Plan: | Zandstraat ong. Moergestel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0824.BPZandstraatong-VA01 |
het bestemmingsplan 'Zandstraat ong. Moergestel' met identificatienummer NL.IMRO.0824.BPZandstraatong-VA01 van de gemeente Oisterwijk;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels, ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden, regels worden gesteld;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dat in een woning of een bijgebouw bij de woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied in het bodemarchief voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden;
een of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en / of historische gaafheid;
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het houden van vee in geringe aantallen ten behoeve van eigen genot en gebruik;
het hobbymatig houden van paarden en / of pony's hoofdzakelijk ten behoeve van eigen gebruik en ondergeschikt ten behoeve van verhuur en het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en / of pony's in pension te stallen en te weiden;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend;
een (deel van) een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw, ingericht voor het verlenen van tijdelijk recreatief verblijf aan steeds wisselende personen die in groeps- of verenigingsverband in het gebouw verblijven;
het in een woning of een bijgebouw bij de woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en / of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het opfokken en trainen van paarden en/of pony's, het in pension houden van paarden en / of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt; bij de mogelijk hiervoor benodigde extra woonruimte dient er sprake te zijn van bewoning door één huishouden;
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
ruimtelijke meerwaarde die ontstaat door de verbeterde inrichting van het erf, landschaps- en/of natuurontwikkeling, herstel of herkenbaar maken van cultuurhistorische waarden of het vergroten van de toegankelijkheid van het agrarisch gebied ten behoeve van extensieve dagrecreatie;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc;
een als zodanig door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige, of commissie van deskundigen op het gebied van zorg en indicatiestelling.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
Hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) | 4,5 m. | 10 m. | 900 m³ | |
Bijgebouwen bij de woning | 3,5 m. | 6 m. | ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 150 m² per woning | |
Erfafscheidingen voor de voorgevel | 1 m. | |||
Erfafscheidingen elders | 2 m. | |||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Tabel 1
Nevenfunctie | + /- /O | Maximale omvang binnen bestaande bebouwing | ||||||
Kinderboerderij | - | 100 m² | ||||||
Hobby matige paardrijactiviteiten | + | 100 m² | ||||||
Hobbymatig houden van vee | + | 100 m² | ||||||
Kano- of roeibootverhuur | - | 100 m² | ||||||
Kleinschalige horecagelegenheid | - | 100 m² | ||||||
Kleinschalige horecagelegenheid (waaronder theetuin, boerderijterras | - | 100 m² | ||||||
Opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen of materalen (bijv. boten, caravans) vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing | O | 500 m² | ||||||
Verblijfsrecreatieve eenheden in woningen (logies met ontbijt, maximaal 4 kamers) | + | 100 m² | ||||||
Verblijfsrecreatieve eenheden in bijgebouwen tot maximaal 4 kamers per gebouw | - | 200 m² | ||||||
Kampeerboerderij | - | 100 m² | ||||||
Museum-/tentoonstellingsruimte | - | 100 m² | ||||||
niet-agrarisch vewante detailhandel (bijv. kunst- en antiekhandel) | - | 200 m² |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3 voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in achtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het gebruik van gronden voor de in tabel 1 voor de betreffende gronden met een O aangegeven nevenfuncties met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Indien uit het in lid 4.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Indien uit het in lid 4.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 4.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het bepaalde in lid 4.2.1 onder b, 4.2.2 en 4.2.3 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Natuur - Attentiegebied' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van de natte natuurparel.
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
Het is verboden op of in de gronden met bestemming Waarde - Natuur - Attentiegebied zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 5.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 5.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen, waarvoor omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist, buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van verbeelding en bestemmingsregels worden overschreden door:
Ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging mag de afstand van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) tot de as van de weg – ter beperking van geluidhinder – in geen geval minder bedragen dan de in de tabel aangegeven afstanden.
Weg / spoorweg | 48 dB- contour (in meters uit de wegas) |
A58 (tussen A65 en gemeentegrens Oirschot) | 400 |
A65 (A58 en aansluiting Burg. Bechtweg) | 400 |
A65 (tussen aansluiting Burg. Bechtweg en Heukelomseweg/Bosscheweg) | 400 |
Overige wegen buitengebied | 12 |
Trajectnummer 710 (Tilburg - Eindhoven) | 525 (tot 55 dB- contour) |
Ingeval van herbouw van een woning elders binnen een bestemmingsvlak mag de afstand van de voorgevel van de nieuwe woning tot de wegas van de wegvakken zoals genoemd in lid 7.2.1, niet minder worden dan de afstand genoemd in de tabel. Indien de afstand van de bestaande woning tot de wegas al minder is dan de afstand genoemd in de tabel, dan mag de te herbouwen woning niet dichter naar de weg worden gebouwd.
Ingeval van herbouw van een woning elders binnen een bestemmingsvlak mag de afstand van de voorgevel van de nieuwe woning tot het hart van het spoorwegvak zoals genoemd in lid 7.2.1, niet minder worden dan de afstand genoemd in de tabel. Indien de afstand van de bestaande woning tot het hart van het spoorvak al minder is dan de afstand genoemd in de tabel, dan mag de te herbouwen woning niet dichter naar de spoorbaan worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds een omgevingsvergunning voor afwijken kan worden verleend - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwen luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam Regels van het bestemmingsplan 'Zandstraat ong. Moergestel'.