Plan: | Buitengebied, herziening Oirschotse Heide, militair oefenterrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0823.BPBGOirschotsehei-VAST |
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0823.BPBGOirschotsehei-VAST met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening Oirschotse Heide, militair oefenterrein' van de gemeente Oirschot.
de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening Oirschotse Heide, militair oefenterrein' van de gemeente Oirschot.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals bodemopbouw/- samenstelling, geomorfologie, reliëf, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik in deze bodem, en die als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een plek, waar een troepenmacht te velde in de open lucht legert.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding), landschap en recreatie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur.
een gesloten bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk.
zone die dienst doet als verspreidingsgebied respectievelijk migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen.
al of niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen. Het betreft een gebeurtenis die aaneengesloten plaatsvindt met een maximum duur van drie dagen.
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen, survivaltochten, picknicken, natuurgerichte recreatie en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
het onttrekken van grondwater door middel van een onttrekkingsinrichting.
ontsluitingswegen en kavelpaden.
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha.
bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
het normale onderhoud van agrarische gronden, bossen, groenelementen / landschapselementen en natuurterreinen, zoals het beweiden en maaien van graslanden, het ploegen, eggen en inzaaien van akkers, het schonen van sloten en greppels, alsmede het regulieren onderhoud van bossen, groenelementen / landschapselementen en natuurterreinen, waaronder het kappen van bomen ter uitvoering van een goedgekeurd beheersplan.
beneden het peil.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan de bestemming onttrokken, voer- en vaartuigen, arken, caravans, stacaravans en tenten voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
inrichting of werk, bestemd voor het onttrekken van grondwater.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw.
de grens van het kadastrale perceel.
het ondernemen van activiteiten voor diens plezier.
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en dat door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over korte afstand naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien dit onderkomen wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt het voor de toepassing van dit plan aangemekt als stacaravan.
open of onbebouwd gebied waar troepen zich kunnen verplaatsen zonder beperkingen of obstakels die de beweging of het zicht belemmeren.
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van watergangen en dergelijke.
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Maatschappelijk - Militair terrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn met het oog op de bescherming van de landschappelijke en natuurwaarden, als beschreven in lid 3.1, bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 3.2.2 onder a en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen wordt verhoogd tot 5 m, indien dit noodzakelijk is voor het landsbelang en er geen aantasting plaatsvindt van de ecologische waarden en kenmerken van de ecologische hoofdstructuur (Natuurnetwerk Brabant).
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 3.4.1 onder e voor het houden van evenementen met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De in sub 3.6.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en natuurwaarden zoals bedoeld in lid 3.6.1 niet onevenredig aangetast worden en er geen aantasting plaatsvindt van de ecologische waarden en kenmerken van de ecologische hoofdstructuur (Natuurnetwerk Brabant).
De voor Leiding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2 en toestaan dat bouwwerken overeenkomstig dit hoofdstuk van deze regels worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sub 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en instandhouding van een ondergrondse hoogspanningsverbinding met een maximum spanning van 150 kV met de daarbij behorende:
Op de voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter ten dienste van de in lid 5.1 bedoelde bestemming worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:
In het belang van de hoogspanningsverbinding als bedoeld in lid 5.1 is het, behoudens het bepaalde in lid 5.5.2 verboden op en in de in lid 5.1 bedoelde gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 5.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden:
De vergunning als bedoeld in lid 5.5.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de aardkundige waarden zoals die beschreven zijn in Bijlage 2 Aardkundig waardevol gebied van de regels.
Op of in deze gronden mag slechts gebouwd worden indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sub 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologisch rijksmonument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.
Voor het bouwen van bouwwerken is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Oirschot te worden ingediend.
Voor het bouwen van werken en werkzaamheden is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Oirschot te worden ingediend.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunningaanvraag als bedoeld in lid 8.2.1 sub a, winnen zij schriftelijk advies in bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door afwijking van de bouwregels geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1 (gebied met archeologische waarde)' zonder een omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren, indien de oppervlakte van het werk of de werkzaamheden groter is dan 0 (nul) m2:
Het in lid 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Ten aanzien van de in lid 8.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Voor zover de in lid 8.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunningaanvraag als bedoeld in lid 9.2.1 sub a, winnen zij schriftelijk advies in bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door afwijking van de bouwregels geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (gebied met hoge archeologische verwachting) zonder een omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren, indien de oppervlakte van het werk of de werkzaamheden groter is dan 100 m2:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Ten aanzien van de in lid 9.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Voor zover de in lid 9.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunningaanvraag als bedoeld in lid 10.2.1 sub a, winnen zij schriftelijk advies in bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door afwijking van de bouwregels geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (gebied met hoge archeologische verwachting)zonder een omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren, indien de oppervlakte van het werk of de werkzaamheden groter is dan 100 m2:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Ten aanzien van de in lid 10.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Voor zover de in lid 10.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
De voor 'Waterstaat - Attentiezone waterhuishouding' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de waterhuishouding. Het oprichten van bebouwing, voor zover dit is toegelaten volgens de krachtens dit plan aan de gronden gegeven bestemmingen en planregels, is uitsluitend toegestaan indien functies en activiteiten geen negatief effect hebben op de hydrologische instandhoudingsdoelen van het hierbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sub 11.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van reclameaanduidingen gelden de volgende voorwaarden:
In die gevallen, waarin de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, en andere maten, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan voor de bestaande feitelijke situatie, uitgezonderd in geval van nieuwbouw.
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in elk geval verstaan:
Bij het verwezenlijken van respectievelijk het gebruiken van gronden in overeenstemming met de functies die op de voor deze bestemming aangewezen gronden zijn toegestaan, dient binnen het plangebied te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform het geldende gemeentelijke parkeerbeleid.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de vliegverkeersveiligheid binnen de Inner Horizontal Surface en Conical Surface (IHCS) en het voorkomen van verstoringen binnen het verstoringsgebied rondom de start- en landingsbaan (Instrument Landing System; ILS).
In afwijking van het bepaalde in dit hoofdstuk van de regels, mogen op de sub 15.1.1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte hoger dan 40 m.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 15.1.2 en toestaan dat er hoger wordt gebouwd mag worden dan 40 m, met dien verstande dat de werking van de ILS niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed en voorafgaand aan het verlenen van de vergunning advies is ingewonnen bij de beheerder van het betrokken ILS.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuur netwerk Brabant' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrens, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten, indien dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de de ecologische hoofdstructuur ten behoeve van beekherstel en herstel van natte natuurparels, waterberging, ecologische verbindingszones, waterzuiveringsgebieden wijzigen in de bestemming 'Natuur' en/of de bestemming 'Water', indien en voor zover de gronden worden ingericht en beheerd als natuurgebied.
Deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van toevoeging van de bestemming 'Waarde - Aardkundig waardevol gebied', 'Waarde - Archeologie 1 (gebied met archeologische waarde)', 'Waarde - Archeologie 2 (gebied met hoge archeologische verwachting)', 'Waarde - Archeologie 3 (gebied met hoge archeologische verwachting)', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit wenselijk dan wel noodzakelijk is, mits vooraf terzake advies is ingewonnen bij een deskundige op het gebied van archeologie.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening Oirschotse Heide, militair oefenterrein'.