Plan: | Spaanderstraat naast 208, Berghem |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0828.BPspaanderstr2022-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Spaanderstraat naast 208, Berghem met identificatienummer NL.IMRO.0828.BPspaanderstr2022-VG01 van de gemeente Oss.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPspaanderstr2022-VG01 met de bijbehorende regels.
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
gebouwen en bouwwerken die geen gebouw zijn.
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis of bijbehorende aan- of uitbouw of bijgebouw en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.
de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.
de bouwlaag op de begane grond.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd.
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend in de vorm van het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk, kinderopvang daaronder mede begrepen.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:
een praktijk of bedrijf, uitgeoefend door één beroepsuitoefenaar al dan niet administratief of anderszins ondersteund door niet meer dan een ander persoon.
een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.
een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.
de lijst, behorend bij deze regels, waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.
de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.
beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing behoeven, zoals caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.
het bewonen van een woning.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een gebouw, dat één grondgebonden woning omvat.
een vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.
de oppervlakte die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over ten minste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
het gedeelte van een bouwwerk dat gelegen is boven peil, tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk dat geen gebouw is met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van het woonschip, de woon-/werkark respectievelijk het drijvende gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3.2 voor de bouwwerken die genoemd zijn in onderstaande tabel, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond, en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de onderstaande tabel, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Het bouwen van een ooievaarsnest | Artikel 3.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 m |
Het bouwen van gebouwen, zoals schuilgelegenheden voor vee | Artikel 3.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte niet meer bedragen dan 15 m² - de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet minstens 1 ha bedragen - het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein |
Het bouwen van gebouwen voor bijenstallen | Artikel 3.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m² |
Het bouwen van gebouwen voor onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen | Artikel 3.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m² - de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet minstens 1 ha bedragen - het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein |
Het bouwen van een windmolen voor regulering van de waterstand buiten het bouwvlak | Artikel 3.2 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m |
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen.
Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen die genoemd zijn in artikel 4.1.
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2 voor de bouwwerken die genoemd zijn in onderstaande tabel, onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond, en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de onderstaande tabel, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Activiteit | Basisregel | Voorwaarden |
Het bouwen van een ooievaarsnest | Artikel 4.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 m |
Het bouwen van gebouwen, zoals schuilgelegenheden voor vee | Artikel 4.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m - de goothoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte niet meer bedragen dan 15 m² - de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet minstens 1 ha bedragen - het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein |
Het bouwen van gebouwen voor bijenstallen | Artikel 4.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m² |
Het bouwen van gebouwen voor onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen | Artikel 4.2 | - de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m² - de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet minstens 1 ha bedragen - het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein |
Het bouwen van een windmolen voor regulering van de waterstand buiten het bouwvlak | Artikel 4.2 | - de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen die genoemd zijn in artikel 5.1.
5.2.2 Bouwwerken die geen gebouw zijn
Op deze gronden mogen uitsluitend bij de woning behorende bouwwerken die geen gebouw zijn, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen carports worden gebouwd. Hiervoor gelden in voorkomend geval in afwijking van artikel 5.2.2 de volgende regels.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen als genoemd in artikel 6.1.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
In afwijking van wat er in lid 6.2.3 staat mogen bijbehorende bouwwerken ook worden gebouwd in het gebied tussen 1 en 5 m achter de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
Voor het bouwen van bouwwerken die geen bijbehorend bouwwerk zijn, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwperceel | Bebouwingspercentage |
bouwperceel tot en met 300 m2 | 55% |
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2 | 55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte |
bouwperceel van 401 m2 en groter | 50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte |
Daarbij geldt dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 150 m², met inbegrip van bijbehorende bouwwerken op de bij het bouwperceel behorende gronden met de bestemming ‘Tuin'.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken:
De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.
Het is, zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald, verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken die geen bouwwerk zijn en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld:
Het verbod in artikel 7.2.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse bouwwerken, geen gebouwen zijnde alsmede ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde gelden geen nadere beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties of met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat:
De voor:
aangewezen gronden zijn, voor zover dit niet reeds is aangegeven, tevens bestemd voor parkeervoorzieningen.
In aanvulling op wat er geregeld is voor de andere voorkomende bestemmingen gelden de volgende regels;
Van voldoende ruimte voor parkeren of stallen van auto's als bedoeld in lid 9.4.2 sub a is sprake als wordt voldaan aan de door burgemeester en wethouders op 13 december 2016 vastgestelde 'parkeernormen 2017 gemeente Oss’, zoals is opgenomen in bijlage 2. Hierbij geldt dat als deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd of vervangen, rekening wordt gehouden met deze wijziging of vervanging.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning om af te wijken van de in lid 1 opgenomen regels kan slecht worden verleend, mits:
In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - inrichtingsplan’ het volgende:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Deze regels worden aangehaald als:
‘Regels van het bestemmingsplan Spaanderstraat naast 208, Berghem’