direct naar inhoud van Regels
Plan: Zuid-Oss-2010
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.BPzuidoss2010gecon-CO01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Zuid-Oss-2010 van de gemeente

(NB: dit is een geconsolideerde versie, waarin zijn opgenomen:

  • het bestemmingsplan zoals vastgesteld door de gemeenteraad op ...
  • de wijziging van de geluidscontour rond het bedrijventerrein als gevolg van het bestemmingsplan Geluidszone industrielawaai MoLaDa - Oss -2009
  • Wijziging 1 Zuid-Oss-2010
  • Wijziging 2 Zuid-Oss-2010.
  • het vervallen van een gedeelte als gevolg van het bestemmingsplan Wethouder van Eschstraat 3 - Oss - 2011)

1.2 plankaart:

de plankaart van het Bestemmingsplan Zuid-Oss-2010, bestaande uit de kaarten BPzuidoss2010-B1, BPzuidoss2010-B2, BPzuidoss2010-B3, BPzuidoss2010-B4, BPzuidoss2010-L1

1.3 aan huis verbonden beroep:

een beroep dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 achtergevelrooilijn:

de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;

indien er niet sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan;

1.8 afhankelijke woonruimte:

een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.10 bed en breakfast

het bieden van overnachtingaccommodatie in een woonhuis door de hoofdbewoner in de vorm van een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt en/of avondmaaltijd;

1.11 bedrijf/bedrijfsactiviteit:

de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning;

1.12 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit;

1.13 bedrijfswoning/dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.14 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden;

1.15 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.16 bestaande situatie:
  • a. ten aanzien van bebouwing: bebouwing zoals die aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning;
  • b. ten aanzien van gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.18 bestemmingsplan (indien versie digitaal bp leidend is)

het bestemmingsplan Zuid-Oss-2010 van de gemeente;

1.19 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.20 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.21 bijzondere woonruimte:

woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.23 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.24 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.25 bouwmassa:

een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen;

1.26 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.27 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.28 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.29 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.30 carport:

een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's;

1.31 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van)

het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder begrepen: atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, creativiteitscentrum, dansschool, fitness, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speeltuin, sportschool, theater, wellness;

1.32 cultuurhistorische waarde:

De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;

1.33 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.34 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen;

1.35 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.36 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

1.37 functie:

activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

1.38 galerie:

ruimte voor het exposeren en verkopen van kunstobjecten;

1.39 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.40 gebouwd terras:

een uitbouw aan een gebouw in gebruik ten behoeve van een horecavestiging, die uitsluitend dienst doet als zitgelegenheid voor bezoekers van die horecavestiging;

1.41 geluidzoneringplichtige inrichtingen:

inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken en waarvoor op grond van die wet de verplichting geldt tot vaststelling van een geluidszone rond het betrokken terrein;

1.42 gestapelde bebouwing:

bebouwing bestaande uit in één hoofdgebouw boven en naast elkaar gelegen zelfstandige woningen;

1.43 gevellijn:

de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd;

1.44 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

1.45 hoofdfunctie:

een functie waarvoor het hoofdgebouw als belangrijkste functie mag worden gebruikt;

1.46 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.47 horeca categorie 1

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodaties, en waarbij het vertrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is, zoals een hotel of pension;

1.48 horeca categorie 2

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of zaalhuur, zoals een (hotel)restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum;

1.49 horeca categorie 3

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, maaltijdafhaalcentrum, lunchroom en ijssalon;

1.50 horeca categorie 4

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café;

1.51 horeca categorie 5

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen dan wel het uitoefenen van een kans- en behendigheidsspel al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een dancing, discotheek, casino of automatenhal;

1.52 horeca:

een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • a. het verstrekken van voedsel en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse te nuttigen;
  • b. het verstrekken van nachtverblijf;
  • c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  • d. het bieden van gelegenheid tot dansen dan wel het uitoefenen van een kans- en behendigheidsspel.

een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (uitgezonderd een erotisch getinte vermaaksfunctie);

1.53 huishouden:

de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • 1. de inwoning van ten hoogste 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg, en al dan niet met eigen voorzieningen;
  • 2. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder wordt begrepen:
      • een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
      • de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.54 kantoor met baliefunctie:

een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een bank, postkantoor, reisbureau en uitzendbureau;

1.55 kantoor:

een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening;

1.56 kelder:

een geheel of nagenoeg geheel ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk;

1.57 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden;

1.58 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: bibliotheek, gezondheidszorg (incl. apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbare bestuur en dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;

1.59 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.60 milieuzoneringslijst:

de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten, die onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden;

1.61 ondergeschikte detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten, die als hoofdfunctie worden uitgeoefend;

1.62 patiowoning:

een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing;

1.63 peil:
  • a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld;
1.64 productiegebonden detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.65 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.66 risicovolle inrichting:

een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.67 ruimtelijke kwaliteit:

de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte;

1.68 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.69 uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.70 verdieping

de bouwlagen boven de eerste bouwlaag op de begane grond;

1.71 verkoopvloeroppervlakte (vvo):

de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;

1.72 voorgevellijn:

de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;

1.73 vuurwerkbedrijven:

inrichtingen waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;

1.74 werk:

een werk of constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

1.75 wonen

het bewonen van een woning.

1.76 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;

1.77 woongebouw:

een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijk als een eenheid kan worden beschouwd;

1.78 woonhuis:

een gebouw dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;

2.2 bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen;

2.3 bebouwingspercentage:

de oppervlakte, die met gebouwen (carports inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; bij het bepalen van de oppervlakte van een bouwperceel waarop een of meer woningen mogen worden gebouwd, wordt de oppervlakte van de bij de woning behorende bestemming 'Tuin' meegerekend; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald;

2.4 bovenkant spoorstaaf:

de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf;

2.5 breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;

2.6 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.7 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, met dien verstande, dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst;
    • 2. geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven en zelfstandige kantoren zijn uitgesloten;
  • b. verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • c. timmerwerkfabriek uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-timmerwerkfabriek"; lid c is vervallen op grond van Wijiziging 2 Oss-Zuid-2010
  • d. brandweerkazerne uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "brandweerkazerne";
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
3.2.2 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1 mag op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd ten dienste van nutsvoorzieningen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • b. De goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan sub a genoemd, mag niet meer bedragen dan 6 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • c. het bewonen van vrijstaande bijgebouwen.
3.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 3.1 om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. van het bepaalde in lid 3.1 om bedrijven toe te laten die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • c. van het bepaalde in lid 3.1 en toestaan dat gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van de volgende vormen van detailhandel, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het kernwinkelapparaat en de wijkwinkelvoorzieningen:
    • 1. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van kleding, schoenen, voedings- en genotmiddelen;
    • 2. detailhandel in meubelen en woninginrichting;
    • 3. detailhandel bij tankstations anders dan in motorbrandstoffen, tot een maximum van 75 m2 bruto vloeroppervlak.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in dier voege dat de met de aanduiding toegestane functies als bedoeld in artikel 3.1 uit de regels worden verwijderd en de aanduidingen van de plankaart worden gehaald indien vaststaat dat deze toegestane doeleinden zijn of worden beëindigd.

Artikel 4 Detailhandel

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • c. maatschappelijk ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • d. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • e. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • f. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen;

een en ander met dien verstande dat:

  • een supermarkt met een verkoopvloeroppervlak van meer dan 500 m2 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' is toegestaan;
  • ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden uitsluitend voor parkeervoorzieningen en de ontsluiting daarvan zijn bestemd.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen,
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
op gehele bouwperceel met uitzondering van de verdiepingen van een gebouw  
toegestaan op verdiepingen van een gebouw   ontheffing mogelijk  
detailhandel   ja, tot een maximale oppervlakte van 25 m2;; ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" toegestaan binnen het gehele bouwvlak   nee   nee  
horeca   ja, ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie", uitsluitend horeca in de hoogst aangegeven categorie en lager   nee   ja, zie 5.4.  
cultuur en ontspanning   ja   nee   nee  
kantoren   ja   ja, ter plaatse van de aanduiding "kantoor"   ja, zie 5.4.  
dienstverlening   ja   nee   ja, zie 5.4..  
maatschappelijk   ja   nee   ja, zie 5.4.  
wonen   ja   ja   nee  
bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst   ja   nee   ja, zie 5.4.  
parkeervoorzieningen   ja   nee   nee.  

en voorts voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen

een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden uitsluitend voor de functie van parkeervoorzieningen en de ontsluiting daarvan mogen worden gebruikt.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
5.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
5.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2 geldt.
  • c. een ander bebouwingspercentage geldt voorzover dit als zodanig is aangeduid.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
5.4 Ontheffing van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.1 voor de uitoefening van de functies dienstverlening en maatschappelijk op de verdiepingen, mits in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.1 voor de uitoefening van de functie kantoren op de verdiepingen die op grond van het bepaalde in lid 5.1 uitsluitend is toegestaan voorzover dit als zodanig is aangeduid, mits in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de vestiging van horecafuncties die op grond van lid 5.1 slechts zijn toegestaan voorzover dit als zodanig is aangeduid, uitsluitend:
    • 1. in de categorieën 1 tot en met 4
    • 2. op de eerste bouwlaag (begane grond)
    • 3. met de situering aan de straatzijde
    • 4. indien in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen - ter plaatse waar bedrijven zijn toegestaan - ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.1 om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven.
  • e. Burgemeester en wethouders kunnen – ter plaatse waar bedrijven zijn toegestaan - ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.1 om bedrijven toe te laten, die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven.

Artikel 6 Gemengd - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
op gehele bouwperceel met uitzondering van de verdiepingen van een gebouw  
toegestaan op verdiepingen van een gebouw   ontheffing
mogelijk  
detailhandel   ja, ter plaatse van de aanduiding "detailhandel"   nee   nee  
horeca   ja, ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie", uitsluitend horeca in de hoogst aangegeven categorie en lager   ja, ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie", uitsluitend horeca in de hoogst aangegeven categorie en lager   ja, zie 6.4.  
kantoren   ja   ja, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'   ja, zie 6.4.  
dienstverlening   nee   nee   ja, zie 6.4.  
maatschappelijk   ja, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'   ja, ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk'   ja, zie 6.4.  
wonen   ja   ja   nee.  
bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst   ja   nee   ja, zie 6.4  
parkeervoorzieningen   ja   nee   nee  

en voorts voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
6.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
6.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2, geldt;
  • c. een ander bebouwingspercentage geldt voorzover dit als zodanig is aangeduid.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
6.4 Ontheffing van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor de uitoefening van de functie dienstverlening, mits in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor de uitoefening van de functie kantoren op de verdiepingen die op grond van het bepaalde in lid 6.1 uitsluitend is toegestaan voorzover dit als zodanig is aangeduid, mits in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de vestiging van de functie maatschappelijk die op grond van lid 6.1 is toegestaan voorzover dit als zodanig is aangeduid mits in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de vestiging van horecafuncties die op grond van het overzicht bij de bestemmingsomschrijving slechts zijn toegestaan voorzover dit als zodanig is aangeduid, uitsluitend:
    • 1. in de categorieën 1 tot en met 4
    • 2. op de eerste bouwlaag (begane grond)
    • 3. met de situering aan de straatzijde
    • 4. indien in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte.
  • e. Burgemeester en wethouders kunnen - ter plaatse waar bedrijven zijn toegestaan - ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 6.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven.
  • f. Burgemeester en wethouders kunnen - ter plaatse waar bedrijven zijn toegestaan - ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 om bedrijven toe te laten, die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 6.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven.

Artikel 7 Gemengd - 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
op gehele bouwperceel met uitzondering van de verdiepingen van een gebouw  
toegestaan op verdiepingen van een gebouw   ontheffing mogelijk  
sport   ja, ter plaatse van de aanduiding 'sport'   nee   nee  
kantoren   ja   nee   nee  
dienstverlening   ja   nee   nee  
maatschappelijk   ja   nee   nee  
wonen   ja   ja   n.v.t.  
bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst   ja   nee   ja, zie 7.4.  
parkeervoorzieningen   ja   nee    

en voorts voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
7.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
7.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2, geldt.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan: :

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
7.4 Ontheffing van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen - ter plaatse waar bedrijven zijn toegestaan - ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 7.1 om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 7.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen – ter plaatse waar bedrijven zijn toegestaan - ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 7.1 om bedrijven toe te laten, die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 7.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven.

Artikel 8 Gemengd - 4

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
op gehele bouwperceel met uitzondering van de verdiepingen van een gebouw  
toegestaan op verdiepingen van een gebouw   ontheffing
mogelijk  
kantoren   ja   ja   n.v.t.  
wonen   ja   ja   n.v.t.  
parkeervoorzieningen   ja   nee   nee  

en voorts voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
8.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
8.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2, geldt.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 9 Gemengd - 5

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
op gehele bouwperceel met uitzondering van de verdiepingen van een gebouw  
toegestaan op verdiepingen van een gebouw   ontheffing mogelijk  
horeca 2   ja, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie', uitsluitend horeca in de hoogst aangegeven categorie en lager   ja, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie', uitsluitend horeca in de hoogst aangegeven categorie en lager   nee  
cultuur en ontspanning   ja   nee   nee  
maatschappelijk   ja   ja   n.v.t.  
sport   ja   ja   n.v.t.  
parkeervoorzieningen   ja   nee    

en voorts voor de volgende functies:

  • a. bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
9.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
9.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan: :

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplantingen;
  • c. speel- en verblijfsvoorzieningen en kunstobjecten;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. verhardingen anders dan ten behoeve van de functie genoemd onder c, d, en f tot een oppervlakte van ten hoogste 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.2.3 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 mogen op de gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m3
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
10.2.4 Gebouw ten behoeve van jongeren ontmoetingsplek

In afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 mag op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplek' een gebouw worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

  • a. De inhoud van het gebouw mag niet meer bedragen dan 35 m3.
  • b. De bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
  • c. De goothoogte mag niet meer mag bedragen dan 3,5 m.
10.2.5 Gebouw ten behoeve van dierenverblijf

In afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 mag op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen-dierenverblijf' een gebouw worden gebouwd ten dienste van het verblijf van dieren. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 100 m2.
  • b. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • c. De goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
10.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.1 ten behoeve van speelvoorzieningen en kunstobjecten;

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca, met dien verstande, dat:
    indien ter plaatse een aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie' van toepassing is, uitsluitend horeca is toegestaan in de hoogst aangegeven categorie en lager;
  • b. bedrijfswoningen;
  • c. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. In het hoofdgebouw mag één bedrijfswoning worden opgenomen, met dien verstande dat de inhoud van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 600 m3.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
11.2.2 Aan- uit en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 4 m.
11.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • c. het bewonen van vrijstaande bijgebouwen.

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • c. nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen. .
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • c. het bewonen van vrijstaande bijgebouwen.
12.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in dier voege dat de met de aanduiding toegestane functie als bedoeld in artikel 12.1 uit de regels wordt verwijderd en de aanduiding van de plankaart wordt gehaald indien vaststaat dat deze toegestane doeleinden zijn of worden beëindigd.

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied c.q. in de vorm van:
  • bibliotheek
  • gezondheidszorg (incl. apotheek)
  • jeugdopvang
  • kinder- en naschoolse opvang
  • onderwijs
  • openbaar bestuur en dienstverlening
  • religie en levensbeschouwing
  • verenigingsleven
  • welzijnsinstelling
  • zorginstelling
  • b. alsmede onzelfstandige en ondergeschikte dienstverlening, detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
  • c. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bouwaanduiding-luchtbrug' een luchtbrug worden gebouwd, mits de doorgangshoogte ten minste 4 meter bedraagt.
  • c. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
13.2.3 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag 100% bedragen tenzij anders is aangegeven.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • c. het bewonen van vrijstaande bijgebouwen.

Artikel 14 Maatschappelijk - Begraafplaats

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. begraafplaats;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. aan sportvoorzieningen ondergeschikte horeca;
  • c. aan sportvoorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
  • d. alsmede voor maatschappelijk ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk";
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen
  • a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van sportvoorzieningen gelden de volgende regels:
    • 1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
    • 2. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
    • 3. Kelders zijn toegestaan.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De hoogte van verlichtingsarmaturen mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • c. De hoogte van ballanvangers mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
15.2.3 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.

15.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:

  • a. van het bepaalde in 15.2.2 tot verhoging van de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen tot een maximale hoogte van 5 meter;
  • b. van het bepaalde in 15.2.2 tot verhoging van de maximale hoogte van verlichtingsarmaturen tot een maximale hoogte van 25 meter onder voorwaarden dat:
  • 1. de afwijking noodzakelijk is vanuit een oogpunt van doelmatig en efficiënt gebruik van het sportpark;
  • 2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende en naburige gronden en bouwwerken niet onevenredig worden geschaad.
15.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 16 Tuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven die als deel van het bouwperceel horen bij de voor "wonen" bestemde gronden en ter plaatse toegestane andere functies;
  • b. ondergeschikte bebouwing;
  • c. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals terrassen en paden en parkeervoorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen bij de woning behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer bedragen dan 1 m;
    • 2. van erf- en terreinafscheidingen, die een afscheiding vormen van de openbare weg of ander openbaar gebied, niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande, dat laatstgenoemde bouwhoogte op een afstand van meer dan 5 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer dan 1,80 m mag bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag vóór de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer bedragen dan 1 m en overigens niet meer dan 4 m.
16.2.2 Carports

In afwijking van het bepaalde in lid 16.2.1 mogen op deze gronden carports worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

  • a. Carports mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van de woning en op hoeksituaties tenminste 5 m achter de voorgevel.
  • b. De bouwhoogte van carports mag niet meer bedragen dan 3 m.

met dien verstande dat geen carports zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin-geen carports toegestaan'.

16.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan: de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 17 Verkeer

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden, die mede gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. overdekte stalling van motorvoertuigen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speel- en verblijfsvoorzieningen en kunstobjecten;
  • g. terreinen voor markten, standplaatsen en evenementen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, openbaar vervoer en telecommunicatie;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemene bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, maar uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
17.2.2 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 17.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m3.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
17.2.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen alsmede garages

In afwijking van het bepaalde in lid 17.2.1 mogen op de gronden ter plaatse van de aanduidingen 'nutsvoorziening' en 'garages' gebouwen worden gebouwd ten dienste van nutsvoorzieningen respectievelijk de stalling van motorvoertuigen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • b. De goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

Artikel 18 Verkeer - Verblijf

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
  • b. erven, pleinen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. overdekte stalling van motorvoertuigen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speel- en verblijfsvoorzieningen en kunstobjecten;
  • h. terrein voor markten, standplaatsen en evenementen;
  • i. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en openbaar vervoer;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden uitsluitend voor de functie van parkeervoorzieningen en de ontsluiting daarvan mogen worden gebruikt.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemene bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, maar uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
18.2.2 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 18.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m3.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
18.2.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen alsmede garages

In afwijking van het bepaalde in lid 18.2.1 mogen op de gronden ter plaatse van de aanduidingen 'nutsvoorziening' respectievelijk 'garages' gebouwen worden gebouwd ten dienste van nutsvoorzieningen respectievelijk de stalling van motorvoertuigen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • b. De goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

Artikel 19 Verkeer - Railverkeer

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. wegen en straten;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. ongelijkvloerse kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;
  • e. groenvoorzieningen.
19.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, doch uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en andere railverkeersvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
  • c. De bouwhoogte van bouwwerken voor het onderbrengen van voorzieningen van de elektrotechnische systemen ten opzichte van de Bovenkant Spoorstaaf mag niet meer bedragen dan 7 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
19.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:

  • a. van het bepaalde in 19.2 tot een maximale hoogte van 5 meter.

Artikel 20 Water

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.
20.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, doch uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 4 m.

Artikel 21 Wonen - Woongebouwen

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouwen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woongebouwen;
  • b. alsmede voor kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • c. bijbehorende bovengrondse en/of ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
21.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • b. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
21.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
21.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.

21.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. de uitoefening van detailhandel.
21.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 21.1 met dien verstande dat zij kunnen toestaan dat de gebouwen in ondergeschikte mate worden gebruikt voor maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van bewoners van deze gebouwen en van bewoners in de omgeving, mits voorzien kan worden in de extra parkeerbehoefte, die deze voorzieningen met zich brengen.

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in dier voege dat de met een aanduiding toegestane functie als bedoeld in artikel 21.1 uit de regels wordt verwijderd en de aanduiding van de verbeelding wordt gehaald indien vaststaat dat deze toegestane doeleinden zijn of worden beëindigd

Artikel 22 Wonen - Woonhuizen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonhuizen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woonhuizen;
  • b. aan huis verbonden beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 25 m2;
  • c. alsmede voor detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. alsmede voor gezondheidszorg ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg';
  • e. alsmede voor kinderdagverblijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-kinderdagverblijf',
  • f. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
22.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • c. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • d. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
22.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 22.2.2 van toepassing.
22.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2, geldt.
22.2.5 Afwijkende bouwregels voor gebouwen met niet-woonfuncties

In afwijking van het bepaalde in lid 22.2.1, 22.2.2 en 22.2.4 gelden voor het bouwen ten behoeve van de door middel van een aanduiding toegestane andere functies dan wonen de volgende regels:

  • a. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ''maximale goot- en bouwhoogte ' is aangegeven;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan overeenkomt met de oppervlakte, die in de bestaande situatie met gebouwen (carports inbegrepen) is bebouwd ter plaatse van de aanduiding, waarmee de betreffende functie is toegestaan.
22.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
22.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 25 m² en voor de uitoefening van een in een woonomgeving passende ambachtelijke of licht-bedrijfsmatige activiteit, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 4. het een activiteit betreft uit of vergelijkbaar met de categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 5. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 6. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
  • b. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • c. van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van de uitoefening van een bed en breakfast, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en in ieder geval niet meer dan 2 kamers voor overnachtingsmogelijkheid worden gebruikt;
    • 2. geen vrijstaande bijgebouwen hiervoor worden gebruikt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige ontheffing van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en in ieder geval niet groter is dan 80 m2;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
22.4.1 Intrekking ontheffing

Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 22.4 sub d verleende ontheffing in, indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.

22.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in dier voege dat de met een aanduiding toegestane functie als bedoeld in artikel 22.1 uit de regels wordt verwijderd en de aanduiding van de verbeelding wordt gehaald indien vaststaat dat deze toegestane doeleinden zijn of worden beëindigd.

Artikel 23 Wonen - Vrijstaand - 1

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande woonhuizen;
  • b. alsmede voor detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • c. alsmede voor kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • d. alsmede voor bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'; met dien verstande, dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst;
    • 2. geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven en zelfstandige kantoren zijn uitgesloten;
  • e. aan huis verbonden beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 25 m2;
  • f. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
23.2 Bouwregels
23.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Per bouwvlak mag niet meer dan één woonhuis worden gebouwd.
  • c. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
23.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports moeten achter de achtergevelrooilijn van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid 1 mogen aan-en uitbouwen aan één zijde zijdelings aan de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • c. De goothoogte en de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Dakterrassen boven aan-, uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • f. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
23.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 23.2.2 van toepassing.
23.2.4 Bebouwingspercentage

Ten aanzien van het bebouwingspercentage gelden de volgende regels:

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven.

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2, geldt.
23.2.5 Afwijkende bouwregels voor gebouwen met niet-woonfuncties

In afwijking van het bepaalde in lid 23.2.1, 23.2.2 en 23.2.4 gelden voor het bouwen ten behoeve van de door middel van een aanduiding toegestane andere functies dan wonen de volgende regels:

  • a. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ''maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan overeenkomt met de oppervlakte, die in de bestaande situatie met gebouwen (carports inbegrepen) is bebouwd ter plaatse van de aanduiding, waarmee de betreffende functie is toegestaan.
23.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
23.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 23.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 25 m2 en voor de uitoefening van een in een woonomgeving passende ambachtelijke of licht-bedrijfsmatige activiteit, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2 ;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 4. het een activiteit betreft uit of vergelijkbaar met de categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 5. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 6. de activiteit geen sterk publiekaantrekkende werking heeft;
  • b. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • c. van het bepaalde in lid 23.1 ten behoeve van de uitoefening van een bed en breakfast, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en in ieder geval niet meer dan 2 slaapkamers voor in totaal vier personen voor overnachtingsmogelijkheid worden gebruikt;
    • 2. geen vrijstaande bijgebouwen hiervoor worden gebruikt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige ontheffing van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het bepaalde in lid 23.1 om bedrijven toe te laten die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 23.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
23.4.1 Intrekking ontheffing

Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 23.4 sub d verleende ontheffing in, indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.

23.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in dier voege dat de met een aanduiding toegestane functie als bedoeld in 23.1 uit de regels wordt verwijderd en de aanduiding van de verbeelding wordt gehaald indien vaststaat dat deze toegestane doeleinden zijn of worden beëindigd.

Artikel 24 Wonen - Vrijstaand - 2

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande woonhuizen;
  • b. aan huis verbonden beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 25 m;
  • c. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
24.2 Bouwregels
24.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Per bouwvlak mag niet meer dan één woonhuis worden gebouwd.
  • c. In afwijking van het bepaalde in lid b mogen per bouwvlak twee woningen worden gebouwd voorzover dit op de plankaart als zodanig is aangeduid.
  • d. De hoogte van elk willekeurig punt van een gebouw mag niet meer bedragen dan de helft van de afstand van dat punt tot de dichtsbijgelegen perceelsgrens + 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van een gebouw maximaal 8,5 meter mag bedragen.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
24.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports moeten achter de achtergevelrooilijn van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid 1 mogen aan-en uitbouwen aan één zijde zijdelings aan de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • c. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Dakterrassen boven aan-, uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • f. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
24.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 24.2.2 van toepassing.
24.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 30% met dien verstande dat het totaal aan bebouwd oppervlak maximaal 500 m2 mag bedragen en dat het totaal aan bebouwd oppervlak buiten het bouwvlak maximaal 10% van de oppervlak van het bouwperceel met een maximum oppervlak van 200 m2 mag bedragen.

24.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • b. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • d. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
24.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 24.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 25 m2 en voor de uitoefening van een in een woonomgeving passende ambachtelijke of licht-bedrijfsmatige activiteit, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2 ;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 4. het een activiteit betreft uit of vergelijkbaar met de categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 5. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 6. de activiteit geen sterk publiekaantrekkende werking heeft;
  • b. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • c. van het bepaalde in lid 24.1 ten behoeve van de uitoefening van een bed en breakfast, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en in ieder geval niet meer dan 2 slaapkamers voor in totaal vier personen voor overnachtingsmogelijkheid worden gebruikt;
    • 2. geen vrijstaande bijgebouwen hiervoor worden gebruikt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige ontheffing van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
24.4.1 Intrekking ontheffing

Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 24.4 sub d verleende ontheffing in, indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.

Artikel 25 Wonen - Halfvrijstaand

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Halfvrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande en half-vrijstaande woonhuizen;
  • b. aan huis verbonden beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 25 m2;
  • c. alsmede voor gezondheidszorg ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg';
  • d. alsmede voor dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • e. alsmede voor kinderdagverblijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-kinderdagverblijf';
  • f. alsmede voor detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat een supermarkt met een verkoopvloeroppervlak van meer dan 500 m2 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' is toegestaan;
  • g. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
25.2 Bouwregels
25.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan
25.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • c. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • d. Dakterrassen boven aan-, uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • e. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
25.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 25.2.2 van toepassing.
25.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports buiten het bouwlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2, geldt.
25.2.5 Afwijkende bouwregels voor gebouwen met niet-woonfuncties

In afwijking van het bepaalde in lid 25.2.1, 25.2.2 en 25.2.4 gelden voor het bouwen ten behoeve van de door middel van een aanduiding toegestane andere functies dan wonen de volgende regels:

  • a. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ''maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan overeenkomt met de oppervlakte, die in de bestaande situatie met gebouwen (carports inbegrepen) is bebouwd ter plaatse van de aanduiding, waarmee de betreffende functie is toegestaan.
25.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
25.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 25.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 25 m² en voor de uitoefening van een in een woonomgeving passende ambachtelijke of licht-bedrijfsmatige activiteit, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2 ;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 4. het een activiteit betreft uit of vergelijkbaar met de categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 5. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 6. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
  • b. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • c. van het bepaalde in lid 25.1 ten behoeve van de uitoefening van een bed en breakfast, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en in ieder geval niet meer dan 2 slaapkamers voor in totaal vier personen voor overnachtingsmogelijkheid worden gebruikt;
    • 2. geen vrijstaande bijgebouwen hiervoor worden gebruikt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige ontheffing van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
25.4.1 Intrekking ontheffing

Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 25.4 sub d verleende ontheffing in, indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in dier voege dat de met de aanduiding toegestane functie als bedoeld in artikel 25.1 uit de regels wordt verwijderd en de aanduiding van de plankaart wordt gehaald indien vaststaat dat deze toegestane doeleinden zijn of worden beëindigd.

Artikel 26 Wonen - Patio

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Patio' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van patiowoningen;
  • b. aan huis verbonden beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 25 m2;
  • c. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
26.2 Bouwregels
26.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Hoofdgebouwen mogen uit ten hoogste één bouwlaag bestaan;
  • c. Een hoofdgebouw moet zijn voorzien van een binnenplaats of een binnentuin met een oppervlakte van tenminste 20% van de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • d. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit.
  • e. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • f. Kelders zijn toegestaan.
26.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels.

  • a. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • c. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • d. Dakterrassen zijn niet toegestaan.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
26.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 26.2.2 van toepassing.
26.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 26.2.1 sub b en toestaan dat gedeeltelijk een tweede bouwlaag in de vorm van een opbouw wordt gebouwd, mits:

  • a. de opbouw geen afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit en de bouwvorm van de patiowoning;
  • b. de opbouw geen onevenredige afbreuk doet aan de bezonning en privacy van nabijgelegen patiowoningen;
  • c. de oppervlakte van de opbouw niet meer is dan 50% van de oppervlakte van de grootte van het hoofdgebouw.
26.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
26.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 26.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 25 m² en voor de uitoefening van een in een woonomgeving passende ambachtelijke of licht-bedrijfsmatige activiteit, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 4. het een activiteit betreft uit of vergelijkbaar met de categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 5. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 6. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
  • b. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • c. van het bepaalde in lid 26.1 ten behoeve van de uitoefening van een bed en breakfast, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en in ieder geval niet meer dan 2 slaapkamers voor in totaal vier personen voor overnachtingsmogelijkheid worden gebruikt;
    • 2. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte.

Artikel 27 Wonen - Rijen

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Rijen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van aaneengebouwde woonhuizen;
  • b. aan huis verbonden beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 25 m2;
  • c. alsmede voor detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. alsmede voor kapsalon ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening-kapsalon';
  • e. alsmede voor gezondheidszorg ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg';
  • f. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
27.2 Bouwregels
27.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven
  • c. Kelders zijn toegestaan.
27.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 4,5 m bedragen.
  • c. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • d. Dakterrassen zijn niet toegestaan.
  • e. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
27.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 27.2.2 van toepassing.
27.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports niet meer mag bedragen dan 100 m2 .

27.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
27.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 27.1de regels in dit plan ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 25 m² en voor de uitoefening van een in een woonomgeving passende ambachtelijke of licht-bedrijfsmatige activiteit, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 50 m2 ;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 4. het een activiteit betreft uit of vergelijkbaar met de categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 5. geen detailhandel plaatsvindt;
    • 6. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
  • b. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • c. van het bepaalde in lid 27.1 ten behoeve van de uitoefening van een bed en breakfast, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50% gehandhaafd blijft en in ieder geval niet meer dan 2 slaapkamers voor in totaal vier personen voor overnachtingsmogelijkheid worden gebruikt;
    • 2. geen vrijstaande bijgebouwen hiervoor worden gebruikt;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige ontheffing van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en in ieder geval niet groter is dan 80 m2;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
27.4.1 Intrekking ontheffing

Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 27.4 sub d verleende ontheffing in, indien de bij de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de ontheffing pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.

Artikel 28 Leiding - Water

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse watertransportleidingen.

28.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m ten behoeve van ondergrondse watertransportleidingen.

28.3 Aanlegvergunning
28.3.1 Aanlegvergunningsplicht

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de drinkwatervoorziening in gevaar kunnen brengen:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • b. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting en/of bomen;
  • d. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen van maaiveld- of weghoogte;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • f. het permanent opslaan van goederen of afvalstoffen.
28.3.2 Uitzondering

Het onder 28.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en beheer van de leiding betreffen;
  • b. die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering zijn.
28.3.3 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 28.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of drinkwatervoorziening ontstaat of kan ontstaan.

Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 28.3.1 wordt het advies ingewonnen van de beheerder van de leiding.

Artikel 29 Leiding - Gas

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse gastransportleidingen.

29.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m ten behoeve van ondergrondse gastransportleidingen.

29.3 Aanlegvergunning
29.3.1 Aanlegvergunningsplicht

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • c. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting en/of bomen;
  • e. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen van maaiveld- of weghoogte;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
  • g. het permanent opslaan van goederen of afvalstoffen.
29.3.2 Uitzondering

Het onder 29.3.1. vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en beheer van de leiding betreffen;
  • b. die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering zijn.
29.3.3 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 29.3.1.a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.

Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 29.3.1 wordt het advies ingewonnen van de beheerder van de leiding.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 30 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 31 Algemene bouwregels

31.1 Overschrijding van bouwgrenzen door bouwdelen
31.1.1 Direct toegestane overschrijding van bouwgrenzen

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2 mag de bebouwingsgrens en/of de bestemmingsgrens van een bestemming 'Wonen' door bouwdelen worden overschreden. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. Erkers, balkons en luifels van een woonhuis mogen de voorgevelrooilijn met ten hoogste 1,5 m overschrijden, mits:
    • 1. de afstand van een erker tot de openbare weg of ander openbaar gebied niet minder bedraagt dan 2 m;
    • 2. de breedte van de erker, luifel of balkon niet meer bedraagt van 50% van de breedte van de voorgevel;
    • 3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder bedraagt dan 0,5 m, tenzij twee erkers, luifels of balkons direct aan weerszijden van de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd.
  • b. Ingangspartijen, balkons en luifels van woongebouwen mogen de voorgevelrooilijn met ten hoogste 1,5 m overschrijden, mits de afstand tot de openbare weg of ander openbaar gebied niet minder bedraagt dan 2 m;
  • c. Luifels en balkons van andere hoofdgebouwen dan woonhuizen mogen de bouwgrens met ten hoogste 1 m overschrijden, mits de afstand tot de openbare weg of ander openbaar gebied tenminste 2 m bedraagt.
  • d. Ondergeschikte bouwdelen van gebouwen zoals plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen mogen de bouwgrens met ten hoogste 0,5 m overschrijden.
31.1.2 Ontheffing voor overschrijding van bouwgrenzen
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 31.1.1 sub a.2 en toestaan dat de breedte van de erker, luifel of balkon ten hoogste 75% bedraagt van de voorgevel van het woonhuis.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve andere of ruimere overschrijdingen van de bouwgrens en/of een bestemmingsgrens door andere onderdelen van gebouwen dan genoemd in lid 31.1.1, mits:
    • 1. de bouwgrens met niet meer dan 2 meter wordt overschreden;
    • 2. de bouwwerken niet lager worden aangebracht dan 4,20 meter boven een rijbaan en 2,20 meter boven een voetpad en er overigens geen bezwaren bestaan uit het oogpunt van verkeersveiligheid;
    • 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en van het straat- en bebouwingsbeeld.

Artikel 32 Regeling toepasselijkheid bouwverordening

De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  • a. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  • b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 geluidszone - industrie

Op de gronden gelegen binnen de 'geluidszone - industrie' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld en gebouwd wordt met inachteming van die hogere waarde.

33.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsgebied 1" bevoegd het plan te wijzigen door een extra bouwvlak ten behoeve van de bestemming "Wonen-vrijstaand-1" op te nemen en bouwregels hiervoor te bepalen.

nb. Wijzigingsgebied 1 is vervallen op grond van Wijziging 2 Oss-Zuid-2010

33.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsgebied 2" bevoegd het plan te wijzigen door een extra bouwvlak ten behoeve van de bestemming "Wonen-vrijstaand-2" op te nemen en de bouwregels hiervoor te bepalen mits:

  • a. hogere grenswaarden zijn verleend;
  • b. uit onderzoek blijkt dat het risico als gevolg van de nabijgelegen gasleiding verantwoord is;
  • c. sprake is van een goede afscherming ten opzichte van de begraafplaats.

Artikel 34 Algemene ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
  • b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. van de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • e. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
    • 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m;
    • 2. ten behoeve van voor waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m;
    • 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m;
  • f. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    • 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

Artikel 35 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen:

  • a. Door de bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, andere grenslijnen en aanduidingen met ten hoogste 15 m te verschuiven, indien een gewijzigde uitvoering van het plan om ruimtelijke, verkeerskundige of technische redenen gewenst is.
  • b. Door het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie in de tot het plan behorende milieuzoneringslijst c.q. door het onderbrengen van nieuwe of andere bedrijfsactiviteiten, indien de opgenomen vermelding niet meer juist of volledig is.
  • c. Ten behoeve van de bouw van telecommunicatiemasten en daarmee vergelijkbare voorzieningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. wijziging is alleen mogelijk van de bestemmingen 'Bedrijf', 'Groen', 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijf';
    • 2. de hoogte van bouwwerken mag niet meer zijn dan 50 m;
    • 3. de omvang van de wijzigingslocatie mag niet meer zijn dan 25 m2;
    • 4. uit onderzoek moet gebleken zijn, dat plaatsing ter plaatse in het belang van communicatievoorziening noodzakelijk en verantwoord is, waarbij dat onderzoek in ieder geval betrekking moet hebben op:
      • de mogelijkheden van plaatsing van deze voorzieningen op bestaande gebouwen of bouwwerken;
      • de benutting van de mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik door telecommunicatiebedrijven;
      • de inpassing van de mast in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht.

Artikel 36 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 37 Overgangsrecht

37.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
37.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee strijdig is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode van langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Toevoeging op grond van Wijziging 2 Oss-Zuid-2010:

Voor het gebied van Wijziging 2 Oss-Zuid-2010 geldt: In afwijking van het bepaalde in artikel 37.2 onder 1 van het bestemmingsplan 'Zuid-Oss-2010' mag het gebruik van grond en bouwwerken gelegen binnen het gebied waarop de bestemming 'Bedrijf' van toepassing is,en dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en dat hiermee in strijd is, niet worden voortgezet, voor zover het betreft het gebruik als 'timmerwerkfabriek'.

Artikel 38 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Zuid-Oss-2010.

Bijlagen bij de regels

MILIEUZONERINGSLIJST

SBI-2008       OMSCHRIJVING      
-   nummer       CATEGORIE  
10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2  
101   2   - vetsmelterijen   5.2  
101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   4.2  
101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   3.2  
101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   3.1  
101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   3.1  
101, 102   7   - loonslachterijen   3.1  
108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   3.1  
102   0   Visverwerkingsbedrijven:      
102   1   - drogen   5.2  
102   2   - conserveren   4.1  
102   3   - roken   4.2  
102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   4.2  
102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   3.2  
102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   3.1  
1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:      
1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   4.2  
1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   3.1  
1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:      
1032, 1039   1   - jam   3.2  
1032, 1039   2   - groente algemeen   3.2  
1032, 1039   3   - met koolsoorten   3.2  
1032, 1039   4   - met drogerijen   4.2  
1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   4.2  
104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1042   0   Margarinefabrieken:      
1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1051   0   Zuivelprodukten fabrieken:      
1051   1   - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u   5.1  
1051   2   - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u   5.1  
1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   3.2  
1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   4.2  
1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   4.2  
1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2  
1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2  
1061   0   Meelfabrieken:      
1061   1   - p.c. >= 500 t/u   4.2  
1061   2   - p.c. < 500 t/u   4.1  
1061       Grutterswarenfabrieken   4.1  
1062   0   Zetmeelfabrieken:      
1062   1   - p.c. < 10 t/u   4.1  
1062   2   - p.c. >= 10 t/u   4.2  
1091   0   Veevoerfabrieken:      
1091   1   - destructiebedrijven   5.2  
1091   2   - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek   5.2  
1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   4.2  
1091   4   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water   5.2  
1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   4.1  
1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   4.2  
1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   4.1  
1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:      
1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   2  
1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   3.2  
1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   3.2  
1081   0   Suikerfabrieken:      
1081   1   - v.c. < 2.500 t/j   5.1  
1081   2   - v.c. >= 2.500 t/j   5.3  
10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
10821   1   - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²   5.1  
10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2  
10821   3   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   2  
10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   4.2  
10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   3.2  
10821   6   - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²   2  
1073       Deegwarenfabrieken   3.1  
1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:      
1083   1   - koffiebranderijen   5.1  
1083   2   - theepakkerijen   3.2  
108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   4.1  
1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   4.1  
1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   4.1  
1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:      
1089   1   - zonder poederdrogen   3.2  
1089   2   - met poederdrogen   4.2  
1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   4.1  
110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   4.2  
110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:      
110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   4.1  
110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
1102 t/m 1104       Vervaardiging van wijn, cider e.d.   2  
1105       Bierbrouwerijen   4.2  
1106       Mouterijen   4.2  
1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   3.2  
12   -          
12   -   VERWERKING VAN TABAK      
120       Tabakverwerkende industrie   4.1  
13   -          
13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
131       Bewerken en spinnen van textielvezels   3.2  
132   0   Weven van textiel:      
132   1   - aantal weefgetouwen < 50   3.2  
132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   4.2  
133       Textielveredelingsbedrijven   3.1  
139       Vervaardiging van textielwaren   3.1  
1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   4.1  
139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   3.1  
14   -          
14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
141       Vervaardiging kleding van leer   3.1  
141       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   2  
142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1  
19   -          
15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)      
151,152       Lederfabrieken   4.2  
151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   3.1  
152       Schoenenfabrieken   3.1  
    -          
16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
16101       Houtzagerijen   3.2  
16102   0   Houtconserveringsbedrijven:      
16102   1   - met creosootolie   4.1  
16102   2   - met zoutoplossingen   3.1  
1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   3.2  
162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2  
162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   3.1  
162902       Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   2  
17   -          
17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN      
1711       Vervaardiging van pulp   4.1  
1712   0   Papier- en kartonfabrieken:      
1712   1   - p.c. < 3 t/u   3.1  
1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   4.1  
1712   3   - p.c. >= 15 t/u   4.2  
172       Papier- en kartonwarenfabrieken   3.2  
17212   0   Golfkartonfabrieken:      
17212   1   - p.c. < 3 t/u   3.2  
17212   2   - p.c. >= 3 t/u   4.1  
58   -          
58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
581       Uitgeverijen (kantoren)   1  
1811       Drukkerijen van dagbladen   3.2  
1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2  
18129       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   2  
1814   A   Grafische afwerking   1  
1814   B   Binderijen   2  
1813       Grafische reproduktie en zetten   2  
1814       Overige grafische aktiviteiten   2  
182       Reproduktiebedrijven opgenomen media   1  
19   -          
19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN      
191       Cokesfabrieken   5.3  
19201       Aardolieraffinaderijen   6  
19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   3.2  
19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   4.2  
19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   4.2  
201, 212, 244       Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven   6  
20   -          
20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:      
2011   1   - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht   5.2  
2011   2   - overige gassenfabrieken, niet explosief   5.1  
2011   3   - overige gassenfabrieken, explosief   5.1  
2012       Kleur- en verfstoffenfabrieken   4.1  
2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:      
2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
2012   2   - vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   5.2  
20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:      
20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
20141   A2   - vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   5.3  
20141   B0   Methanolfabrieken:      
20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):      
20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   4.2  
20149   2   - p.c. >= 50.000 t/j   5.1  
2015       Kunstmeststoffenfabrieken   5.1  
2016       Kunstharsenfabrieken e.d.   5.2  
202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:      
202   1   - fabricage   5.3  
202   2   - formulering en afvullen   5.1  
203       Verf, lak en vernisfabrieken   4.2  
2110   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:      
2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
2110   2   - p.c. >= 1.000 t/j   5.1  
2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   3.1  
2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   2  
2041       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   4.2  
2042       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   4.2  
2051       Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken   5.3  
2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:      
2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   3.2  
2052   2   - met dierlijke grondstoffen   5.1  
205902       Fotochemische produktenfabrieken   3.2  
205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   3.1  
205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   4.1  
2060       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   4.2  
22   -          
22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF      
221101       Rubberbandenfabrieken   4.2  
221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:      
221102   1   - vloeropp. < 100 m2   3.1  
221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   4.1  
2219       Rubber-artikelenfabrieken   3.2  
222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:      
222   1   - zonder fenolharsen   4.1  
222   2   - met fenolharsen   4.2  
222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   3.1  
23   -          
23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
231   0   Glasfabrieken:      
231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   3.2  
231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   4.2  
231   4   - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j   5.1  
231       Glasbewerkingsbedrijven   3.1  
232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   2  
232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   3.2  
233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   4.1  
233   B   Dakpannenfabrieken   4.1  
2351   0   Cementfabrieken:      
2351   1   - p.c. < 100.000 t/j   5.1  
2351   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.3  
235201   0   Kalkfabrieken:      
235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235201   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
235202   0   Gipsfabrieken:      
235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235202   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
23611   0   Betonwarenfabrieken:      
23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   4.1  
23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   4.2  
23611   3   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d   5.2  
23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:      
23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   3.2  
23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   3.2  
2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:      
2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   3.2  
2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   4.2  
2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:      
2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   3.2  
2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   4.2  
237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   3.2  
237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   3.1  
237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   4.2  
237   4   - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   3.1  
2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:      
2399   A1   - p.c. < 100 t/u   4.2  
2399   A2   - p.c. >= 100 t/u   5.1  
2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):      
2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
2399   B2   - overige isolatiematerialen   4.1  
2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   3.2  
2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   4.1  
2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   4.2  
24   -          
24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN      
241   0   Ruwijzer- en staalfabrieken:      
241   1   - p.c. < 1.000 t/j   5.2  
241   2   - p.c. >= 1.000 t/j   6  
245   0   IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:      
245   1   - p.o. < 2.000 m2   5.1  
245   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.3  
243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:      
243   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
243   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.2  
244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:      
244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
244   A2   - p.c. >= 1.000 t/j   5.2  
244   B0   Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:      
244   B1   - p.o. < 2.000 m2   5.1  
244   B2   - p.o. >= 2.000 m2   5.3  
2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:      
2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2451, 2452   2   - p.c. >= 4.000 t/j   5.1  
2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:      
2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2453, 2454   2   - p.c. >= 4.000 t/j   5.1  
25   -          
25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
251, 331   0   Constructiewerkplaatsen      
251, 331   1   - gesloten gebouw   3.2  
251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   3.1  
251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   4.1  
251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   4.2  
2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:      
2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
2529, 3311   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.1  
2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   4.1  
255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   4.1  
255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2  
255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   3.1  
2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:      
2561, 3311   1   - algemeen   3.2  
2561, 3311   10   - stralen   4.1  
2561, 3311   11   - metaalharden   3.2  
2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   3.2  
2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   3.2  
2561, 3311   3   - thermisch verzinken   3.2  
2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   3.2  
2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   3.2  
2561, 3311   6   - anodiseren, eloxeren   3.2  
2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   3.2  
2561, 3311   8   - emailleren   3.2  
2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   3.2  
2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   3.2  
2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   3.1  
259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:      
259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   4.1  
259, 331   A2   - p.o. >= 2.000 m2   5.1  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   3.2  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   3.1  
27, 28, 33   -          
27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN      
27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:      
27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   3.2  
27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   4.1  
28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
26, 28, 33   -          
26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   2  
26, 27, 33   -          
26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.      
271, 331       Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   4.1  
271, 273       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   4.1  
273       Elektrische draad- en kabelfabrieken   4.1  
272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   3.2  
274       Lampenfabrieken   4.2  
293       Elektrotechnische industrie n.e.g.   2  
2790       Koolelektrodenfabrieken   6  
26, 33   -          
26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.      
261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   3.1  
2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   3.1  
26, 32, 33   -          
26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   2  
29   -          
29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS      
291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven      
291   1   - p.o. < 10.000 m2   4.1  
291   2   - p.o. >= 10.000 m2   4.2  
29201       Carrosseriefabrieken   4.1  
29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   4.1  
293       Auto-onderdelenfabrieken   3.2  
30   -          
30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)      
301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:      
301, 3315   1   - houten schepen   3.1  
301, 3315   2   - kunststof schepen   3.2  
301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   4.1  
301, 3315   4   - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW   5.1  
3831       Scheepssloperijen   5.2  
302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:      
302, 317   1   - algemeen   3.2  
302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
303, 3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:      
303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   4.1  
303, 3316   2   - met proefdraaien motoren   5.3  
309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   3.2  
3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   3.2  
31   -          
31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
310   1   Meubelfabrieken   3.2  
9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   1  
321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   2  
322       Muziekinstrumentenfabrieken   2  
323       Sportartikelenfabrieken   3.1  
324       Speelgoedartikelenfabrieken   3.1  
32991       Sociale werkvoorziening   2  
32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1  
38   -          
38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING      
383201       Metaal- en autoschredders   5.1  
383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:      
383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   4.2  
383202   A2   - v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   4.2  
383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   4.2  
35   -          
35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
35   A0   Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)      
35   A1   - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth   5.2  
35   A2   - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth   5.1  
35   A3   - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in   5.1  
35   A4   - kerncentrales met koeltorens   6  
35   A5   - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth   5.1  
35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:      
35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   3.2  
35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   3.2  
35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
35   C1   - < 10 MVA   2  
35   C2   - 10 - 100 MVA   3.1  
35   C3   - 100 - 200 MVA   3.2  
35   C4   - 200 - 1000 MVA   4.2  
35   C5   - >= 1000 MVA   5.1  
35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   4.2  
35   D2   - gascompressorstations vermogen >= 100 MW   5.1  
35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   1  
35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   2  
35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   3.1  
35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
35   E1   - stadsverwarming   3.2  
35   E2   - blokverwarming   2  
35   F0   windmolens:      
35   F1   - wiekdiameter 20 m   3.2  
35   F2   - wiekdiameter 30 m   4.1  
35   F3   - wiekdiameter 50 m   4.2  
36   -          
36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:      
36   A1   - met chloorgas   5.3  
36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling   3.1  
36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
36   B1   - < 1 MW   2  
36   B2   - 1 - 15 MW   3.2  
36   B3   - >= 15 MW   4.2  
41, 42, 43   -          
41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.2  
41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   3.1  
41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   3.1  
41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   2  
45, 47   -          
45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
451, 452, 454       Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   2  
451       Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)   3.2  
45204   A   Autoplaatwerkerijen   3.2  
45204   B   Autobeklederijen   1  
45204   C   Autospuitinrichtingen   3.1  
45205       Autowasserijen   2  
453       Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   2  
473   0   Benzineservisestations:      
473   1   - met LPG > 1000 m3/jr   4.1  
473   2   - met LPG < 1000 m3/jr   3.1  
473   3   - zonder LPG   2  
46   -          
46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
461       Handelsbemiddeling (kantoren)   1  
4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   3.1  
4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   4.2  
4622       Grth in bloemen en planten   2  
4623       Grth in levende dieren   3.2  
4624       Grth in huiden, vellen en leder   3.1  
46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   3.1  
4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   3.1  
4634       Grth in dranken   2  
4635       Grth in tabaksprodukten   2  
4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   2  
4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   2  
4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   2  
464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   2  
46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   2  
46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   3.1  
46499   3   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk)   5.1  
46499   4   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton   5.3  
46499   5   - munitie   2  
46711   0   Grth in vaste brandstoffen:      
46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   3.1  
46711   2   - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2   5.1  
46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:      
46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   4.1  
46712   2   - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3   5.1  
46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   4.2  
46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   3.2  
46721   0   Grth in metaalertsen:      
46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   4.2  
46721   2   - opslag opp. >= 2.000 m2   5.2  
46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   3.2  
4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   3.1  
4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   2  
46735   4   zand en grind:      
46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   3.2  
46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   2  
4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.1  
4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   2  
46751       Grth in chemische produkten   3.2  
46752       Grth in kunstmeststoffen   2  
4676       Grth in overige intermediaire goederen   2  
4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   3.1  
4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   3.1  
466   0   Grth in machines en apparaten:      
466   1   - machines voor de bouwnijverheid   3.2  
466   2   - overige   3.1  
466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   2  
47   -          
47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   1  
471       Supermarkten, warenhuizen   1  
4722, 4723       Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   1  
4724       Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   1  
4773, 4774       Apotheken en drogisterijen   1  
4752       Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten   2  
4778       Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   1  
4791       Postorderbedrijven   3.1  
952       Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   1  
55   -          
55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING      
5510       Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra   1  
553, 552       Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken)   3.1  
561       Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d.   1  
563   1   Café's, bars   1  
563   2   Discotheken, muziekcafé's   2  
5629       Kantines   1  
562       Cateringbedrijven   2  
49   -          
49   -   VERVOER OVER LAND      
491, 492   0   Spoorwegen:      
491, 492   1   - stations   3.2  
491, 492   2   - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel)   4.2  
493       Bus-, tram- en metrostations en -remises   3.2  
493       Taxibedrijven   2  
493       Touringcarbedrijven   3.2  
494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   3.2  
494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   3.1  
495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   2  
50, 51   -          
50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   1  
52   -          
52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:      
52241   1   - containers   5.1  
52241   2   - stukgoederen   4.2  
52241   3   - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2   5.3  
52241   4   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u   5.1  
52241   5   - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2   5.2  
52241   6   - olie, LPG, e.d.   5.3  
52241   7   - tankercleaning   4.2  
52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:      
52242   1   - containers   4.2  
52242   10   - tankercleaning   4.2  
52242   2   - stukgoederen   3.2  
52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   4.2  
52242   4   - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m²   5.2  
52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   4.2  
52242   6   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u   5.1  
52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   4.2  
52242   8   - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2   5.1  
52242   9   - olie, LPG, e.d.   5.2  
52102, 52109   A   Distributiecentra, pak- en koelhuizen   3.1  
52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   2  
5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   2  
5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   3.2  
5222       Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   1  
5223   A   Luchthavens   6  
5223   B   Helikopterlandplaatsen   5.1  
791       Reisorganisaties   1  
5229       Expediteurs, cargadoors (kantoren)   1  
64   -          
53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
531, 532       Post- en koeriersdiensten   2  
61   A   Telecommunicatiebedrijven   1  
61   B0   zendinstallaties:      
61   B1   - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)   3.2  
61   B2   - FM en TV   1  
61   B3   - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)   1  
64, 65, 66   -          
64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   1  
41, 68   -          
41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   1  
77   -          
77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
7711       Personenautoverhuurbedrijven   2  
7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1  
773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1  
772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   2  
62   -          
62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1  
58, 63   B   Datacentra   2  
72   -          
72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
721       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2  
722       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   1  
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -          
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   1  
812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   3.1  
74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   2  
82991       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   4.1  
82992       Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   1  
84   -          
84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   1  
8422       Defensie-inrichtingen   4.1  
8425       Brandweerkazernes   3.1  
85   -          
85   -   ONDERWIJS      
852, 8531       Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   2  
8532, 854, 855       Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   2  
86   -          
86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8610       Ziekenhuizen   2  
8621, 8622, 8623       Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   1  
8691, 8692       Consultatiebureaus   1  
871   1   Verpleeghuizen   2  
8891   2   Kinderopvang   2  
37, 38, 39   -          
37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING      
3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:      
3700   A1   - < 100.000 i.e.   4.1  
3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   4.2  
3700   A3   - >= 300.000 i.e.   5.1  
3700   B   rioolgemalen   2  
381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   3.1  
381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   3.1  
381   C   Vuiloverslagstations   4.2  
382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:      
382   A1   - mestverwerking/korrelfabrieken   5.1  
382   A2   - kabelbranderijen   3.2  
382   A3   - verwerking radio-actief afval   6  
382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   3.1  
382   A5   - oplosmiddelterugwinning   3.2  
382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   4.2  
382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   2  
382   B   Vuilstortplaatsen   4.2  
382   C0   Composteerbedrijven:      
382   C1   - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr   4.2  
382   C2   - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr   5.2  
382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   3.2  
382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   4.1  
382   C5   - GFT in gesloten gebouw   4.1  
94   -          
94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
941, 942       Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   1  
9491       Kerkgebouwen e.d.   2  
94991   A   Buurt- en clubhuizen   2  
94991   B   Hondendressuurterreinen   3.1  
59   -          
59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
591, 592, 601, 602       Studio's (film, TV, radio, geluid)   2  
5914       Bioscopen   2  
9004       Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   2  
9321       Recreatiecentra, vaste kermis e.d.   4.2  
8552       Muziek- en balletscholen   2  
85521       Dansscholen   2  
9101, 9102       Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   1  
91041       Dierentuinen   3.2  
91041       Kinderboerderijen   2  
931   0   Zwembaden:      
931   1   - overdekt   3.1  
931   2   - niet overdekt   4.1  
931   A   Sporthallen   3.1  
931   B   Bowlingcentra   2  
931   C   Overdekte kunstijsbanen   3.2  
931   D   Stadions en open-lucht-ijsbanen   4.2  
931   E   Maneges   3.1  
931   F   Tennisbanen (met verlichting)   3.1  
931   G   Veldsportcomplex (met verlichting)   3.1  
931   H   Golfbanen   1  
931   I   Kunstskibanen   3.1  
931   0   Schietinrichtingen:      
931   1   - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen   4.1  
931   10   - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen   5.3  
931   11   - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen   2  
931   2   - binnenbanen: boogbanen   1  
931   3   - vrije buitenbanen: kleiduiven   4.2  
931   4   - vrije buitenbanen: schietbomen   6  
931   5   - vrije buitenbanen: geweerbanen   6  
931   6   - vrije buitenbanen: pistoolbanen   6  
931   7   - vrije buitenbanen: boogbanen   4.1  
931   8   - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen   5.1  
931   9   - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen   6  
931   A   Skelter- en kartbanen, in een hal   3.1  
931   B   Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik   5.1  
931   C   Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik   5.3  
931   D   Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik   5.2  
931   E   Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik   6  
931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   2  
932   G   Jachthavens met diverse voorzieningen   3.1  
9200       Casino's   2  
92009       Amusementshallen   2  
93299       Modelvliegtuig-velden   4.2  
93   -          
96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   3.1  
96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   3.1  
96012       Chemische wasserijen en ververijen   2  
96013   A   Wasverzendinrichtingen   2  
96013   B   Wasserettes, wassalons   1  
9602       Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   1  
9603   0   Begrafenisondernemingen:      
9603   1   - uitvaartcentra   1  
96031   2   - begraafplaatsen   1  
96032   3   - crematoria   3.2  
9313, 9604       Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   2  
9609   A   Dierenasiels en -pensions   3.2  
9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   1