direct naar inhoud van Regels
Plan: Kraaijeven 2a - Geffen - 2017
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.BPkraaijeven2agff-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 aan-huis-gebonden activiteit:

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.2 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 achtergevel:

de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het gebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan. In hoeksituaties is sprake van slechts één achtergevel, waarbij de oriëntering van de woning bepalend is.

1.6 afhankelijke woonruimte:

een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.7 agrarisch bedrijf:

inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een paardenhouderij, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.

1.8 agrarisch verwant bedrijf:

een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruikt gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.

1.9 agrarisch-technisch hulpbedrijf:

een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking en bedrijven die uitsluitend administratieve werkzaamheden verrichten en/of administratieve dienstverlening aanbieden.

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken die geen gebouw zijn.

1.11 bed en breakfast:

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis en/of bijbehorende aan- of uitbouw en/of aangebouwd bijgebouw, en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.

1.12 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit met uitzondering van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de woning.

1.13 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.14 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.15 bestaand:
  • a. voor bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
  • b. voor gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat legaal aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.16 bestaande ammoniakemissie:

de einduitkomst van de vermenigvuldiging van het bestaande aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, met de emissiefactoren van het bestaande stalsysteem, waarbij geldt:

  • a. bestaand stalsysteem: het stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan;
  • b. bestaande aantal dierplaatsen: het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan;
  • c. bestaande diersoorten: de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd.
1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPkraaijeven2agff-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.19 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.

1.20 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.21 bouwen:

het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.22 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.23 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.24 bouwmassa:

een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.

1.25 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.26 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.27 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken die geen gebouw zijn, zijn toegelaten. Geometrisch bepaalde bouwvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' gelden als één bouwvlak.

1.28 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:

een bouwwerk dat dient als tijdelijk verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben, inclusief aan- en uitbouwen.

1.29 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.30 centrale recreatieve voorzieningen:

voorzieningen voor een recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een kantine, opslag, sanitaire voorzieningen of een ontvangstkantoor.

1.31 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van):

het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder begrepen: atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, fitnesscentrum, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speeltuin, sportschool, theater, wellnesscentrum.

1.32 cultuurhistorische waarde:

De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

1.33 daghoreca

horecavoorziening die gericht is op het verstrekken van eenvoudige maaltijden, etenswaren als broodjes, hapjes, snacks en dranken gedurende de dagperiode tot uiterlijk 19 uur en daarmee een bijdrage levert aan de exploitatie van de voorziening waarvan zij onderdeel uitmaakt en wat betreft openingstijden op aansluit

1.34 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.35 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.

1.36 dove gevel:

een gevel die voldoet aan de voorwaarden uit artikel 1b vierde lid van de Wet geluidhinder.

1.37 duurzame locatie:

een bestaand bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieuoogpunt als vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord is dat bouwvlak te laten doorgroeien.

1.38 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.39 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.40 extensieve dagrecreatie:

recreatief medegebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar de aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.41 functie:

activiteiten waarvoor gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.42 galerie:

ruimte voor het exposeren en verkopen van kunstobjecten.

1.43 garagebedrijf:

een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen zonder de verkoop van motorbrandstoffen.

1.44 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.45 gevellijn:

de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd.

1.46 glastuinbouw:

een (niet-grondgebonden) agrarisch bedrijf waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen.

1.47 groepsmatige activiteit:

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend in de vorm van het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan drie of meer personen tegelijk, kinderopvang daaronder mede begrepen.

1.48 grondgebonden veehouderij:

een veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie.

1.49 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.50 GVE (groot vee-eenheid)

eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe.

1.51 hobbymatig agrarisch grondgebruik:

het gebruik van grond voor agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd, met uitzondering van volkstuinen.

1.52 hoofdgebouw:

een gebouw dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.53 huishouden:

de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste twee verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
  • b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
    • 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
    • 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.54 individuele praktijk c.q. eenmansbedrijf:

een praktijk of bedrijf, uitgeoefend door één beroepsuitoefenaar, al dan niet administratief of anderszins ondersteund door ten hoogste één andere persoon.

1.55 kampeermiddel:

tent, tentwagen, kampeerauto of toercaravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.56 kampeerterrein:

een terrein, speciaal ingericht om in een kampeermiddel te overnachten.

1.57 kantoor:

een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.

1.58 kas:

agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter.

1.59 kelder:

een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.

1.60 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.61 landschappelijke waarde/landschapswaarde:

de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht.

1.62 lawaaisport:

voorziening voor sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, de motorsport, waterskiën en de modelvliegsport.

1.63 lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten:

de lijst, behorend bij deze regels (bijlage 3), waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.

1.64 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: asielzoekerscentrum, bibliotheek, drugsopvang, gezondheidszorg (incl. apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.65 manege:

een bedrijf dat is gericht op het geven van paardensportinstructie en/of het geven van gelegenheid aan derden tot het recreatief dan wel sportief paardrijden, al dan niet in combinatie met een paardenpension.

1.66 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.67 mestbewerking:

de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.

1.68 milieuzoneringslijst:

de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 Bedrijvenlijst onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.

1.69 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen.

1.70 ondergeschikte detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.

1.71 overig agrarisch bedrijf:

agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, vollegrondsteeltbedrijf, paardenhouderij of glastuinbouwbedrijf valt.

1.72 paardenbak:

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het laten loslopen van paarden en/of pony's dan wel het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen.

1.73 paardenhouderij:

een agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken, opfokken, beleren en/of trainen van paarden.

1.74 peil:
  • a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.
1.75 permanente bewoning:

bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.

1.76 plan:

het bestemmingsplan 'Kraaijeven 2a - Geffen - 2017' van de gemeente Oss.

1.77 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.78 reëel agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf dat het jaar rond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één halve volledige arbeidskracht.

1.79 risicovolle inrichting:

een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.80 ruimtelijke kwaliteit:

de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.

1.81 schuilgelegenheid:

een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden.

1.82 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.83 stacaravan:

een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat mede, gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.

1.84 statische opslag:

opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing nodig hebben, zoals caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.

1.85 SVC:

standaard verdiencapaciteit. De SVC van een bedrijf wordt berekend door de Standaardopbrengst van vastgestelde SO-groepen te vermenigvuldigen met de Verdiencoëfficiënt van die SO-groep, een en ander met gebruikmaking van de rekenmodule van Wagingen ur/LEI en met van de normen zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.

1.86 teeltbedrijf/vollegrondsteeltbedrijf:

een agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.

1.87 teeltondersteunende voorziening:

voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om één of meer van de volgende doelen na te streven:

  • a. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  • b. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
  • c. bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water).

Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoeken, boomteelthekken, hagelnetten, insectengazen, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten.

Knalapparatuur wordt niet aangemerkt als teeltondersteunende voorziening.

1.88 tijdelijke teeltondersteunende voorziening:

teeltondersteunende voorziening die zo lang de teelt het vereist aanwezig is, met een maximum van acht maanden per jaar.

1.89 toercaravan:

een caravan of soortgelijk onderkomen dat mede, gelet op de afmetingen, bestemd en/of geschikt is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.

1.90 tuincentrum met beperkt assortiment:

detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waar uitsluitend de volgende artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen te koop worden aangeboden:

  • a. tuinhuisjes
  • b. carports
  • c. blokhutten
  • d. dierenverblijven
  • e. speeltoestellen
  • f. schuttingen
  • g. pergola's
  • h. grensafscheidigen
  • i. trampolines
  • j. tuin- en/of straatmeubilair
  • k. zwembaden
  • l. sauna's
  • m. whirlpools
  • n. barbecues
  • o. potten en bloembakken
  • p. tuinverlichting
  • q. lantaarns
  • r. brievenbussen
  • s. bestratingsmaterialen
  • t. alle soorten tuingrond, zand, grind en verpakte meststoffen en tuinturf, tuinhout
  • u. waterelementen, vijvers en watervallen
  • v. onderhoudsmiddelen voor houten artikelen als bedoeld onder a tot en met u (watergedragen beits)
1.91 uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.92 veehouderij:

een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.

1.93 verdieping:

elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.

1.94 voorgevellijn:

de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.

1.95 vuurwerkbedrijf:

een inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.

1.96 werk:

een constructie die geen bouwwerk is.

1.97 wonen:

het bewonen van een woning.

1.98 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.99 woonhuis:

een gebouw dat één grondgebonden woning omvat.

1.100 woonschip:

een vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.

1.101 woonwagen:

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.102 zonneboom:

constructie met zonnepanelen in de vorm van een boom.

1.103 zorgvuldige veehouderij:

een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.

2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.

2.3 het bebouwingspercentage:

de oppervlakte, die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.

2.4 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.5 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 de breedte van een bouwperceel:

tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over ten minste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk dat geen gebouw is met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.11 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.12 de hoogte van een woonschip, woon-/werkark en drijvend gebouw:

vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van het woonschip, de woon-/werkark respectievelijk het drijvende gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.13 de bovenkant spoorstaaf:

de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschap

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. extensieve dagrecreatie;
  • b. ontwikkeling, behoud en herstel van landschappelijke, cultuurhistorische en aardkundige waarden;
  • c. verkeer, uitsluitend in de vorm van
    • 1. bestaande uitwegen en kunstwerken
    • 2. onverharde wegen en paden
    • 3. bestaande halfverharde wegen en paden
  • d. bestaande nutsvoorzieningen, waaronder antennemasten;
  • e. (voorzieningen voor) waterkering en waterhuishouding alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van watergangen, sloten en greppels, alsmede voor andere wateren met een kleinere oppervlakte dan 200 m²;
  • f. erf- en randbeplantingen;

met bijbehorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 3.1.

3.2.2 Algemene bouwregels voor overige doeleinden
  • a. Voor de bebouwing ten dienste van nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen gelden de volgende regels:
    • 1. uitsluitend voor nutsvoorzieningen mogen gebouwen worden opgericht, tot een maximale hoogte van 3 m en een maximale oppervlakte per gebouw van 15 m²;
    • 2. voor het overige mogen uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn, worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag bedragen dan 40 m;
    • 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 mag de hoogte van erfafscheidingen niet meer bedragen dan 1 m.
  • b. Voor het overige mag niet worden gebouwd.
3.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van aardkundige, natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, waaronder bakenbomen;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige natuur- en landschapselementen;
  • c. behoud, herstel, ontwikkeling en beleving van bos en natuur;
  • d. instandhouding van watergangen, sloten en andere waterpartijen, waaronder hun oevers en taluds;
  • e. bosbouw;
  • f. wandel- en fietspaden en bestaande wegen;
  • g. (voorzieningen voor) waterkering, waterhuishouding en watergebonden functies alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
  • h. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen als genoemd in artikel 4.1.

4.2.2 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegestaan.

4.2.3 Bouwwerken die geen gebouw zijn
  • a. Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn, zijn niet toegestaan.
  • b. De hoogte van overige bouwwerken die geen gebouw zijn mag per aanduidingsvlak niet meer zijn dan 1 m.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Vergunningsplicht

Het is, zo nodig in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald, verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken die geen bouwwerk zijn en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het bebossen of anderszins beplanten met bomen, struiken, heesters en daarmee vergelijkbare houtopstanden;
  • b. het rooien en kappen van bomen, struiken, heesters en daarmee vergelijkbare houtopstanden, behoudens het oogsten van teelten;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
  • f. het aanleggen, vergraven, verleggen, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en paden;
  • h. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
4.3.2 Uitzonderingen

Het in artikel 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden

  • a. die op het moment van het van kracht worden van het plan reeds legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • b. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer van de gronden betreffen.
4.3.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aardkundige, cultuurhistorische en natuur- en landschappelijke waarden van de gronden.

4.4 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woningen inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'erf': uitsluitend tuin en erf;
  • c. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m²;
  • d. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk; in afwijking van het bepaalde in artikel 1.11 is bed en breakfast in de genoemde omvang ook toegestaan binnen vrijstaande cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen op percelen die met 'cultuurhistorische waarden' zijn aangeduid;
  • e. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden van gebouwen die zijn gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'.

met bijbehorende voorzieningen.

5.1.2 Detaillering

In het doel 'Wonen':

  • a. zijn kleinschalige nevenactiviteiten uitsluitend mede begrepen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  • b. geldt ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woongerbied' dat:
    • 1. maximaal 1/3 deel van de gronden mag worden gebruikt voor wonen;
    • 2. minimaal 1/3 deel van de gronden agrarisch moet worden gebruikt;
    • 3. minimaal 1/3 deel van de gronden moet worden gebruikt als natuur.
5.2 Bouwregels
  • a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen als genoemd in artikel 5.1.
  • b. Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - 1' zijn gebouwen niet toegestaan;
  • c. Het aantal woningen bedraagt per bestemmingsvlak niet meer dan één, met dien verstande dat
    • 1. binnen gronden aangeduid met 'erf' geen woning is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen niet meer mag bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.
  • d. Algehele herbouw van een woning mag, eventueel in afwijking van het bepaalde onder c, uitsluitend plaatsvinden op de oorspronkelijke locatie binnen het bestemmingsvlak.
  • e. Voor de voorgevellijn van de woning mogen geen aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
  • f. De afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 3 m te bedragen, met dien verstande dat bij hoekwoningen het hoofdgebouw aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens moet worden geplaatst en dat bij tussenwoningen het hoofdgebouw aan beide zijden in de zijdelingse perceelsgrens moet worden geplaatst;
  • g. Vrijstaande bijgebouwen moeten op minimaal 5 m achter de voorgevellijn worden gebouwd;
  • h. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - dekzandrug' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:

Bouwwerken   Maximale goothoogte in m   Maximale bouwhoogte in m   Maximale oppervlakte in m2   Maximale inhoud in m3  
Woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen   3   8   -   750  
Vrijstaande bijgebouwen   3   5   200   -  
Erfafscheidingen   -   -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2;
-voor het overige: 2.  
-   -  
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn   -   3   -voor de voorgevellijn: 0
-achter de voorgevellijn: 30  
-  
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn   -   -lichtmasten voor paardenbakken: 4
-overige: 3  
-   -  
 
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 5.2 onder h voor het toestaan van een grotere inhoud van de woning en/of een grotere oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen bij sloop van alle aanwezige gebouwen voor zover de inhoud en/of oppervlakte hiervan de op grond van onderstaande tabel toegestane inhoud en oppervlakte te boven gaat:
bij sloop van minimaal   toegestane inhoud van de woning respectievelijk toegestane oppervlakte vrijstaande bijgebouwen bij de woning  
250 m²   700 m3 + 50 m²  
500 m²   800 m3 + 50 m²  
750 m²   900 m3 + 50 m²  
1.500 m²   900 m3 + 150 m²  

  • b. bepaalde in artikel 5.2 onder d, voor het algeheel herbouwen van een woning op een andere locatie, mits:
    • 1. de herbouw plaatsvindt binnen hetzelfde bestemmingsvlak;
    • 2. de herbouw vanuit landschappelijk, stedenbouwkundig en/of milieukundig oogpunt een verbeterde situering tot gevolg heeft;
    • 3. de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. het bepaalde in artikel 5.2 onder f, voor een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, als de belangen van derden hierdoor niet onevenredig worden aangetast.
5.3.2 Toelaatbaarheid

Afwijking ingevolge artikel 5.3.1 is uitsluitend toegestaan mits de noodzaak hiervan is aangetoond en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de ruimtelijke kwaliteit;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • d. de landschappelijke en natuurwaarden;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de woonsituatie.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel, met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in de tabel, onder de voorwaarde dat de milieuhygiënische aanvaardbaarheid is aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de ruimtelijke kwaliteit;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • d. de landschappelijke en natuurwaarden;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de woonsituatie;
Activiteit   Voorwaarden  
Het gebruik van bijgebouwen voor bewoning   - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg
- op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn
- de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend
- er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden
- de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 80 m²
- het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw  
Bedrijfsmatige opslag   - uitsluitend statische opslag/opslag van caravans is toegestaan
- afwijking wordt uitsluitend verleend voor gebouwen voor opslagdoeleinden tot een maximum van 500 m²
- alle gebouwen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van de woning met aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, 50 m² vrijstaande bijgebouwen, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en 500 m² bebouwing voor de opslagfunctie
- de opslag dient te voldoen aan de eisen die daaraan uit hoofde van de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid worden gesteld
- de opslag mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk
- bedrijfsmatige activiteiten verband houdend met de opslag zijn niet toegestaan
- buitenopslag is niet toegestaan
- het gebouw waar de opslag plaatsvindt, dient landschappelijk te worden ingepast
- er zijn geen milieuhygiënische bezwaren  
Kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten   - het betreft uitsluitend kleinschalige activiteiten die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals het bieden van overnachtingsaccommodatie voor kortdurend toeristisch verblijf voor maximaal 10 personen in maximaal 5 slaapkamers, een theeterras, een minicamping tot maximaal 5 plaatsen, overnachten in een mobiele vakantiewagen ('Pipowagen') en een recreatiewoning voor maximaal 10 personen
- buitenopslag is niet toegestaan
- er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekkende werking
- het parkeren dient op eigen terrein binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' plaats te vinden
- er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren
- de nevenactiviteit wordt landschappelijk ingepast
- het betreft uitsluitend gronden die niet zijn aangeduid als 'Overige zone Komgebied'
-het betreft geen activiteiten die vergunningsplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet  
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten   - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd
- de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte
- het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van bijlage 4 (Bedrijvenlijst)
- de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben
- de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten'  
Het toestaan van groepsmatige activiteiten   - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd
- de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²
- de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte  
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit   - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse
- de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering  
het samenvoegen van alle bestemmingsvlakken 'wonen' binnen 'specifieke vorm van wonen - woongerbied'

 
- de gronden binnen deze aanduiding moeten als één woonperceel in gebruik worden genomen  
5.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 6 Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.

6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.2.1 Vergunningsplicht

Het is verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken die geen bouwwerk zijn en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld:

  • a. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, ploegen, roeren en omwoelen van gronden, waaronder begrepen het aanleggen van drainage;
  • b. het ophogen, verlagen of egaliseren van de bodem;
  • c. heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het rooien van diepwortelende beplanting waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het verlagen van het waterpeil;
  • f. het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers, zwembaden en andere wateren;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen of andere leidingen en de daarmee verbandhoudende constructies;
  • h. het verharden van wegen, paden of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • i. het plaatsen en/of verwijderen van funderingen;
  • j. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen voor de bouw van gebouwen en andere bouwwerken.
6.2.2 Uitzonderingen

Het in artikel 6.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken die geen bouwwerk zijn en werkzaamheden:

  • a. in het kader van archeologisch onderzoek en archeologische opgravingen, mits deze worden verricht door een ter zake deskundige als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
  • b. die op het moment van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • c. die bestaan uit het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen dan wel andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, voor zover deze worden aangebracht binnen een bestaand leidingentracé binnen de daarvoor oorspronkelijk gegraven sleuf;
  • d. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden. Binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' worden in ieder geval grondbewerkingen ten dienste van het agrarische gebruik beschouwd als normaal gebruik, mits de bodem tot niet meer dan 0,5 m onder maaiveld wordt geroerd.
6.2.3 Toelaatbaarheid, nadere eisen en voorwaarden
  • a. De in artikel 6.2.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als:
    • 1. door die werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de archeologische waarden van het betreffende terrein niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en/of
    • 2. uit door de aanvrager overgelegd archeologisch onderzoek conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie naar het oordeel van het bevoegd gezag blijkt dat de archeologische waarden van het betreffende terrein in voldoende mate zijn vastgesteld en zo nodig zijn zekergesteld, dan wel dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel dat de archeologische waarden door de werken of werkzaamheden niet of niet onevenredig worden geschaad.
  • b. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het archeologische onderzoek en het archeologische onderzoeksrapport als bedoeld onder a.
  • c. In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door de gemeentelijke archeoloog dan wel een andere deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
6.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Verboden gebruik
  • a. Onder het gebruiken van gronden, bouwwerken of onderkomens in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:
    • 1. als stort- en/of opslagplaats
    • 2. voor buitenopslag
    • 3. voor (detail)handel
    • 4. voor bedrijfsdoeleinden
    • 5. voor een kleinschalig kampeerterrein, groepskampeerterrein en/of natuurkampeerterrein
    • 6. voor motor-, water- en modelvliegtuigsport en andere vormen van lawaaisport
    • 7. voor een seksinrichting en/of escortbedrijf
    • 8. voor bewoning
    • 9. als ligplaats voor woonschepen of woonarken
    • 10. voor het aanleggen en vergroten van oppervlakteverhardingen (inclusief het verharden en halfverharden van wegen en paden) en het aanleggen van teeltondersteunende voorzieningen binnen de bestemming ''Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' en 'Natuur' als visvijver binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' dan wel ''Agrarisch met waarden - Landschap en natuur'
    • 11. binnen de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woongerbied' anders dan voor het volgende gebruik:
      • maximaal 1/3 deel van de gronden voor woonperceel/woongebruik
      • minimaal 1/3 deel van de gronden voor agrarisch gebruik
      • minimaal 1/3 deel van de gronden voor natuur
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing als de bestemmingsomschrijving (inclusief detaillering) in de overige planregels het betreffende gebruik expliciet toestaat.
7.2 Afwijken van inrichtingsplannen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 'Overige zone - inpassingsplan' voor het anders uitvoeren van een inrichtingsplan mits die andere uitvoering vanuit het oogpunt van landschappelijke inpassing en/of compensatie en/of ruimtelijke kwaliteit minimaal gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke inrichtingsplan, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Algemene aanduidingsregels

8.1 overige zone - inrichtingsplan

In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - inrichtingsplan' het volgende:

  • a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform beplantingsplan met tekeningnummer: INDO1-0253607-02a-datum:9 november 2016 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
  • b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform beplantingsplan met tekeningnummer: INDO1-0253607-02a-datum:9 november 2016 met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting;
  • c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het beplantingsplan met tekeningnummer: INDO1-0253607-02a-datum:9 november 2016 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormt van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.
8.2 overige zone - dekzandrug
8.2.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Vergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - dekzandrug' de volgende werken die geen bouwwerk zijn en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren:

  • 1. het vergraven, egaliseren en ophogen van gronden;
  • 2. het rooien en kappen van bomen, struiken, heesters en daarmee vergelijkbare houtopstanden, behoudens het oogsten van teelten;
  • 3. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en paden;
  • 4. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verleggen, verruimen en dempen van bestaande waterlopen, sloten, greppels, kolken, oppervlaktewater, oevers, poelen en wielen;
  • 5. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • 6. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
  • 7. het plaatsen van teeltondersteunende voorzieningen.

b Uitzonderingen

Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken die geen bouwwerk zijn en werkzaamheden:

  • 1. die op het moment van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • 2. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden. Binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschap' en 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' worden in ieder geval grondbewerkingen ten dienste van het agrarische gebruik beschouwd als normaal gebruik, mits de bodem tot niet meer dan 0,5 m onder maaiveld wordt geroerd;
  • 3. binnen bouwvlakken;
  • 4. binnen het bestemmingsvlak 'Wonen'
  • 5. die de uitvoering betreffen van een bouwwerk dat voor wat betreft het aspect 'bouwen' is vergund op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

c Toelaatbaarheid
  • 1. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a mag alleen worden verleend als door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende kan worden tegemoetgekomen.
  • 2. Bij de afweging als bedoeld als onder a wordt in ieder geval betrokken de bestemmingsomschrijving van de ter plaatse geldende bestemming en/of zone.
  • 3. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a voor werken en/of werkzaamheden op en/of in gronden die tevens bestemd zijn tot 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' kan alleen worden verleend als tevens, voor zover vereist, een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden op grond van de artikelen Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog wordt verleend.

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Afwijkende bebouwing

Als de bestaande bebouwing afwijkt van hetgeen elders in deze regels is toegestaan, dienen in afwijking van die regels, de bestaande afwijkingen voor wat betreft:

  • a. goothoogte
  • b. bouwhoogte
  • c. oppervlakte
  • d. inhoud
  • e. afstand tot de as van de weg
  • f. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
  • g. situering ten opzichte van andere bebouwing

ter plaatse van de afwijking als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.

10.2 Parkeervoorzieningen
10.2.1 Bouwregels voor parkeervoorzieningen

In aanvulling op wat er geregeld is voor de voorkomende bestemmingen gelden de volgende regels:

  • a. Als de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet het gebouw en moet de andere bebouwing op het betreffende bouwperceel zodanig worden geplaatst of ingericht dat voor het parkeren of stallen van auto's voldoende ruimte aanwezig is in, op of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het bouwperceel.
  • b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's en op de situatie ter plaatse. De afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een auto van een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - moet minstens 3,50 bij 5,00 m bedragen.
  • c. Als de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen moet het gebouw zodanig worden geplaatst of ingericht dat in deze behoefte in voldoende mate kan worden voorzien aan, in of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het betreffende bouwperceel.
  • d. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van wat er onder a staat, mits op andere wijze in de nodige parkeerruimte wordt voorzien.
10.2.2 Beleidsregels voor toepassing normen voldoende parkeervoorzieningen

Van voldoende ruimte voor parkeren of stallen van auto's als bedoeld in lid 10.2.1 onder a is sprake als wordt voldaan aan de door burgemeester en wethouders op 13 december 2016 vastgestelde 'Parkeernormen 2017 gemeente Oss'. Hierbij geldt dat als deze beleidsregels worden gewijzigd of vervangen, rekening wordt gehouden met deze wijziging of vervanging.

10.3 Ondergronds bouwen
10.3.1 Ondergrondse bouwwerken
  • a. Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken die geen gebouw zijn, gelden geen beperkingen behalve voor zover in deze regels anders is bepaald. Ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik.
  • b. Voor het bouwen en gebruiken van ondergrondse gebouwen gelden, behalve voor zover in deze regels anders is bepaald, de volgende regels:
    • 1. ondergrondse gebouwen die deels zichtbaar zijn boven het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, die ook buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
    • 2. ondergrondse gebouwen die onzichtbaar zijn boven het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld, zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan;
    • 3. in afwijking van wat er onder b1 en b2 staat, zijn ondergrondse gebouwen onder en bij woonhuizen uitsluitend toegestaan als kelder of onderbouw onder het woonhuis en onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
    • 4. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse gebouwen bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
    • 5. de oppervlakte van ondergrondse gebouwen wordt meegerekend bij het berekenen van de toegestane bedrijfsvloeroppervlakte en de toegestane verkoopoppervlakte;
    • 6. de oppervlakte van ondergrondse gebouwen wordt uitsluitend meegerekend bij het toegestane bebouwingspercentage voor zover die gebouwen zichtbaar zijn boven het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld;
    • 7. de inhoud van ondergrondse gebouwen voor zover gelegen onder het maaiveld wordt niet meegerekend bij de toegestane inhoud van een woning;
    • 8. ondergrondse gebouwen mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik.
10.3.2 Afwijken van ondergronds bouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 10.3.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties of met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat:

  • a. de waterhuishouding niet wordt verstoord;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden;
  • c. dit niet strijdig is met de belangen verbonden aan de bestemming van de betreffende gronden en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast.
10.4 Afstand van bouwwerken tot de weg

De afstand van bouwwerken tot de as van de weg dient ten minste 20 m te bedragen.

Artikel 11 Afwijken van de bouwregels algemeen

11.1 Afwijkingen

Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de ruimtelijke kwaliteit
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden
  • c. het straat- en/of bebouwingsbeeld
  • d. de landschappelijke en natuurwaarden
  • e. de verkeersveiligheid
  • f. de woonsituatie

kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering de bouwhoogte op gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone - molenbiotoop' tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages met dien verstande dat de inhoud van een woning na deze afwijking niet meer mag bedragen dan 1.000 m3;
  • b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, als de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes voor het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes voor de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • e. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn, wordt vergroot:
    • 1. voor kunstwerken die geen gebouw zijn tot niet meer dan 15 m;
    • 2. voor waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
    • 3. voor overige bouwwerken die geen gebouw zijn tot niet meer dan 10 m;
  • f. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van erfafscheidingen en toestaan dat erfafscheidingen worden gebouwd tot maximaal 2 m, mits de ruimtelijke kwaliteit en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast;
  • g. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    • 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
  • h. de regels voor de minimale afstand van gebouwen tot de weg, mits het bepaalde in de Wet geluidhinder in acht wordt genomen.
11.2 Uitzonderingen

Het bevoegd gezag kan niet afwijken als bedoeld in artikel 11.1 voor:

  • a. bouwwerken in de bestemming 'Natuur'
  • b. recreatiewoningen
  • c. verkooppunten voor motorbrandstoffen

Artikel 12 Overige regels

12.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

12.2 Regeling toepasselijkheid bouwverordening

De regels van de Bouwverordening over onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens voor de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten.

12.3 Cultuurhistorische waarden
12.3.1 Vergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.

12.3.2 Toelaatbaarheid en horen
  • a. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 12.3.1 kan slechts worden verleend als door de sloop van het gebouw dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende kan worden tegemoetgekomen.
  • b. Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld onder a hoort het bevoegd gezag hierover de Monumentenkamer van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een andere deskundige op het gebied van monumentenzorg.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Kraaijeven 2a - Geffen - 2017'.

Bijlagen bij de regels

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

SBI-2008   nr    OMSCHRIJVING    categorie  
10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2  
101   2   - vetsmelterijen   5.2  
101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   4.2  
101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   3.2  
101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   3.1  
101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   3.1  
101, 102   7   - loonslachterijen   3.1  
108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   3.1  
102   0   Visverwerkingsbedrijven:      
102   1   - drogen   5.2  
102   2   - conserveren   4.1  
102   3   - roken   4.2  
102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   4.2  
102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   3.2  
102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   3.1  
1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:      
1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   4.2  
1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   3.1  
1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:      
1032, 1039   1   - jam   3.2  
1032, 1039   2   - groente algemeen   3.2  
1032, 1039   3   - met koolsoorten   3.2  
1032, 1039   4   - met drogerijen   4.2  
1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   4.2  
104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1042   0   Margarinefabrieken:      
1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1051   0   Zuivelprodukten fabrieken:      
1051   1   - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u   5.1  
1051   2   - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u   5.1  
1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   3.2  
1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   4.2  
1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   4.2  
1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2  
1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2  
1061   0   Meelfabrieken:      
1061   1   - p.c. >= 500 t/u   4.2  
1061   2   - p.c. < 500 t/u   4.1  
1061       Grutterswarenfabrieken   4.1  
1062   0   Zetmeelfabrieken:      
1062   1   - p.c. < 10 t/u   4.1  
1062   2   - p.c. >= 10 t/u   4.2  
1091   0   Veevoerfabrieken:      
1091   1   - destructiebedrijven   5.2  
1091   2   - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek   5.2  
1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   4.2  
1091   4   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water   5.2  
1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   4.1  
1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   4.2  
1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   4.1  
1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:      
1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   2  
1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   3.2  
1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   3.2  
1081   0   Suikerfabrieken:      
1081   1   - v.c. < 2.500 t/j   5.1  
1081   2   - v.c. >= 2.500 t/j   5.3  
10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
10821   1   - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²   5.1  
10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2  
10821   3   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   2  
10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   4.2  
10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   3.2  
10821   6   - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²   2  
1073       Deegwarenfabrieken   3.1  
1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:      
1083   1   - koffiebranderijen   5.1  
1083   2   - theepakkerijen   3.2  
108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   4.1  
1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   4.1  
1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   4.1  
1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:      
1089   1   - zonder poederdrogen   3.2  
1089   2   - met poederdrogen   4.2  
1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   4.1  
110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   4.2  
110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:      
110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   4.1  
110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
1102 t/m 1104       Vervaardiging van wijn, cider e.d.   2  
1105       Bierbrouwerijen   4.2  
1106       Mouterijen   4.2  
1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   3.2  
12   -          
12   -   VERWERKING VAN TABAK      
120       Tabakverwerkende industrie   4.1  
13   -          
13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
131       Bewerken en spinnen van textielvezels   3.2  
132   0   Weven van textiel:      
132   1   - aantal weefgetouwen < 50   3.2  
132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   4.2  
133       Textielveredelingsbedrijven   3.1  
139       Vervaardiging van textielwaren   3.1  
1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   4.1  
139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   3.1  
14   -          
14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
141       Vervaardiging kleding van leer   3.1  
141       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   2  
142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1  
19   -          
15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)      
151,152       Lederfabrieken   4.2  
151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   3.1  
152       Schoenenfabrieken   3.1  
    -          
16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
16101       Houtzagerijen   3.2  
16102   0   Houtconserveringsbedrijven:      
16102   1   - met creosootolie   4.1  
16102   2   - met zoutoplossingen   3.1  
1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   3.2  
162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2  
162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²   3.1  
17   -          
17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN      
1711       Vervaardiging van pulp   4.1  
1712   0   Papier- en kartonfabrieken:      
1712   1   - p.c. < 3 t/u   3.1  
1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   4.1  
1712   3   - p.c. >= 15 t/u   4.2  
172       Papier- en kartonwarenfabrieken   3.2  
17212   0   Golfkartonfabrieken:      
17212   1   - p.c. < 3 t/u   3.2  
17212   2   - p.c. >= 3 t/u   4.1  
58   -          
58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
1811       Drukkerijen van dagbladen   3.2  
1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2  
18129       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   2  
1814   A   Grafische afwerking   1  
1814   B   Binderijen   2  
1813       Grafische reproduktie en zetten   2  
1814       Overige grafische aktiviteiten   2  
182       Reproduktiebedrijven opgenomen media   1  
22   -          
22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF      
221101       Rubberbandenfabrieken   4.2  
221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:      
221102   1   - vloeropp. < 100 m²   3.1  
221102   2   - vloeropp. >= 100 m²   4.1  
2219       Rubber-artikelenfabrieken   3.2  
222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:      
222   1   - zonder fenolharsen   4.1  
222   2   - met fenolharsen   4.2  
222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   3.1  
23   -          
23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
231   0   Glasfabrieken:      
231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   3.2  
231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   4.2  
231   4   - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j   5.1  
231       Glasbewerkingsbedrijven   3.1  
232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   2  
232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   3.2  
233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   4.1  
233   B   Dakpannenfabrieken   4.1  
2351   0   Cementfabrieken:      
2351   1   - p.c. < 100.000 t/j   5.1  
2351   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.3  
235201   0   Kalkfabrieken:      
235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235201   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
235202   0   Gipsfabrieken:      
235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235202   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
23611   0   Betonwarenfabrieken:      
23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   4.1  
23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   4.2  
23611   3   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d   5.2  
23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:      
23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   3.2  
23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   3.2  
2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:      
2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   3.2  
2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   4.2  
2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:      
2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   3.2  
2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   4.2  
237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   3.2  
237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   3.1  
237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   4.2  
237   4   - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   3.1  
2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:      
2399   A1   - p.c. < 100 t/u   4.2  
2399   A2   - p.c. >= 100 t/u   5.1  
2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):      
2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
2399   B2   - overige isolatiematerialen   4.1  
2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   3.2  
2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   4.1  
2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   4.2  
25   -          
25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
251, 331   0   Constructiewerkplaatsen      
251, 331   1   - gesloten gebouw   3.2  
251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m²   3.1  
251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m²   4.1  
251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m²   4.2  
2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:      
2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m²   4.2  
2529, 3311   2   - p.o. >= 2.000 m²   5.1  
2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   4.1  
255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   4.1  
255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2  
255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m²   3.1  
2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:      
2561, 3311   1   - algemeen   3.2  
2561, 3311   10   - stralen   4.1  
2561, 3311   11   - metaalharden   3.2  
2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   3.2  
2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   3.2  
2561, 3311   3   - thermisch verzinken   3.2  
2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   3.2  
2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   3.2  
2561, 3311   6   - anodiseren, eloxeren   3.2  
2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   3.2  
2561, 3311   8   - emailleren   3.2  
2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   3.2  
2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   3.2  
2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m²   3.1  
259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:      
259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m²   4.1  
259, 331   A2   - p.o. >= 2.000 m²   5.1  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   3.2  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m²   3.1  
27, 28, 33   -          
27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN      
27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:      
27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m²   3.2  
27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m²   4.1  
28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
26, 28, 33   -          
26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   2  
26, 27, 33   -          
26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.      
261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   3.1  
2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   3.1  
29   -          
29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS      
291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven      
291   1   - p.o. < 10.000 m²   4.1  
291   2   - p.o. >= 10.000 m²   4.2  
29201       Carrosseriefabrieken   4.1  
29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   4.1  
293       Auto-onderdelenfabrieken   3.2  
30   -          
30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)      
301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:      
301, 3315   1   - houten schepen   3.1  
301, 3315   2   - kunststof schepen   3.2  
301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   4.1  
301, 3315   4   - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW   5.1  
3831       Scheepssloperijen   5.2  
302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:      
302, 317   1   - algemeen   3.2  
302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
303, 3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:      
303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   4.1  
303, 3316   2   - met proefdraaien motoren   5.3  
309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   3.2  
3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   3.2  
31   -          
31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
310   1   Meubelfabrieken   3.2  
9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²   1  
321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   2  
322       Muziekinstrumentenfabrieken   2  
323       Sportartikelenfabrieken   3.1  
324       Speelgoedartikelenfabrieken   3.1  
32991       Sociale werkvoorziening   2  
32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1  
41, 42, 43   -          
41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.2  
41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   3.1  
41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   3.1  
41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   2  
45, 47   -          
45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
451, 452, 454       Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   2  
451       Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)   3.2  
45204   A   Autoplaatwerkerijen   3.2  
45204   B   Autobeklederijen   1  
45204   C   Autospuitinrichtingen   3.1  
45205       Autowasserijen   2  
453       Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   2  
473   0   Benzineservisestations:      
473   1   - met lpg > 1000 m3/jr   4.1  
473   2   - met lpg < 1000 m3/jr   3.1  
46   -          
46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   3.1  
4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   4.2  
4622       Grth in bloemen en planten   2  
4623       Grth in levende dieren   3.2  
4624       Grth in huiden, vellen en leder   3.1  
46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   3.1  
4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   3.1  
4634       Grth in dranken   2  
4635       Grth in tabaksprodukten   2  
4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   2  
4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   2  
4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   2  
464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   2  
46711   0   Grth in vaste brandstoffen:      
46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   3.1  
46711   2   - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m²   5.1  
46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:      
46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   4.1  
46712   2   - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3   5.1  
46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   4.2  
46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   3.2  
46721   0   Grth in metaalertsen:      
46721   1   - opslag opp. < 2.000 m²   4.2  
46721   2   - opslag opp. >= 2.000 m²   5.2  
46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   3.2  
4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   3.1  
4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   2  
46735   4   zand en grind:      
46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   3.2  
46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   2  
4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.1  
4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   2  
46751       Grth in chemische produkten   3.2  
4676       Grth in overige intermediaire goederen   2  
4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   3.1  
4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   3.1  
466   0   Grth in machines en apparaten:      
466   1   - machines voor de bouwnijverheid   3.2  
466   2   - overige   3.1  
466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   2  
47   -          
47   -   REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
952       Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   1  
55   -          
55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING      
553, 552       Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken)   3.1  
49   -          
53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
531, 532       Post- en koeriersdiensten   2  
77   -          
77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
7711       Personenautoverhuurbedrijven   2  
7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1  
773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1  
772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   2  
62   -          
62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1  
58, 63   B   Datacentra   2  
72   -          
72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
721       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2  
722       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   1  

Gebruikte afkortingen en symbolen:

De volgende afkortingen en symbolen worden in de tabellen gebruikt:

- niet van toepassing of niet relevant

< kleiner dan

> groter

= gelijk aan

cat. categorie

e.d. en dergelijke

incl. inclusief

kl. klasse

n.e.g. niet elders genoemd

o.c. opslagcapaciteit

p.c. productiecapaciteit

p.o. productieoppervlak

b.o. bedrijfsoppervlak

v.c. verwerkingscapaciteit

u uur

d dag

w week

j jaar

B bodemverontreiniging

C continu

D divers

L luchtverontreiniging

Z zonering op basis van de Wet geluidhinder

R risico (besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)

V vuurwerkbesluit van toepassing

Bijlage 2 Bestaande kleinschalige activiteiten

Binnen '':      
Amelsestraat 7   Beeldengieterij   25 m2  
Batterijstraat 29   Bed en breakfast in vrijstaand bijgebouw, alleen conform besluit van 22 augustus 2012   49 m2  
Dorpenweg 27   Ijkstation   102 m2  
Heistraat 22   Administratiekantoor   65 m2  
Hoefstraat 17   Caravanstalling   750 m2  
Hoogoordstraat 5   Bed & breakfast   50 m2  
Hoogoordstraat 12   Bloembinderij   50 m2  
Hoogoordstraat 12a   Caravanstalling   700 m2  
Huisdaalsestraat 2   Caravanstalling   1235 m2  
Kesselsedijk 15   5 gastenkamers in vrijstaand bijgebouw
een en ander alleen conform de inrichtingstekening die behoort bij de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is opgenomen bij de toelichting bij dit bestemmingsplan.  
234 m2  
Kesselsegraaf 1   Kantoor aan huis voor administratieve werkzaamheden
aan de woonfunctie ondergeschikte theetuin zonder verkoop van alcoholische dranken  
30 m2


50 m2  
Kleine Poelstraat 13   Bezoektuin met ondersteunende horeca   50 m2  
Koepelweg 2   Detailhandel   64 m2  
Koolwijksestraat 15   Fietsverhuur en ondersteunende horeca   125 m2  
Lithsedijk 57a   Paling- en visrokerij   25 m2, inclusief een rookvat van 2 m²  
Oijense Bovendijk 37   Theeschenkerij   50 m2  
Oijense Bovendijk 55   Cursusruimte/atelier inclusief verkoop van eigen materiaal 35 m2 minicamping voor uitsluitend maximaal 4 stacaravans of tenten met vrijstaande badkamerunit   Zie artikel  
Osseweg 4   Kapsalon   55 m2  
Oude Maasweg 2   Theeterras/bed & breakfast   135 m2  
Zuijdenhoutstraat 4   Theeterras/informatiecentrum/atelier/cursuscentrum   150 m2  
     
Binnen '':      
Beemdstraat 6   Caravanstalling   1.000 m²  
Burgemeester Smitsweg 6   Caravanstalling   400 m²  
Burgemeester Van Erpstraat 80   Jeu de boulesbaan   350 m2  
Daalderstraatje 4   Paardenpension en recreatief gebruik van de paardenbak binnen het bouwvlak    
De Beers 1   Kinderdagverblijf   255 m2  
De Rijt 8   Transportbedrijf   300 m2  
Deursenseweg 5   Verkoop eigen producten   60 m2  
Ganzenweg 20   Kinderbinnenspeeltuin/theeterras   500 m2  
Halve Morgensstraat 15   Smederij-, renovatie- en montagewerkzaamheden   200 m2  
Herstraat 5   Pallethandel   805 m2  
Hoessenboslaan 27   Hobbyclub   50 m2  
Koolwijksestraat 6   Boerengolf met ondersteunende horeca   50 m2  
Koolwijksestraat 18   Educatieve biologische boerderij met recreatieve activiteiten, kookstudio en ondersteunende horeca   150 m2  
Loonsestraat 14 (Neerloon)   Paardenpension   400 m2  
Maasbommelsestraat 30-32   Loonbedrijf   550 m2  
Meerstraat 3 (Huisseling)   Buitenschoolse opvang   124 m2  
Meerstraat 6 (Megen)   Loonbedrijf   400 m2  
Oijenseweg 284   Boerderijwinkel   100 m2  
Onderweg 10   Kantoor
Statische opslag/caravanstalling  
100 m2
1.000 m2  
Sint Sebastianusstraat 3   Solexverhuur en ondersteunende horeca
Caravanstalling  
150 m2
700 m2  
Spitsbergerweg 23   Quadverhuur   50 m2  
Velmerweg 2   Loonbedrijf   400 m²  
Vlierstraat 9   Caravanstalling   400 m²  
Weisestraat 11 (Lithoijen)   Caravanstalling   1.000 m2  
Wijlseweg 11   Caravanstalling   650 m2  

Bijlage 3 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten

Als rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:

  rubriek   aan-huis-gebonden activiteiten  
1   Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening   - huisartsenij,
- psychologie,
- psychiatrie,
- fysiotherapie en bewegingsleer,
- voedingsleer en voedingsadvies,
- mondhygiëne,
- tandheelkunde,
- logopedie,
- orthopedagogie,
- verloskunde,
- alternatieve geneeswijze,
- diergeneeskunde  
2   Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening   - notaris,
- advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur,
- accountant en belastingconsulent,
- assurantie- en verzekeringsbemiddeling,
- exploitatie en handel in onroerende zaken,
- hypotheekadviseur en financieel adviseur
- tolk/vertaler  
3   Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf   - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
- hoedenmaker
- (muziek)instrumentenmaker
- kaarsenmaker
- lijstenmaker
- vervaardiging munten
- vervaardiging sieraden
- kunstschilder (met atelier)
- fotograaf  
4   Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek   - reclame ontwerp
- grafisch ontwerp
- architectonisch ontwerp
- stedenbouwkundig ontwerp
- tuin- en landschapsontwerp
- computerservice en informatietechnologie
- maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek  
5   Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend   - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen)
- kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis)  
6   Eenmans-reparatie-/
verhuurbedrijf  
- uurwerkreparatiebedrijf
- goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
- reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur)
- reparatie van muziekinstrumenten  
7   Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven   - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel)
- schoonheidsspecialist
- manicure
- pedicure
- hondentrimmer
- taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, ten hoogste één auto)
- begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium)
- decorateur
- privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen).  
Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:  
- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel  

Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel