direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: De Beemel 17 en 19 Nuenen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0820.BPNuenBeemel17en19-D001

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en uitritten.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Algemeen

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte respectievelijk de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' en/of 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte;
  • c. het aantal woningen binnen een bouwvlak bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen binnen het desbetreffende bouwvlak;
  • d. de voorgevel dient in de gevellijn te worden gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' dient de afstand van de hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrenzen ten minste 3 m bedragen;
  • f. het oppervlak van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 250 m2;
  • g. de dakhelling bedraagt ten minste 200 en ten hoogste 550, voor ten minste 60%.

4.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen het bouwvlak uitsluitend worden gesitueerd op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw, aan 1 zijde dient de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 m te bedragen;
  • b. tevens mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gesitueerd binnen de aanduiding bijgebouwen;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw met een maximum van 6,5 m;
  • d. de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,2 m;
  • e. de oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag in totaal maximaal 60 m2 per bouwperceel bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde in dit artikel onder e telt de bebouwde oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op de gronden aangeduid als 'vrijstaand' niet mee bij de berekening van de bebouwde oppervlakte, voorzover deze zijn gesitueerd achter het verlengde van de voorgevel en voor het verlengde van de achtergevel van het hoofdgebouw;
  • g. in aanvulling van het bepaalde in dit artikel onder e geldt voor de gronden gelegen achter de achtergevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan dat minimaal 25 m2 onbebouwd dient te blijven;
  • h. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot het hoofdgebouw en/of aangebouwde bij- en uitbouwen bedraagt ten minste 1,5 m;
  • i. het dak mag een plat dak zijn, ofwel een kap met dakhelling van ten hoogste 550.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. een zwembad mag uitsluitend worden gesitueerd op een afstand tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens van ten minste 1 m.

4.2.5 Bouwen onder peil

Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

4.3.1 Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten

het gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m2 mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. degene die de activiteit in de woning of het bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • e. de activiteit mag niet vergunningsplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;
  • f. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;

4.3.2 Parkeren

Voor parkeren gelden de volgende regels:

  • a. per bouwkavel dienen ten minste 2 parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd;
  • b. een garage wordt niet meegeteld bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen.

4.3.3 Strijdig gebruik

Het is verboden de in deze bestemming begrepen bebouwing te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming:

  • a. bijgebouwen bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte;
  • b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  • c. gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van een seksinrichting.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Bewoning bijgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.3 onder a en toestaan dat een een bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. de oppervlakte die wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, niet meer bedraagt dan de maximaal toegestane gezamelijke oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 80 m2 van het perceeloppervlakte;
  • c. de balangen van derden niet onevenredig worden aangetast.
  • d. de omgevingsvergunning wordt ingetrokken indien de bij het verlenen van de vergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

4.4.2 Publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.3 onder b en binnen een woning en/of bijgebouw de uitoefening van een publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toe staan mits:

  • a. ten hoogste 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m2 mag worden gebruikt voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • b. degene die de activiteit zal uitvoeren de bewoner van het pand betreft;
  • c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeers- en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling past in de woonomgeving;
  • e. er geen detailhandel plaatsvind, met uitzondering van beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in verband met de activiteit.