direct naar inhoud van 4.3 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Plan: Woongebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPWoongebieden-0006

4.3 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht

Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 24 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht  kunnen rechten worden ontleend.  
Hoofdstuk 1 Een nieuw bestemmingsplan  
Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan  
Hoofdstuk 3 Bestemmingen  
Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen  
Hoofdstuk 5 Handhaving  
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid  
Achtergronden van het bestemmingsplan  

  • De bebouwing voor de volgende gebieden wordt opgenomen als Waarde - Beschermd Dorpsgezicht (Artikel 24), zodat de karakteristieke bebouwing wordt behouden.
  • Boxtelsebaan 15 tot en met 115 (oneven), Nicolaas van Eschstraat 28 tot en met 86 (even) en Canisiusstraat (beide zijden).
  • Burgemeester Canterslaan vanaf 51 (oneven), Scheepersdijk en Burgemeester Van Beckhovenstraat.
  • Enkele percelen aan de Schoolstraat en Terburghtweg.
  • Het gaat om behoud van de uitstraling van gebouwen aan de straatzijde.
  • De gebieden zijn gewaardeerd als zijnde van belang door architectuur/schoonheid, cultuurhistorische waarde en de wetenschap (stedenbouwkundige historie, architectuurhistorie). De bestemming tot Beschermd Dorpsgezicht is niet bedoeld om tot een bevriezing van de situatie te komen, maar als toetsingskader voor verdere veranderingen, waarbij de genoemde zaken en kenmerken als uitgangspunt kunnen dienen bij wijzigingen, (her)bestemmingen en adviezen.
  • In de bouwregels wordt bepaald dat een omgevingsvergunning moet passen in het beschermde dorpsgezicht. De aanvraag voor omgevingsvergunning wordt direct aan deze voorwaarde getoetst door het bevoegd gezag, in deze situatie het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk. In de praktijk wordt het college op dit onderdeel geadviseerd door de Monumentencommissie. Het staat het college altijd vrij advies in te winnen. Dit wordt meegenomen in de uiteindelijke beoordeling van de aanvraag voor omgevingsvergunning door het college.
  • Het kan zijn dat de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit die direct past in het bestaande bebouwingsbeeld. Mocht het zo zijn dat gekozen wordt voor een afwijkende vormgeving, dan kan dit wellicht ook passen in het beschermd dorpsgezicht. Het is dan voor de hand liggend dat een en ander bij de aanvraag door de initiatiefnemer wordt toegelicht. Dit is geen vereiste, maar kan een bijdrage leveren aan een voortvarende toetsing door het college.
  • De aanvraag voor het bouwen wordt getoetst op de volgende aspecten:
    • 1. de architectonische waarde in verband met de afleesbare stijlontwikkelingen in de bebouwing;
    • 2. de gaafheid in hoofdvorm van stedenbouwkundige concepten;
    • 3. de gaafheid in vorm èn details van gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde';
    • 4. de aanwezigheid van zowel vrijstaande, dubbele woonhuizen als ook grotere complexen met bijzondere ensemblewaarde.
  • Tevens is een omgevingsvergunning, met voorwaarden, voor het eventueel slopen van gebouwen voorgeschreven.