Plan: | Sport- en Vrijetijdscentrum 'De Vijfsprong', Baanvelden 22 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.2581S0011-DEF1 |
Realisering uitbreiding indoorschietbaan
De uitbreiding wordt ten noordwesten van de huidige indoorschietbaan gerealiseerd. Ten behoeve van de uitbreiding wordt een smalle reep van het aangrenzende bosperceel gekapt. Het betreft een strook van circa 20 bij 110 meter. Het ten noorden hiervan gelegen bosperceel blijft behouden.
Stedenbouwkundige inpassing
In de omgeving van de indoorschietbaan zijn uiteenlopende gebouwde recreatieve voorzieningen gelegen. Uitbreiding van een bestaande recreatieve voorziening is dan ook passend binnen deze recreatieve context.
Landschappelijke inpassing
De huidige accommodatie is, voor zover het de 50 meter indoorschietbaan betreft, voorzien van een aarden wal, met een hoogte van 4 meter. Deze aarden wal is afgedekt met plastic/grondzeil. De nieuwe 100 meter indoorschietbaan wordt ook voorzien van een aarden wal. Uitgangspunt is deze aarden wal (en de bestaande aarden wal) te beplanten met gras en struiken. Hierdoor wordt de accommodatie landschappelijk beter ingepast in het recreatiegebied en zal de visuele aanblik van het totale complex verbeteren. Ten behoeve van de landschappelijke inpassing van het complex wordt in overleg met de gemeente, een beplantingsplan, dat voorziet in gebiedseigen beplantingen, opgesteld. De beplanting van de aardewal en het algemene beplantingsplan voorzien in de kwaliteitsverbetering van het landschap.
Door de kap van een deel van het bosperceel vinden er beperkte veranderingen in het recreatieve, groenrijke karakter van het gebied plaats. De lengte van het bosperceel tussen manege en schietbaan neemt af van circa 200 meter naar ruim 180 meter.
Het beplantingsplan voorziet in een smalle groenstrook aan de zuid-, west-, en noordzijde van het perceel. Aan de noord- en zuidzijde is een knip- een scheerheg voorzien. In de zuidelijke knip- en scheerheg worden ook enkele bomen geplant. In de westelijke groenstrook worden bomen voorzien. Hierdoor ontstaat een landschappelijke kamer, waarbinnen de schietvereniging is gehuisvest. In verband met de sociale veiligheid kan het gebouw - aan de voorzijde - niet worden voorzien van hoog opgaande beplanting. Het landschapsplan voor de locatie draagt bij aan de kwaliteitsverbetering van het landschap.
Figuur 4.1. Landschappelijke inpassing indoorschietbaan.
Afweging
Het rooien van het groen draagt niet bij aan de afname van recreatieve mogelijkheden in het gebied. Het groenperceel is namelijk niet voorzien van wandel- en of fietspaden en maakt als zodanig geen deel uit van een recreatief netwerk.
Het rooien van het bosperceel draagt beperkt bij aan de afname van de ruimtelijke beleving van het recreatiegebied. De resterende groenbuffer is van voldoende volume. Bovendien wordt een belangrijk deel van het aansluitende bosperceel behouden.
Het rooien van een deel van het bestaande bosperceel is noodzakelijk voor het uitbreiden van de indoorschietbaan. Verplaatsing van de schietbaan naar een andere locatie is niet mogelijk. Bovendien betekent verplaatsing kapitaalvernietiging: de huidige accommodatie is in 1996 gerealiseerd. Verplaatsing naar elders is financieel niet uitvoerbaar.
Daarnaast is ter plaatse sprake van een intensief benut recreatief gebied. Er zijn op korte afstand verschillende recreatieve voorzieningen gebouw: zwembad, manege, (overdekte) skibaan. Er is aldus sprake van een concentratie (bundeling) van recreatieve voorzieningen.
De schietvereniging werkt met munitie en wapens. Het aanbrengen van hoog opgaande beplanting ten behoeve van de inpassing van het complex nabij de ingang van de schietaccommodatie levert sociale veiligheidsrisico's op bij het arriveren en verlaten van de schietaccommodatie. Om deze reden wordt uitsluitend lage beplanting, bijvoorbeeld een lage haag, voorzien.
Conclusie
De volgende conclusies worden getrokken.
Geconcludeerd wordt dat het project op een verantwoorde wijze is ingepast.