Plan: | TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22a Noenes |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0824.TAMDeNoenes-ON01 |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie De Noenes en vorm juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) van het omgevingsplan van de gemeente Oisterwijk. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Oisterwijk. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a.' gelezen worden.
De begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet onder A (begrippen), bijlage I van het Omgevingsbesluit, bijlage I van het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I van het Besluit activiteiten leefomgeving en bijlage I van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in 2.2 een afwijkende begripsomschrijving is opgenomen.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden, in aanvulling op en in afwijking van het bepaalde in 2.1, de volgende begripsbepalingen:
Omgevingsplan
Omgevingsplan gemeente Oisterwijk.
Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Aan- en uitbouw
Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
Agrarisch bedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren alsmede het bewerken en verwerken van mest van het eigen agrarisch bedrijf.
Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.
Bed and breakfast
Bed and breakfast is een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten (maximaal 1 week) een onderkomen zoeken. Typerend voor bed and breakfast is:
Bedrijf aan huis
Een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
Beroep aan huis
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
Bestaand gebruik
gebruik zoals dat rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit hoofdstuk.
Bestaande bouwwerk, oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, plaats, inhoud, afstand, object
bouwwerk, oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, plaats, inhoud, afstand, object, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit hoofdstuk.
Bijzondere woonvorm
Een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving. Opvang van personen met een problematiek op het gebied van verslaving of psychische situatie worden hier niet onder begrepen.
Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens dit hoofdstuk een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Cultuurhistorische waarden
Waarden van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen een internetwinkel en afhaalpunten.
Extensieve dagrecreatie
Niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
Gebouwgebonden teeltbedrijf en -kwekerij
Teelt en kweek van gewassen en dieren die alleen in een gebouw plaatsvindt, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, viskwekerijen, wormenkwekerijen en insectenkwekerijen, niet zijnde een intensieve veehouderij of glastuinbouwbedrijf.
Gevoelige functie voor gewasbeschermingsmiddelen
Gronden en percelen waar geregeld en gedurende langere periode mensen kunnen verblijven of samenkomen zoals (bedrijfs)woningen, tuinen, erven, zorgfuncties en kampeerterreinen.
Groen dak
Een plat of hellend dak dat is voorzien van vegetatie zoals grassen, kruiden of mossen.
Halfverharde weg
Een weg die bestaat uit bijvoorbeeld puinverharding, gravel, schelpen of grauwacke.
Handreiking Bedrijven en milieuzonering 2009
Handleiding met lijsten met richtafstanden voor aan te houden afstanden tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen).
Hobbymatig houden van dieren
Het houden van dieren in geringe aantallen ten behoeve van eigen genot en gebruik.
Horeca
Plaats waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of spijzen worden bereid en verstrekt overwegend voor nuttiging ter plaatse.
Huishouden
De bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning.
Kamerverhuur
Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
Kampeermiddel
Tenten, vouwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief nachtverblijf.
Landschappelijke waarden
Gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.
Logies voor arbeidsmigranten
Het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.
Minicamping
Kleinschalig kampeerterrein met maximaal 5 kampeerplaatsen voor kampeermiddelen die uitsluitend tijdens het kampeerseizoen (15 maart tot 1 november) gebruikt mogen worden.
Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak, waaronder een luifel, afdak of carport.
Paardenbak
Een niet overdekt terrein ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport.
Peil
Permanente bewoning
Het gebruik als hoofdverblijf.
Recreatief nachtverblijf
Recreatief nachtverblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Recreatiewoning
Een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet en een caravan of andere constructie op wielen zijnde, bestemd voor recreatief nachtverblijf.
Retentievoorziening
Een voorziening waarbij in tijden van overvloedige neerslag, water dat niet afkomstig is van uit de grote rivieren, tijdelijk vastgehouden kan worden om wateroverlast op andere plaatsen te voorkomen.
(teelt)ondersteunende voorzieningen
Boog- en gaaskassen, hagelnetten, foliekassen, containervelden en overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/ of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
Theetuin
Een kleinschalig koffie- en theehuis waar uitsluitend niet-alcoholische dranken worden geschonken voor gebruik ter plaatse.
Veehouderij
Agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
Verblijfsrecreatie
Recreatief verblijf, door mensen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Voorgevel
De naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels.
Waterbassin
Een opslagreservoir, geen bouwwerk zijnde, voor water.
Water en waterhuishoudkundige voorzieningen
Wonen
Het gehuisvest zijn in een woning.
Woning
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden, in aanvulling op en in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24, de volgende meet- en rekenbepalingen:
Afstand
De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
Bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
Dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:
Inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde activiteiten.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 2'.
Binnen 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 2'mogen de volgende gebruiksactiviteiten worden verricht:
Binnen 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 2' mogen gronden en bouwwerken tevens worden gebruikt en ingericht voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken voor:
Het is verboden op of in de grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod zoals bedoeld in 6.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 2'.
Binnen 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 2' mogen de volgende gebruiksactiviteiten worden verricht:
Binnen 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 2' mogen gronden en bouwwerken tevens worden gebruikt en ingericht voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken voor:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken voor kleinschalig kamperen met maximaal 25 kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans.
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 7.6.1, wordt verleend indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in 7.7.1, geldt niet voor werken en werkzaamheden welke:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Bos'.
Binnen 'Bos' mogen de volgende gebruiksactiviteiten worden verricht:
Binnen 'Bos' mogen gronden en bouwwerken tevens worden gebruikt en ingericht voor:
Binnen de aanduiding 'tuin' mogen gronden en bouwwerken, in afwijking van het bepaalde in 8.4, uitsluitend worden gebruikt en ingericht als tuin.
Artikel 22.36 onder a. en b. en artikel 22.27a. t/m c en f. zijn niet van toepassing op de locatie zoals bedoeld in lid 8.1.
Het is zonder omgevingsvergunning toegestaan, buiten de aanduidingen'wonen' en 'recreatie', een erf- of terreinafscheiding te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, buiten de aanduidingen 'wonen' en 'recreatie' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een woning, geen recreatiewoning zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'wonen' gelden de volgende regels:
Voor ondergrondse bouwwerken bij een woning, geen recreatiewoning zijnde, binnen de aanduiding 'wonen' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een woning, geen recreatiewoning zijnde, binnen de aanduiding 'wonen' gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning ook in afwijking van het bepaalde in 8.8.4 onder d voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op een grotere afstand van de woning, niet zijnde een recreatiewoning, indien:
Het is zonder omgevingsvergunning toegestaan een erf- of terreinafscheiding binnen de aanduiding 'wonen' bij een woning te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen de aanduiding 'wonen' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' gelden de volgende regels:
Aan een recreatiewoning is een terras, al dan niet verhoogd of gedeeltelijk verhoogd, toegestaan tot maximaal de lengte van de recreatiewoning en tot maximale een breedte van 3 meter.
In afwijking van de regels in 8.9.1 en 8.9.2 gelden de regels in 8.8.1, 8.8.2, 8.8.4, 8.8.5 en 8.8.7 indien een omgevingsvergunning is verleend voor het gebruiken van een recreatiewoning voor permanente bewoning zoals bedoeld 8.15.2.
Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:
Het is zonder omgevingsvergunning toegestaan om erfafscheidingen binnen de aanduiding 'recreatie' bij een recreatiewoning te bouwen mits voldvolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen de aanduiding 'recreatie' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - minicamping' gelden de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 8.8 en 8.9 geldt voor het bouwen van nieuwe gebouwen en/of overkappingen met een (gezamenlijke) oppervlakte van meer dan 10 m2 dat de omgevingsvergunning slechts wordt verleend indien op eigen terrein wordt voorzien in de aanleg en duurzame instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van waterberging, ter grootte van 60 mm per m2 verhard oppervlak, waarbij onder verhard oppervlak zowel bestaand als nieuw toe te voegen verhard oppervlak wordt verstaan.
Het gebruik van nieuwe gebouwen en/of overkappingen met een (gezamenlijke) oppervlakte van meer dan 10 m2 overeenkomstig het bepaalde in artikel 8.8 en 8.9 is uitsluitend toegestaan nadat op eigen terrein wordt voorzien in de aanleg en duurzame instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van waterberging, ter grootte van 60 mm per m2 verhard oppervlak, waarbij onder verhard oppervlak zowel bestaand als nieuw toe te voegen verhard oppervlak wordt verstaan.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een beroep aan huis te hebben ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 8.14.2 wordt verleend indien:
Het gebruik van een woning voor permanente bewoning ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is slechts toegestaan als de financiële bijdrage ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van het landschap voor deze woning, inhoudende € 3.614,90, aan de gemeente Oisterwijk is gedaan ten behoeve van het daarvoor ingerichte (groen)fonds.
Het is binnen de aanduiding 'recreatie' verboden gronden of bouwwerken te gebruiken voor:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een recreatiewoning te gebruiken voor permanente bewoning.
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 8.15.2, wordt verleend indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - minicamping' is zonder omgevingsvergunning een minicamping toegestaan, met maximaal 5 standplaatsen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - theetuin' is zonder omgevingsvergunning een kleinschalig koffie- en theehuis toegestaan, waarvoor de volgende regels gelden:
Het is verboden op of in de grond binnen de locatie 'Bos' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod zoals bedoeld in 8.18.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 8.18.1 wordt verleend indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Natuur'.
Binnen 'Natuur' mogen de volgende gebruiksactiviteiten worden verricht:
Binnen 'Natuur' mogen gronden tevens worden gebruikt en ingericht voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod zoals bedoeld in 9.5.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden welke:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Verkeer'
Binnen 'Verkeer' mogen gebruiksactiviteiten worden verricht die zien op het behouden, beschermen en verbeteren van de verkeersafwikkeling van gemotoriseerd en langzaam verkeer.
Binnen 'Verkeer' mogen gronden worden gebruikt voor:
Voor het bouwen van ondergeschikte gebouwen en andere bouwwerken voor nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod zoals bedoeld in 10.6.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 10.6.1 kan worden verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan de verkeersafwikkeling van gemotoriseerd en langzaam verkeer.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Verkeer - Zandwegen'.
Binnen 'Verkeer - Zandwegen'mogen gebruiksactiviteiten worden verricht die zien op het behouden, beschermen en verbeteren van de hier aanwezige landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden.
Binnen 'Verkeer - Zandwegen' mogen, in afwijking van 11.2, gronden ook worden gebruikt en ingericht voor:
Voor het bouwen van ondergeschikte gebouwen en andere bouwwerken voor nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod zoals bedoeld in 11.6.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden welke:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Wonen'.
Binnen 'Wonen' is het toegestaan om te wonen.
Binnen 'Wonen' mogen gronden tevens worden gebruikt en ingericht voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken voor:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bedrijf of beroep aan huis uit te oefenen.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 12.8.2 kan worden verleend indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie 2'.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.
In aanvulling op hetgeen elders in dit hoofdstuk is bepaald ten aanzien van het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Indien uit het archeologische onderzoek zoals bedoeld in 13.3 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord dan kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
Het is ter plaatse van 'Waarde - Archeologie 2' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod zoals bedoeld in 13.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 13.5.1 wordt verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels in 15.1 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'milieuzone - borgingsvrije zone'.
De regels in 15.1 zijn gesteld met het oog op de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorzieningen.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning boringen of grondwerkzaamheden te verrichten of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, als de diepte meer is dan 10 m beneden maaiveld.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 15.1.3 wordt verleend indien de werkzaamheden de beschermde kleilaag niet kunnen aantasten.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'milieuzone - waterwingebied'.
De regels in 15.2 zijn gesteld met het oog op de bescherming van de grondwaterwinning in verband met de openbare drinkwatervoorziening.
In afwijking van het bepaalde elders in dit hoofdstuk gelden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' de volgende regels:
Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zonder omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden te verrichten:
Het verbod zoals bedoeld in 15.2.4 geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 15.2.4 wordt verleend indien de verwachten gevolgen geen onevenredige schade aanrichten aan het waterwingebied dan wel de mogelijkheden tot het herstel van het waterwingebied niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De regels in 15.3 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - attentiezone waterhuishouding'
De regels in 15.3 zijn gesteld met het oog op:
Het is ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - attentiezone waterhuishouding' verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod zoals bedoeld in 15.3.3 geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 15.3.3 wordt verleend indien de verwachten gevolgen geen onevenredige schade aanrichten aan de waterhuishouding en de hydrologische instandhoudingsdoelen van het hierbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
De regels in 15.4 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - cultuurhistorische vlak'.
De regels in 15.4 zijn gesteld met het oog op:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorische vlak' geldt in aanvulling op de beoordelingsregels voor het bouwen elders in dit hoofdstuk dat een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen uitsluitend kan worden verleend indien de verwachten gevolgen geen onevenredige schade aanrichten aan de wezenlijke cultuurhistorische waarden en kenmerken van het betreffende gebied, zoals opgenomen in de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant.
De regels in 15.5 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - groenblauwe waarden'.
De regels in 15.5 zijn gesteld met het oog op:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe waarden' geldt in aanvulling op de beoordelingsregels voor het bouwen elders in dit hoodfstuk dat een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen uitsluitend kan worden verleend indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant'.
De regels in 15.6 zijn gesteld met het oog op het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden zoals vastgelegd op de beheertypenkaart en de ambitiekaart van het natuurbeheerplan.
In afwijking op hetgeen elders in dit hoofdstuk is bepaald, is uitsluitend bestaande bebouwing en bestaande planologische gebruiksactiviteiten toegestaan zolang het Natuur Netwerk Brabant niet is gerealiseerd.
De regels in 15.7 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - regionale waterberging'.
De regels in 15.7 zijn gesteld met het oog op het behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regionale waterberging' gelden in aanvulling op de beoordelingsregels voor het bouwen elders in dit hoofdstuk, de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regionale waterberging' gelden in aanvulling op de gebruiksregels elders in dit hoofdstuk, dat het gebruik van bouwwerken slechts toegestaan indien:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten:
Het verbod, zoals bedoeld in 15.7.5, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke worden uitgevoerd in het kader van normaal beheer en onderhoud.
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 15.7.5, wordt verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend vermogen van de gronden.
De regels in 15.8 zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'overige zone - reservering waterberging'.
De regels in 15.8 zijn gesteld met het oog op het behoud van het waterbergend vermogen van het gebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reservering waterberging' geldt in aanvulling op de beoordelingsregels voor het bouwen elders in dit hoofdstuk, dat het bouwen van bouwwerken slechts is toegestaan wanneer aangetoond is dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reservering waterberging' gelden in aanvulling op de gebruiksregels elders in dit hoofdstuk dat het gebruik van bouwwerken slechts is toegestaan indien:
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 16.1 onder c voor het toestaan van:
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 16.2 kan worden verleend indien:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de inhoud van een bouwwerk, zoals bedoeld in 17.1 lid 1, te vergroten met maximaal 10%.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 17.2 wordt verleend indien: