direct naar inhoud van 6.3 Bestemmingen en gebruik (hoofdstuk 2)
Plan: Bebouwde kom Rucphen, Jan Vermeerstraat ongenummerd naast 17
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2581K0019-VO01

6.3 Bestemmingen en gebruik (hoofdstuk 2)

De planregels in dit hoofdstuk kennen een vaste indeling:

  • Bestemmingsomschrijving;
  • Bouwregels;
  • Nadere eisen;
  • Afwijken van de bouwregels;
  • Specifieke gebruiksregel;
  • Afwijken van de gebruikersregels;
  • Wijzigingsbevoegdheid.

In de "bestemmingsomschrijving" wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Het bevat een beschrijving van de toegestane functies waarbij op de verbeelding voorkomende combinaties met aanduidingen wordt aangegeven. In de "bouwregels" wordt vermeld welke bebouwing "als recht" mag worden opgericht, ten dienst van de bestemming. Flexibiliteit in het plan wordt ingebouwd door de "afwijken van de bouwregels" en de "afwijken van gebruiksregels". In dit onderdeel wordt aangegeven van welke planregels gemotiveerd afgeweken kan worden. Onder "wijzigingsbevoegdheden" staan regels waarlangs de bestemming van het een bepaald gebied veranderd kan worden in een andere bestemming.

Bestemmingen 

Tuin

De voortuin van de woningen is heeft een aparte bestemming tuin gekregen. Deze is bedoeld voor de voortuin van de woningen en voor verhardingen zoals parkeren en erven. Op deze gronden mogen verder alleen bouwwerken en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

Wonen

De woningen in het plangebied zijn bestemd voor “Wonen”. Indien ondergeschikt aan de functie wonen, mag op dit perceel een aan-huis-gebonden-beroep worden uitgeoefend, conform het beleid van de gemeente Rucphen. Voor zover mogelijk zijn de uitgangspunten van het beeldkwaliteitsplan doorvertaald in de regels.

De bebouwing dient binnen het bebouwingsvlak te worden geconcentreerd. Bijgebouwen mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen".

Burgemeester en wethouders kunnen onder voorwaarden nadere eisen stellen met betrekking tot de situering, de afmetingen, de dakbeëindiging, kapvorm en nokhoogte van de bebouwing. Dit kunnen zij bijvoorbeeld doen als zij van oordeel zijn dat dit noodzakelijk is in verband met de bebouwingskarakteristiek van de omgeving of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Burgemeester en Wethouders zijn tevens bevoegd af te wijken van het bestemmingsplan voor het in gebruik nemen van een bijgebouw ten behoeven van mantelzorg.