluit milieubeheer geldt;
  15. beroepsmatig gebruik
    het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor een zelfstandig en onder eigen naam uitoefenen van een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied door een daarvoor specifiek opgeleid persoon en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend;
  16. bestaand
    ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  17. bestemmingsgrens
    de grens van een bestemmingsvlak;
  18. bestemmingsvlak
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
  19. bijgebouw
    een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  20. bouwen
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
  21. bouwgrens
    de grens van een bouwvlak;
  22. bouwperceel
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
  23. bouwperceelsgrens
    de grens van een bouwperceel;
  24. bouwvlak
    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
  25. bouwwerk
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
  26. cultuurhistorische waarde
    de in het kader van dit plan aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of gebied;
  27. detailhandel
    het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  28. druiplijn
    onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft, bijvoorbeeld bij een rieten dak;
  29. erf
    een deel van het bouwperceel ten dienste van het gebruik van de aanwezige gebouwen;
  30. erfafscheiding
    de grens van het erf;
  31. escortbedrijf
    de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend;
  32. gebouw
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
  33. gebruiken
    gebruiken, doen gebruiken of laten gebruiken;
  34. gevellijn
    denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelsgrenzen;
  35. hoofdgebouw
    een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
  36. mantelzorg
    alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
  37. milieudeskundige
    een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu;
  38. milieuhygiëne
    het tegengaan van vervuiling van bodem, lucht en water en de schadelijke gevolgen voor de natuur en de menselijke gezondheid;
  39. nutsvoorziening
    voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes en telefooncellen;
  40. ondergeschikte nevenactiviteit
    een activiteit waarvan de omvang zodanig is dat deze, met behoud van de hoofdfunctie, naast de hoofdfunctie kunnen worden uitgeoefend;
  41. overkapping
    een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden;
  42. peil
    voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
    in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwterrein;
  43. seksinrichting
    de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
  44. voorgevel van een gebouw
    het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw;
  45. vrijstaand
    een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
  46. weg
    als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  47. woning
    een gebouw, dat dient voor de huisvesting van personen;
  48. Wro
    de Wet ruimtelijke ordening, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  49. zijgevel van een gebouw
    een gevel van een hoofdgebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is.