direct naar inhoud van Regels
Plan: Driehoeven 4, 25 en 62 en Haarendijk 8
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPHRNdriehoeven-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Driehoeven 4, 25 en 62 en Haarendijk 8' met identificatienummer NL.IMRO.0824.BPHRNdriehoeven-ON01 van de gemeente Oisterwijk;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 aan huis verbonden bedrijf / bedrijf aan huis

het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke – geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen – bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uistraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woningen en/of de daarbij behorende bijgebouwen, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, ter plaatse kan worden uitgeoefend;

1.4 aan huis verbonden beroep / beroep aan huis

een beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 afhankelijke woonruimte

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

1.8 bestaand
  • bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  • bij gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.10 bebouwingspercentage

een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald;

1.11 bed & breakfast

een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Typerend voor bed & breakfast is:

  • a. de kleinschaligheid en de uitvoering is eenvoudig;
  • b. bed & breakfast is gekoppeld aan de woonfunctie, dat betekent dat mede gebruik wordt gemaakt van keuken en sanitair van de woning;
  • c. bed & breakfast wordt binnen de woning gerealiseerd geëploiteerd;
1.12 bestaand
  • a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de voorschriften anders is bepaald;
  • b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.16 bijzondere woonvorm

een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving. Opvang van personen met een problematiek op het gebied van verslaving of psychische situatie worden hier niet onder begrepen;

1.17 boringsvrije zone

gebied rondom een waterwingebied dat wegens de (vermoedelijke) aanwezigheid van een aaneengesloten slecht doorlaatbare laag op de bij dit plan behorende verbeelding als zodanig is aangewezen;

1.18 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.19 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.21 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.22 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.23 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.24 bruto vloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen;

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.28 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.29 gestapelde woningen

een woning in een gebouw, dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;

1.30 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.31 horecabedrijf

een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken een en ander gepaard gaande met dienstverlening en niet zijnde een discotheek/dancing, amusementshal voor speel- en/of gokautomaten of daarmee verwante of gelijk te stellen activiteiten;

Tot de a t/m c genoemde begrippen worden mede gerekend de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:

  • a. winkelondersteunende/winkelgebonden horeca: horeca waarbij de bedrijfsactiviteit is gericht op het al dan niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of bewerkte etenswaren en dranken zoals een tearoom, conditorei, koffiecorner, croissanterie, ijssalon;
  • b. restaurant/eetcafé/brasserie/cafetaria/snackbar/shoarma-zaak/automatiek: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor het gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van drank daaraan ondergeschikt is;
  • c. bar/café/pub/grand-café of taverne: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel of restaurant voorkomende bedrijvigheid, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van drank voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
1.32 huishouden

de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning.

1.33 kamerverhuur

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.34 kantoor

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;

1.35 mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.36 medische dienstverlening

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van medische diensten aan derden, alsmede hiermee verband houdende detailhandel, waaronder zijn begrepen apotheek, tandarts-, dokter- en fysiotherapiepraktijken en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;

1.37 ondergronds gebouw

gebouw met maximaal 1 ondergrondse bouwlaag welke geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden maaiveld en maximaal 1,50 m. boven peil mag worden gebouwd;

1.38 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;

1.39 peil
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.40 perceelgrens

een grenslijn tussen bouwpercelen onderling;

1.41 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Hieronder wordt ook verstaan thuisprostitutie;

1.42 reclame

een publieke aanprijzing van een bedrijf, een product of een dienst;

1.43 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.44 supermarkt

detailhandel in de vorm van een zelfbedieningszaak in dagelijkse goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen, te onderscheiden in:

- Buurtsupermarkt

Een kleinere supermarkt (kleiner dan 600 m² winkelvloeroppervlak) die meestal een duidelijk afgebakend verzorgingsgebied heeft.

- Fullservice supermarkt

Een supermarkt met een winkelvloeroppervlakte kleiner dan 2.000 m², welke speciale afdelingen voor groente, vlees, kaas en/of brood heeft.

- Grote supermarkt (XL)

Grote supermarkten kenmerken zich door een (zeer) uitgebreid assortiment op een verkoopvloeroppervlakte groter dan 2.000 m² winkelvloeroppervlak (en doorgaans kleiner dan 4.000 m² wvo). Het serviceniveau is hoog. In dit soort supermarkten worden vaak producten (brood, vlees) ter plekke bereid;

1.45 tweeaaneen gebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;

1.46 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;

1.47 voorgevellijn

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;

1.48 vrijstaande woning

een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan;

1.49 wet/wettelijke regelingen

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;

1.50 winkelvloeroppervlak

het oppervlak van een (winkel)unit dat voor het publiek vrij toegankelijk is, dan wel zichtbaar is inclusief de ruimten die direct met de verkoop samenhangen;

1.51 wonen

het gehuisvest zijn in een woning;

1.52 woning

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Algemeen

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1.1 de afstand

afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de perceelsgrens worden gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;

2.1.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.1.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.1.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande dat bij een lessenaarsdak en een afgeknot dak de laagste goot als goothoogte dient te worden aangemerkt;

2.1.5 de horizontale diepte van een gebouw

de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;

2.1.6 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.1.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.1.8 de oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Begane grond

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn op de begane grond bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca, niet zijnde dancing/discotheek of amusementhal voor speel- en/of gokautomaten of daarmee verwante of gelijk te stellen activiteiten;
  • d. kantoren;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.1.2 Verdieping

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn op de verdieping bestemd voor:

  • a. opslag;
  • b. horeca, niet zijnde dancing/discotheek of amusementhal voor speel- en/of gokautomaten of daarmee verwante of gelijk te stellen activiteiten;
  • c. kantoren;
  • d. wonen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bovenwoningen' uitsluitend op de verdieping maximaal 4 bovenwoningen zijn toegelaten.

3.1.3 Functies niet toegestaan
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten' is de functie detailhandel niet toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening uitgesloten' is de functie dienstverlening niet toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor uitgesloten' is de functie kantoor niet toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor uitgesloten op de verdieping' is de functie kantoor op de verdieping niet toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' is de functie horeca niet toegestaan.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. het bebouwingspercentage bedraagt per bouwperceel maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afstand zijdelingse perceelsgrens minimaal 1,5 m' dient de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 1,5 m te bedragen.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal voor:

  • a. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 3 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

3.2.3 Reclame-uitingen

Reclame-uitingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de reclame-uiting dient te worden aangebracht op de begane grond;
  • b. per gevel is maximaal 1 reclame-uiting toegestaan;
  • c. reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven het trottoir dienen op een minimale hoogte van 2,20 m te worden aangebracht;
  • d. reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven de rijweg dienen op een minimale hoogte van 4,20 m te worden aangebracht;
  • e. reclame-uitingen evenwijdig aan de gevel mogen een maximale breedte van 70% van de gevel hebben en een maximale hoogte van 0,75 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er is één activiteit per woning toegestaan;
  • b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen en neemt niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en totaal niet meer dan 80 m² in beslag;
  • d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
  • e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;
  • f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
  • g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen;
  • h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt;
  • i. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.

3.3.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

3.3.3 Logies en ontbijt

Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan;
  • c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
  • d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers;
  • e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden;
  • f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan;
  • g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. commerciële functies, uitsluitend op de begane grond en tot een maximale gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van 1.500 m² (exclusief collectieve laad- en losruimte), met dien verstande dat:
    • 1. per (bedrijfs)unit de brutovloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 650 m² bvo;
    • 2. detailhandel tot maximaal 1.000 m² bvo is toegestaan, met dien verstande dat een fullservice supermarkt dan wel een grote supermarkt is uitgesloten;
    • 3. kantoren tot maximaal 650 m² bvo;
    • 4. dienstverlening en/of medische dienstverlening tot maximaal 650 m² bvo;
  • d. verkeersdoeleinden in de vorm van ontsluitingen ten behoeve van de bestemming, langzaamverkeersroutes;
  • e. aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. bijbehorende groenvoorzieningen;
  • h. voorzieningen van openbaar nut zoals straatvoorzieningen voor afvalstoffen, transformatorhuisjes, telefooncellen en voorzieningen voor de opvang en berging van hemelwater;
  • i. ondergrondse gebouwen ten behoeve van ondergronds parkeren;
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. de woningen dienen gestapeld te worden gebouwd;
  • c. het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan 35;
  • d. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. de maximale bouw- en goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte, maximale goothoogte';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - met behoud van monumentaal karakter' mag slechts worden gebouwd, indien en voor zover noodzakelijk voor de inrichting ten behoeve de van de in dit artikel omschreven bestemming met inbegrip van behoud en/of herstel van het bestaande monumentale karakter, met dien verstande dat:
    • 1. geen wezenlijke verandering wordt aangebracht aan de karakteristieke bebouwing in haar uiterlijke verschijningsvorm;
    • 2. de bestaande gevels aan de Driehoeven gehandhaafd moeten worden;
  • g. in aanvulling op het bepaalde in artikel 8.2 mag binnen deze bestemming binnen het gehele bestemmingsvlak ondergronds worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwdiepte niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;
  • h. in afwijking van het bepaalde in sub d zijn bijbehorende bouwwerken en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' toegestaan met een hogere bouwhoogte, mits:
    • 1. de bouwhoogte van de bijbehorende bouwwerken en overkappingen niet meer bedraagt dan 3 meter dan de aangegeven bouwhoogte op de verbeelding;
    • 2. de maximum oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken en overkappingen gezamenlijk niet meer bedraagt dan 200 m2.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw 1 meter;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw 2,25 meter;
  • c. voorzieningen voor openbare verlichting 8 meter;
  • d. antennes en antennemasten, niet zijnde communicatiemasten 15 meter;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,75 meter.

4.2.3 Reclame-uitingen

Reclame-uitingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de reclame-uiting dient te worden aangebracht op de begane grond;
  • b. per gevel is maximaal 1 reclame-uiting toegestaan;
  • c. reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven het trottoir dienen op een minimale hoogte van 2,20 m te worden aangebracht;
  • d. reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven de rijweg dienen op een minimale hoogte van 4,20 m te worden aangebracht;
  • e. reclame-uitingen evenwijdig aan de gevel mogen een maximale breedte van 70% van de gevel hebben en een maximale hoogte van 0,75 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Overkappingen en/of fietsenstallingen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub a voor het bouwen van al dan niet vrijstaande overkappingen dan wel fietsenstallingen buiten het bouwvlak, mits:

  • a. deze wordt opgericht op een minimale afstand van 1 meter achter de voorgevellijn, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand van de overkapping tot de voorste perceelsgrens minimaal 5 meter bedraagt;
    • 2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m²;
    • 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
    • 4. er maximaal 1 overkapping/fietsenstalling wordt opgericht;
  • b. een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a kan slechts worden verleend, mits:
    • 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er is één activiteit per woning toegestaan;
  • b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen en neemt niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en totaal niet meer dan 80 m² in beslag;
  • d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
  • e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;
  • f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
  • g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen;
  • h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt;
  • i. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.

4.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

4.4.3 Logies en ontbijt

Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan;
  • c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
  • d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers;
  • e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden;
  • f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan;
  • g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken commerciële functies

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 onder c.1, c.2, c.3 en/of c.4 voor het toestaan van een grotere oppervlakte van een commerciële functie, en/of voor een commerciële functie anders dan toegestaan in artikel 4.1 sub c.2, c.3 en/of c.4, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er is sprake van een aantoonbare behoefte op basis van een ruimtelijk-functionele effectenanalyse;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van het totaal aan commericiële voorzieningen als bedoeld in artikel 4.1 onder c. bedraagt niet meer dan 1.500 m² bvo;
  • c. de ontwikkeling ruimtelijk en milieukundig gezien inpasbaar is;
  • d. er wordt voorzien in de benodigde parkeerbehoefte conform het bepaalde in artikel 13.1;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
4.6.1 Algemeen

Voor het slopen en het verrichten van bouwwerkzaamheden aan het monumentale pand ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - met behoud van monumentaal karakter' is een omgevingsvergunning vereist.

4.6.2 Uitzondering

Het in lid 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.

4.6.3 Afwegingskader

De in lid 4.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen wezenlijke verandering wordt aangebracht aan de karakteristieke bebouwing in haar uiterlijke verschijningsvorm;
  • b. advies is gevraagd door burgemeester en wethouders bij de welstandscommissie of daarmee vergelijkbare ter zake deskundige.
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Grondgebonden woningen

Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen voor het toestaan van grondgebonden woningen, mits:

  • a. het totaal aantal woningen binnen het plangebied niet meer bedraagt dan 35;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de woningen niet meer bedragen dan respectievelijk 7 en 11 meter;
  • c. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 4.2.1 sub e en f;
  • d. bijbehorende bouwwerken en overkappingen voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken en overkappingen per grondgebonden woning mag maximaal 40 m² bedragen;
    • 2. de bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de voorgevelrooilijn te worden opgericht, met uitzondering van een carport die minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn mag worden opgericht; de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
    • 3. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3,10 meter bedragen;
    • 4. de bijbehorende bouwwerken dienen te worden afgedekt met een kap met een dakhelling van maximaal 60°;
  • e. er geen onevenredige parkeerdruk op het openbaar gebied ontstaat, waarbij dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 13.1;
  • f. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Uitbouwen en erkers

Uitsluitend uitbouwen en erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd, mits:

  • a. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt, met dien verstande dat de diepte niet meer bedraagt dan 50% van de diepte van de gronden bestemd tot 'Tuin';
  • b. de breedte maximaal 60% van de breedte van de voorgevel bedraagt;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 3 m;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 m.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,5 m;
  • c. pergola's 2,25 m;
  • d. vlaggenmasten 6 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

5.2.3 Reclame-uitingen

Reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de maximaal toegestane oppervlakte is 0,20 m2;
  • b. de maximaal toegestane hoogte is 1,20 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 voor het bouwen van al dan niet vrijstaande overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits de horizontale diepte gemeten vanaf de voorgevel (en het verlengde ervan) maximaal 1 m is, met dien verstande dat:

  • a. de afstand van de overkapping tot aan voorste perceelsgrens minimaal 2 m is;
  • b. de oppervlakte maximaal 25 m² is;
  • c. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
  • d. er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.

5.3.2 Voorwaarden afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, met dien verstande dat:
    • 1. het maximum aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' met inachtneming van het bepaalde in sub a2;
    • 2. in de woningtypen ter plaatse van de aanduidingen:
      • 'vrijstaand': maximaal 1 vrijstaande woning;
      • 'gestapeld': maximaal 2 gestapelde woningen
  • b. aan huis verbonden beroepen;


alsmede voor bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij een vrijstaande woning aan twee zijden minimaal 3 m.

6.2.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen

Bijbehorende bouwwerken en overkappingen mogen bij grondgebonden woningen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak bedraagt per hoofdgebouw maximaal 75 m², mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3,25 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 5,5 m.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,25 m;
  • b. pergola's 2,25 m;
  • c. speeltoestellen 3 m;
  • d. vlaggenmasten 6 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er is één activiteit per woning toegestaan;
  • b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen en neemt niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en totaal niet meer dan 80 m² in beslag;
  • d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
  • e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;
  • f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
  • g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen;
  • h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt;
  • i. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.

6.3.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

6.3.3 Logies en ontbijt

Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan;
  • c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
  • d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers;
  • e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden;
  • f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan;
  • g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Bestaande maatvoering

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de Bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

8.2 Ondergronds bouwen

Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat:

  • a. de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • b. ondergronds bouwen slechts onder bebouwd oppervlak wordt toegestaan.
8.3 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in elk geval verstaan:

  • a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Milieuzone - boringsvrije zone

De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Milieuzone - boringsvrije zone' zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd tot het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem.

10.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
  • a. Het is verboden om boringen of grondwerkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, als de diepte meer is dan 10 m beneden maaiveld.
  • b. De omgevingsvergunning wordt geweigerd als de werkzaamheden de beschermende kleilaag kunnen aantasten.

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels

11.1 Afwijkingsmogelijkheden

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  • b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  • c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m.
11.2 Voorwaarden afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 12 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
  • b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 13 Overige regels

13.1 Waarborgen voldoende parkeer- en laad- en losgelegenheid

Ten behoeve van het voorzien in voldoende parkeer- en laad- en losgelegenheid, gelden de volgende regels:

  • a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of planologisch strijdig gebruik, dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de op 24 augustus 2016 vastgestelde 'Nota Parkeernormen 2016' van de gemeente Oisterwijk;
  • b. indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen;
  • c. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a. en toestaan, dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien en in stand wordt gehouden op eigen terrein, indien:
    • 1. er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied is, of;
    • 2. er door andere omstandigheden mede verband houdende met de aard en omvang van de nieuwe functie of het bouwwerk zoals dubbelgebruik, aanwezigheidspercentages en fietsgebruik volstaan kan worden met een lagere norm;
    • 3. afwijken van de regels, zoals bedoeld onder c., is slechts mogelijk indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • de parkeersituatie in de openbare ruimte;
      • de woon- en leefsituatie.
  • d. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a., in die zin dat meer parkeerplaatsen worden geëist dan het aantal dat als voldoende parkeergelegenheid wordt beschouwd, indien het voorgenomen gebruik van het bouwwerk daartoe aanleiding geeft;
  • e. indien het gemeentelijk beleid ten aanzien van parkeernormen ofwel laden en lossen als bedoeld onder a. en b. gedurende de planperiode van dit bestemmingsplan wordt gewijzigd, wordt bij de verlening van de omgevingsvergunning rekening gehouden met die wijziging;
  • f. parkeergelegenheid die gerealiseerd is om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid, dient in stand te worden gehouden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan 'Driehoeven 4, 25 en 62 en Haarendijk 8'.