direct naar inhoud van Regels
Plan: Herziening verblijfsrecreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.HerzVerblijfsrecr-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan Herziening verblijfsrecreatieterreinen met identificatienummer NL.IMRO.0824.HerzVerblijfsrecr-VA01 van de gemeente Oisterwijk.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.6 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.7 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.8 Bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf

Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf zoals een stacaravan, chalet en trekkershut, niet zijnde een recreatiewoning.

1.9 Kampeermiddel

Tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief nachtverblijf.

1.10 Overkapping

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak, waaronder een luifel, afdak of carport.

1.11 Overstek

Het overhangende gedeelte van het dak en/of de gootconstructie van een bouwwerk.

1.12 Permanente bewoning

Het gebruik als hoofdverblijf.

1.13 Recreatief nachtverblijf

Recreatief nachtverblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.14 Recreatiewoning

Een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet en een caravan of andere constructie op wielen zijnde, bestemd voor recreatief nachtverblijf.

1.15 Standplaats

Het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in een kampeermiddel en/ of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

1.16 Verblijfsrecreatie

Recreatief verblijf, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, waarbij overstekken tot een halve meter niet meegerekend worden.

Artikel 3 Toepassing regels

  • a. De regels van dit plan gelden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herziening regels'.
  • b. Dit plan laat de regels en verbeelding van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen', met IMRO-idn: NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02, ongewijzigd van toepassing, tenzij:
    • 1. in deze regels expliciet wordt aangegeven dat een artikel of lid in de regels wordt aangepast, verwijderd of vervangen;
    • 2. op de verbeelding van dit plan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - te verwijderen aanduiding' anders is aangegeven. De aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - 2' en 'specifieke bouwaanduiding - 3' vervallen voor de betreffende gronden;
    • 3. de aanduiding 'maximum aantal standplaatsen' op de verbeelding van dit plan is opgenomen. Deze vervangt de aanduiding 'maximale aantal vaste- en niet-vaste standplaatsen kampeermiddel';
    • 4. op de verbeelding de bestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' is opgenomen. De hierbij behorende regels worden tevens van toepassing verklaard;
  • c. De wijziging van de regels van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen', met IMRO-idn: NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02, werkt door in wijzigingsplannen die op basis van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen' zijn opgesteld en in werking zijn getreden.
  • d. Dit plan laat de regels en verbeelding van het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren Oisterwijk', met IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPParkeren-VA01, ongewijzigd van toepassing.

Artikel 4 Wijzigingen begrippen bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen'

In artikel 1 van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen', met IMRO-idn: NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd.

1.25 bouwwerk

De tekst van lid 1.25 wordt vervangen door de tekst in lid 1.7 van deze regels

1.26 bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf

De tekst van lid 1.26 wordt vervangen door de tekst in lid 1.8 van deze regels.

1.38 hoofdwoonverblijf

Lid 1.38 wordt verwijderd.

1.39 kampeermiddel

De tekst van lid 1.39 wordt vervangen door de tekst in lid 1.9 van deze regels.

1.48 overkapping

De tekst van lid 1.48 wordt vervangen door de tekst in lid 1.10 van deze regels.

1.49 permanente bewoning

De tekst van lid 1.49 wordt vervangen door de tekst in lid 1.12 van deze regels.

1.54 recreatief nachtverblijf

De tekst van lid 1.54 wordt vervangen door de tekst in lid 1.13 van deze regels.

1.55 recreatiewoning

De tekst van lid 1.55 wordt vervangen door de tekst in lid 1.14 van deze regels.

1.59 standplaats

De tekst van lid 1.59 wordt vervangen door de tekst in lid 1.15 van deze regels.

1.63 verblijfsrecreatie

De tekst van lid 1.63 wordt vervangen door de tekst in lid 1.16 van deze regels.

1.67 zomerseizoen

Lid 1.67 wordt verwijderd.

Overstek

Er wordt een begripsbepaling 'overstek' toegevoegd overeenkomst de tekst in lid 1.11 van deze regels.

Artikel 5 Wijziging wijze van meten

In artikel 2 van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen', met IMRO-idn: NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02, wordt de volgende wijziging doorgevoerd.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

De tekst van lid 2.8 wordt vervangen door de tekst in lid 2.1 van deze regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 6 Bestemmingen 'Verblijfsrecreatieterreinen'

4.1 Bouwregels

4.2.1 Toelaatbare bebouwing

Artikel 4.2.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Op deze gronden mag worden gebouwd:

  • a. ter plaatse van het bouwvlak:
    • 1. gebouwen en overkappingen ten behoeve van alle voorzieningen;
    • 2. recreatiewoningen met bijbehorende aan- of uitbouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. ter plaatse van een standplaats:
    • 1. bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met bijbehorende aan- of uitbouwen, bijgebouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. buiten het bouwvlak:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Met inachtneming van het volgende:

4.2.2 Maatvoeringen

Artikel 4.2.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Afstanden

  • a. de afstand van gebouwen tot aan de perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m;
  • b. de afstand van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning tot aan de standplaatsgrens bedraagt 0 of ten minste 1 m;
  • c. de afstand tussen een bijgebouw en een standplaatsgrens en/of de perceelsgrens van een recreatiewoning bedraagt ten minste 1 m.

Oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogten

  • d. het totale oppervlak aan gebouwen en overkappingen als bedoeld in lid 4.2.1 onder a.1 ten behoeve van alle voorzieningen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • e. de oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte van gebouwen, overkappingen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf bedragen ten hoogste de navolgende maten:
Gebouw en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf   Oppervlakte   Inhoud   Goothoogte   Bouwhoog-te  
Bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, inclusief aan-, uit-, bijgebouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen   54 m²   -   3,5 m   3,5 m  
Recreatiewoning, inclusief aan-, uit-, bijgebouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen   60 m³   -   3,5 m   7 m  
Bedrijfswoning, inclusief aan-, uitbouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen   -   750 m³   5,5 m   10 m  
Bijgebouw bij een bedrijfswoning, inclusief overkappingen (vrijstaand of aangebouwd aan een bijgebouw)   100 m²   -   2,75 m   4,75 m  
Gebouwen en overkappingen ten behoeve van voorzieningen   zie aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'   -   6 m   9 m  

  • f. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de bedrijfswoning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de bedrijfswoning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • g. met dien verstande dat voor de bijbehorende aangebouwde overkappingen bij bedrijfswoningen de volgende regels gelden:
    • 1. de diepte van overkappingen aan de voor- en zijgevel mag ten hoogste 2 m bedragen;
    • 2. de diepte van overkappingen aan de achtergevel mag ten hoogste 4 m bedragen.

met dien verstande dat:

  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' voor de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of recreatiewoningen ten hoogste de navolgende maten gelden:
    Standplaatsgrootte/ perceelsgrootte   tot 150 m²   150-300 m²   300-500 m²   groter dan 500 m²  
    maximum oppervlakte bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief aan- , uit-, bijgebouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen    54 m²   72 m²   82 m²   95 m²  
    maximum oppervlakte
    recreatiewoning inclusief aan-, uit, bijgebouwen en (vrijstaande of aangebouwde) overkappingen   
    63 m²   66 m²   82 m²   95 m²  
  • i. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste de navolgende maten bedraagt:
Bouwwerk, geen gebouw zijnde   Bouwhoogte  
Licht- en vlaggenmasten   10 m  
Erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak   1 m  
Erfp- en terreinafscheidingen elders   2 m  
Speeltoestellen   5 m  
Pergola's   2,75 m  
Ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': een zend- en ontvangstinstallatie   41 m  
Vrijstaande antennemasten   18 m  
Overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde   2 m  

4.4.1 Specifieke gebruiksregels - Algemeen

Sublid 4.4.1 a wordt vervangen door:

permanente bewoning van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en kampeermiddelen, met uitzondering van bedrijfswoningen als bedoeld in lid 4.1 onder d en kampeermiddelen voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatiepersoneel, is niet toegestaan;

4.4.2 Specifieke gebruiksregels - Aantallen

Sublid 4.4.2 a wordt vervanen door:

het maximale aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal standplaatsen' aangegeven aantal;

Sublid 4.4.2 d wordt vervangen door:

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4' geldt:

  • 1. ten minste 76 standplaatsen zijn bedoeld voor verblijfsrecreatie in kampeermiddelen;
  • 2. ten hoogste 4 standplaatsen zijn bedoeld voor een bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

Sublid 4.4.2 e wordt vervangen door:

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 5' geldt dat:

  • 1. het aantal hotelkamers bedraagt ten hoogste 20 voor alle recreatiewoningen gezamenlijk;

Sublid 4.4.2 f wordt vervangen door:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 7' geldt:

  • 1. ten minste 80 standplaatsen zijn bedoeld voor verblijfsrecreatie in kampeermiddelen.

Artikel 7 Bouwvak wordt bouwvlak

Het woord 'bouwvak' wordt overal waar dat voorkomt in de regels van het bestemmingsplan 'Verblijfsrecreatieterreinen' gewijzigd in 'bouwvlak'.

Artikel 8 Waterstaat - Waterbergingsgebied

Er wordt een nieuw artikel 9 'Waterstaat - Regionale waterberging' toegevoegd, dat als volgt komt te luiden.

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van regionale waterbergingsgebieden.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van de onderliggende bestemmingen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 2 m mag bedragen.

8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.1 en/of 8.2.2 en toestaan dat gebouwen ten dienste van de onderliggende bestemming worden gebouwd

8.3.2 Toelaatbaarheid

Een in artikel 8.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden dan wel de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen niet in strijd zijn met het doelmatig functioneren van het waterbergingsgebied. Met betrekking tot de gevolgen voor het waterbergend vermogen wordt advies gevraagd aan het waterschap.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden buiten het bouwvlak te verrichten:

  • a. het ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van kaden en het wijzigen daarvan.

8.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.

8.4.3 Toelaatbaarheid

Een in artikel 8.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden dan wel de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen niet in strijd zijn met het doelmatig functioneren van het waterbergingsgebied. Met betrekking tot de gevolgen voor het waterbergend vermogen wordt advies gevraagd aan het waterschap.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bestaande bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht bestaand gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Herziening verblijfsrecreatieterreinen'.