Plan: | N329 - Oss- 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0828.BPN329Oss2010-OH01 |
het bestemmingsplanN329 - Oss- 2010 van de gemeente Oss.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPN329Oss2010-OH01 met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een werk of constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, met dien verstande dat wanneer het een ondergronds bouwwerk betreft de maximale diepte (negatieve bouwhoogte) wordt gemeten tussen het peil en het diepste punt van het bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:
nadere eisen stellen aan:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In en op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 5.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan het inrichten van de gronden in afwijking van de inrichting die is aangegeven ter plaatse van de figuur 'dwarsprofiel'.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse gastransportleidingen.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m ten behoeve van ondergrondse gastransportleidingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van bouwen voor en in overeenstemming met de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat alvorens ontheffing wordt verleend advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de leiding.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 8.4.1. vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 8.4.1.zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 8.4.1 wordt het advies ingewonnen van de beheerder van de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming uitsluitend hoogspanningsmasten en andere bouwwerken ten dienste van bovengrondse hoogspanningsleidingen worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 50 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van bouwen voor en in overeenstemming met de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat alvorens ontheffing wordt verleend advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de leiding.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:
Het onder 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 9.4.1 wordt het advies ingewonnen van de beheerder van de leiding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het realiseren van een ondergrondse of bovengrondse passage voor middelgroot en groot wild. Hierbij gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanN329 - Oss- 2010.