direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening 2 Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef - Oss - 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.HZ2moladaoss2011-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Partiële herziening 2 Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef - Oss - 2011 met identificatienummer NL.IMRO.0828.HZ2moladaoss2011-VG01 van de gemeente Oss.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Artikel 2 Relatie met bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef-Oss-2011'

Deze partiële herziening is een gedeeltelijke aanpassing van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef-Oss-2011 voor zover het betreft:

  • a. de geometrisch bepaalde planobjecten in de aangegeven gebieden,
  • b. de regels voor wat betreft de aangegeven wijzigingen en aanvullingen.

De geometrische planobjecten en de regels van dit bestemmingsplan, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23 juni 2011, blijven voor het overige onveranderd gelden.

Hoofdstuk 2 Aanpassing van de regels

Artikel 3 Aanpassing van de regels

  • I. De bestemmingsomschrijving in artikel 5 lid 5.1 van de bestemming 'Bedrijf - 1' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, met dien verstande, dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorieën 1 tot en met 4.2 van de milieuzoneringslijst, met dien verstande dat:
      • bedrijven in de categorieën 1 en 2 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
      • bedrijven in de categorieën 2 en 3.1 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
      • bedrijven in de categorieën 3.1 en 3.2 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
      • bedrijven in de categorieën 3.1, 3.2 en 4.1 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
      • bedrijven in de categorieën 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - farmacie' bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten, zoals in de milieuzoneringslijst bij deze regels opgenomen met SBI code 2110.1 en 2120.1 met dien verstande, dat:
      • onder bedrijfsactiviteiten mede worden verstaan bestaande kantoorfuncties ondergeschikt aan de bedrijfsactiviteit waarbij de kantoorfunctie meer mag bedragen dan 30% van het brutovloeroppervlak en meer dan 1500 m2;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beperking farmacie' alleen bedrijfsactiviteiten en bedrijfsonderdelen zijn toegestaan die als zelfstandig bedrijf of bedrijfsactiviteit genoemd worden in de ter plaatse van toepassing zijnde categorieen van de milieuzoneringslijst en met dien verstande, dat geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen alleen zijn toegestaan ten behoeve van bedrijfsactiviteiten, die toegestaan zijn op grond van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - farmacie';
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - onderzoek en farmacie' bedrijfsactiviteiten en bedrijfsverzamelgebouwen zijn toegestaan op het gebied van:
      • onderzoek op het gebied van natuurwetenschappen en de ontwikkeling van farmaceutische grondstoffen en producten met daarbij behorend en ondergeschikt (praktijk)onderwijs en
      • de vervaardiging van farmaceutische producten zoals in de milieuzoneringslijst bij deze regels is opgenomen met SBI-code 2120.1;
      • ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' aan de bedrijfsactiviteit ondergeschikte kantoren zijn toegestaan met een brutovloeroppervlak van meer dan 1500 m2;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - tapijtfabriek' bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan ten behoeve van het vervaardigen van tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken, zoals in de milieuzoneringslijst bij deze regels is opgenomen met SBI-code 1393;
    • 5. geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn toegestaan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - geluidszoneringsplichtige inrichtingen';
    • 6. risicovolle inrichtingen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting';
    • 7. vuurwerkbedrijven, zelfstandige kantoren en afvalverwerkende industrie zijn uitgesloten;
  • b. bestaande bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. bedrijven in een bedrijfsverzamelgebouw waarbij behalve de toegestane bedrijven, tevens bedrijven zijn toegestaan in categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw';
  • d. gasontvangststation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangststation';
  • e. kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • f. instructielokaal voor bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs';
  • g. buitenopslag, met dien verstande dat buitenopslag uitsluitend is toegestaan achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, met uitzondering voor de gronden welke zijn aangeduid als 'opslag' waar tevens vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens buitenopslag mag plaatsvinden;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. een zendmast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  • j. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

  • II. Aan artikel 5.4 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat als volgt luidt:

5.4. h

van het bepaalde in lid 5.1 a onder 3 en toestaan dat de onderwijsfunctie wordt uitgebreid met dien verstande dat sprake moet zijn van een gezond en veilig verblijfsklimaat voor de leerlingen en de functie geen milieuhygiënische belemmeringen oplevert voor omliggende bedrijven.

III. Aan artikel 32 wordt een nieuw lid 32.3 toegevoegd,dat als volgt luidt:

32.3 Parkeervoorzieningen

32.3.1 Medebestemming voor parkeervoorzieningen

De voor 'Bedrijf - 1' , 'Detailhandel - 1', 'Detailhandel - 2', 'Maatschappelijk', 'Sport' en 'Wonen' aangewezen gronden zijn, voor zover dit niet reeds is aangegeven, tevens bestemd voor parkeervoorzieningen.

32.3.2 Bouwregels voor parkeervoorzieningen

In aanvulling op wat er geregeld is voor de andere voorkomende bestemmingen gelden de volgende regels;

  • a. als de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet het gebouw en moet de andere bebouwing op het betreffende bouwperceel zodanig worden geplaatst of ingericht, dat voor het parkeren of stallen van auto's voldoende ruimte aanwezig is in, op of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het bouwperceel.
  • b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eisen wordt geacht te zijn voldaan:
    • 1. als de afmetingen van bedoelde parkeerruimten minstens 1,80 m bij 5,00 m en niet meer dan 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
    • 2. als de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een auto van een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - minstens 3,50 bij 5,00 m bedragen.
  • c. als de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet het gebouw zodanig worden geplaatst of ingericht, dat in deze behoefte in voldoende mate kan worden voorzien aan, in of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het betreffende bouwperceel.
  • d. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van wat er onder a en c staat, mits op andere wijze in de nodige parkeerruimte respectievelijk ruimte voor het laden en lossen van goederen wordt voorzien.

32.3.3 Beleidsregels voor toepassing normen voldoende parkeervoorzieningen

Van voldoende ruimte voor parkeren of stallen van auto's als bedoeld in lid 32.3.2 sub a is sprake als wordt voldaan aan de door burgemeester en wethouders op 22 augustus 2006 vastgestelde 'parkeernormen voor woonwijken'. Hierbij geldt dat als deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd of vervangen, rekening wordt gehouden met deze wijziging of vervanging.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van wat er onder a staat een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Wat onder a staat, is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Wat onder a staat, is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

  • I. Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening 2 Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef - Oss - 2011'.