Plan: | Landgoed Gulbergen 2018 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPLandgGulberg2018-D003 |
Het bestemmingsplan Landgoed Gulbergen 2018 met identificatienummer
NL.IMRO.0820.BPLandgGulberg2018-D003 van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
Inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
De afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zowel qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie die plaatsvinden binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
De grond deel uitmakend van een bouwperceel, behorend bij één woning, waarop geen hoofdgebouw is of mag worden gebouwd krachtens de vigerende woonbestemming.
Die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt.
Gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone en die deze verbinden.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Veehouderij met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkrundveehouderij.
Het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de context/karakteristiek van het landschap, bijvoorbeeld door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting.
Het snijpunt van twee hellende dakvlakken;
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een gebouw of woning bedoeld voor tijdelijk recreatief gebruik in de vorm van recreatief nachtverblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
Een evenement gericht op het tentoonstellen alsmede demonstreren van (onderdelen) van motoren, motoraccessoires en modelmotoren alsmede de verkoop van deze goederen.
Een evenement bestaand uit een opstelling van tenten en kramen, waarbij informatie wordt gegeven over ontwikkelingen op tuingebied. Dit gaat gepaard met de verkoop van planten en tuinartikelen in de ruimste zin van het woord.
Agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
Het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning c.q. hoofdverblijf, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droog vallen.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot de harten van de scheidsmuren.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken alsmede daarmee vergelijkbare bouwdelen buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.00 m.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen, poelen en houtwallen, en overeenkomstig de in 3.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Agrarische bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van het bouwvlak, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch - tuinontwerpbedrijf' de uitoefening van een tuinontwerpbedrijf is toegestaan.
De volgende agrarische bedrijven zijn niet toegestaan:
Het gehele gebied mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik worden recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, en bewegwijzering.
Ter plaatse van het agrarisch bouwblok is één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen per bouwvlak toegestaan.
Voor zover ingevolge deze regels een bedrijfswoning is toegestaan, is gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een tuinbeurs is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', met dien verstande dat:
Een stationaire motorenshow is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stationaire motorenshow', met dien verstande dat:
Binnen het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan:
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak is als volgt:
bedrijfsgebouwen | min. | max. | |
goothoogte | n.v.t. | 6 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
dakhelling | 12° | 45° |
bedrijfswoning | min. | max. | |
goothoogte1) | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte1) | n.v.t. | 10 m | |
inhoud2) | n.v.t. | 750 m³ | |
dakhelling3) | 12° | 45° |
1) Voorzover de bestaande goot- of bouwhoogte van een woning meer bedraagt dan ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, geldt voor die woning de bestaande goot- of bouwhoogte als maximum.
2) Voorzover de bestaande inhoud van een woning meer bedraagt dan ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, geldt voor die woning de bestaande inhoud als maximum.
3) Voorzover de bestaande dakhelling van een woning afwijkt van hetgeen ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, geldt voor die woning de bestaande dakhelling als minimum/ maximum.
bijgebouwen bij bedrijfswoning | min. | max. |
bebouwde oppervlakte | n.v.t. | 90 m² |
goothoogte | n.v.t. | 3 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m |
dakhelling | 12° | 45° |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
bouwhoogte erfafscheidingen voor voorgevelrooilijn | 1 m |
bouwhoogte erfafscheidingen achter voorgevelrooilijn | 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder de bedrijfswoning.
Herbouw van de bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan via omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3.3.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 teneinde aan- en uitbouwen van de bedrijfswoning en aangebouwde bijgebouwen met een plat dak toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 teneinde erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn met een grotere bouwhoogte toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan overeenkomstig het bepaalde in 3.2.4 door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning de herbouw van de bedrijfswoning mogelijk maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4 teneinde toe te staan dat een bijgebouw bij de bedrijfswoning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Bos' en/of 'Natuur', mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
en:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
bedrijfsgebouwen | |
max. oppervlakte (per bouwvlak) | volledig bouwvlak |
max. goothoogte | 4 m |
4.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen, poelen en houtwallen, en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Het gehele gebied mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik worden recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, en bewegwijzering.
Een tuinbeurs is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', met dien verstande dat:
Een hondenverening is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondenvereniging'.
Verblijfsrecreatie is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' in de vorm van verblijfsrecreatie in een bestaande recreatiewoning.
Uitsluitend zijn toegestaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 sub b onder 2 teneinde afrasteringen met een maximale hoogte van 2 m toe te kunnen staan op een geringere afstand dan 10 m van de bestemmingsgrens mits de landschappelijke- en natuur waarden niet onevenredig worden aangetast.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken binnen deze bestemming:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 5.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 5.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor ' Natuur ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder infrastructurele voorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden houdt in dat biotopen van inheemse flora en fauna, in het bijzonder van amfibieën, bosvogels, plantengezelschappen en dagvlinders dienen te worden beschermd.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' is tevens een ecologische verbindingszone toegestaan, alsmede een zoekgebied voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Het gebied mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik worden recreatieve voorzieningen toegestaan in het gebied zoals paden, banken, picknicktafels, en bewegwijzering.
Uitsluitend zijn toegestaan:
met dien verstande dat:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 6.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind
De als Recreatie - Golfterrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Leidingen zijn toegestaan nabij of ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - milieutechniek leidingstraat'. Tevens zijn leidingen toegestaan welke aansluiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - milieutechniek' aangeduide leidingen ten behoeve van milieutechnische zorg en nazorg.
De bestemming richt zich tevens op het waarborgen van milieutechnische zorg en nazorg. Onder milieutechnische zorg en nazorg wordt in elk geval begrepen de mogelijkheid stelselmatige meting van bodem, water en lucht te verrichten, alsmede de mogelijkheid om gronden te benutten voor het toepassen van ingrepen bij de bestrijding van eventuele calamiteiten.
Het gehele gebied mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik worden recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, en bewegwijzering.
Binnen de bestemming zijn uitsluitend de volgende bouwwerken toegestaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken binnen deze bestemming:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, parkeervoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbaar nutsvoorzieningen, bermen, sloten en weg beplantingen, en overeenkomstig de in 8.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' hebben naast de functie van ecologische verbindingszone, tevens een functie als zoekgebied voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Uitsluitend zijn toegestaan:
In afwijking van het bepaalde in 8.2.1 zijn ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gebouwen toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest.
De voor ‘Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, en overeenkomstig de in 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' hebben naast de functie van ecologische verbindingszone, tevens een functie als zoekgebied voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, en overeenkomstig de in 10.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Langs het kanaal kunnen kleinschalige recreatieve voorzieningen worden aangebracht gericht op water- en oeverrecreatie (wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, roeien, schaatsen, natuurbeleving).
Gebruik van de gronden voor verkeersdoeleinden is slechts toegestaan als ondergeschikt gebruik.
Uitsluitend zijn toegestaan:
met dien verstande dat:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen de bestemming wonen is gebruik van een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak.
Per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan. In afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het met die aanduiding aangeduide aantal toegestaan.
Met betrekking tot de inhoud van de woningen gelden de volgende regels:
Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
woning | min. | max. |
goothoogte1) 3) | n.v.t. | 5 m |
afstand zijdelingse perceelsgrens2) 3) | n.v.t. | n.v.t. |
dakhelling 3) 4) | 30° | 50° |
1) Voorzover de bestaande goothoogte van een woning meer bedraagt dan ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, geldt voor die woning de bestaande goot- of bouwhoogte als maximum.
2) Voorzover de bestaande afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van een woning minder bedraagt dan ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, geldt voor die woning de bestaande afstand tot de zijdelingse perceelsgrens als minimum.
3) Ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' geldt:
4) Voorzover de bestaande dakhelling van een woning afwijkt van hetgeen ingevolge bovenstaande tabel is toegestaan, geldt voor die woning de bestaande dakhelling als minimum/ maximum.
bijgebouwen bij woning | min. | max. |
bebouwde oppervlakte bijgebouwen en overkappingen | n.v.t. | 90 m² |
goothoogte | n.v.t. | 3 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de woning | 2 m | 10 m |
dakhelling | 15º | 45º |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | min. | max. |
bouwhoogte erfafscheidingen vóór voorgevel woning | n.v.t. | 1 m |
bouwhoogte erfafscheidingen achter voorgevel woning | n.v.t. | 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 6 m |
antennes | n.v.t. | 12 m |
Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder hoofdgebouwen.
Herbouw van woningen is uitsluitend toegestaan via omgevingsvergunning als bedoeld in 11.3.5.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 en toestaan om gebouwen buiten het bouwvlak op te richten, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.5 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen te vergroten, mits voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.5 teneinde aan- en uitbouwen van de woning, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen met een plat dak toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.5 teneinde erfafscheidingen voor de voorgevel met een grotere bouwhoogte toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning overeenkomstig 11.2.7 de herbouw van de woning mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken binnen deze bestemming:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.4 teneinde toe te staan dat een bijgebouw bij de woning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Op of in de in 12.1 onder 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 12.5.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
Op de in 13.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de bovengrondse hoogspanningsverbinding, met dien verstande dat de bouwhoogte van hoogspanningsmasten maximaal 45 m mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2.1 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemmingen toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken beheerder.
Voorts zijn de regels van de betreffende hoofdbestemming van toepassing.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 13.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Op of in de in 14.1 onder 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken toekomstige leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant dan wel de beheerder van de leidingstrook of een onafhankelijke deskundige op het gebied van externe veiligheid. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Leidingstrook zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 14.5.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder dan wel de beheerder van de leidingstrook of een onafhankelijke deskundige op het gebied van externe veiligheid omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor ‘Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Binnen het gebied ‘Waarde - Archeologie hoog' als bedoeld in lid 15.1 is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, de fundering en de afmetingen van bouwwerken, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van de betreffende waardevolle terreinen, maar ook omdat de exacte begrenzingen van archeologische terreinen niet in alle gevallen vaststaan.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde sub 15.5.3, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 15.2 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien het niet mogelijk is de middels archeologisch onderzoek vastgestelde aanwezige archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning het voorschrift verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden of dat een archeologische begeleiding zal plaatsvinden.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld sub 15.5.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde sub 15.6.3, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 15.1 bedoelde gronden de volgende sloopwerkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien het niet mogelijk is de middels archeologisch onderzoek vastgestelde aanwezige
archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning het voorschrift verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de sloopwerkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden of dat een archeologische begeleiding zal plaatsvinden.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld sub 15.6.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor ‘Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Binnen het gebied ‘Waarde - Archeologie middelhoog' als bedoeld in lid 16.1 is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde sub 16.4.3, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 2.500 m² of meer:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien het niet mogelijk is de middels archeologisch onderzoek vastgestelde aanwezige archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning het voorschrift verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden of dat een archeologische begeleiding zal plaatsvinden.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld sub 16.4.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde sub 16.5.3, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 16.1 bedoelde gronden de volgende sloopwerkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 2.500 m² of meer:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien het niet mogelijk is de middels archeologisch onderzoek vastgestelde aanwezige
archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning het voorschrift verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de sloopwerkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden of dat een archeologische begeleiding zal plaatsvinden.
voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor ‘Waarde - Archeologisch waardevol' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Binnen deze bestemming is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, de fundering en de afmetingen van bouwwerken, voor zover die worden gebouwd ter plaatse van of binnen een afstand van 30 m tot gebieden, die op de verbeelding zijn aangeduid als 'specifieke vorm van waarde - archeologisch monument', zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van de betreffende waardevolle terreinen, maar ook omdat de exacte begrenzingen van archeologische terreinen niet in alle gevallen vaststaan.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde sub 17.5.3, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 17.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld sub 17.5.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische w aarden, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 17.1 bedoelde gronden de volgende sloopwerkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld sub 17.6.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren, zoals watergangen en regenwaterbuffers, overeenkomstig de Keur van het waterschap.
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken geen gebouw zijnde:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 18.2.2, voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde of gebouwen binnen de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een geurzone.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1.2 voor het toestaan van nieuwe geurgevoelige objecten, voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperking veehouderijen' is vestiging van en/of omschakeling naar veehouderijen niet toegestaan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regionale waterberging' mede tot behoud van het regionale waterbergend vermogen van dat gebied, met dien verstande dat bebouwing ten dienste van waterberging tot een hoogte van ten hoogste 2 meter is toegestaan.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 20.4.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.2 wordt het bevoegde waterstaatsgezag gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.2 mag alleen worden verleend, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - reservering waterberging' voor de aanleg en behoud van waterbergend vermogen van het gebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - behoud en herstel watersystemen' de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 20.6.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.6.2 wordt het bevoegde waterstaatsgezag gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.6.2 mag alleen worden verleend, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant' mogen geen fysieke ingrepen worden mogelijk gemaakt met een negatief effect op de waterhuishouding van het Natuur Netwerk Brabant.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 20.7.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.7.2 wordt het bevoegde waterstaatsgezag gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.7.2 mag alleen worden verleend, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologische verbindingszone' de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 20.8.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.8.2 wordt het bevoegde waterstaatsgezag gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.8.2 mag alleen worden verleend, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn de gronden mede bedoeld als beschermingszone van een straalverbinding.
Ongeacht hetgeen in de regels voor de op deze gronden rustende bestemming(en) is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' niet hoger worden gebouwd dan 65,00 m ten opzichte van NAP, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze noodzakelijk zijn voor een doelmatig beheer en instandhouding van de straalverbinding, met dien verstande dat de oppervlakte en de hoogte niet meer mogen bedragen dan die welke aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling van dit plan met omgevingsvergunning kan worden afwijken, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits:
Met dien verstande dat deze algemene afwijkingsbevoegdheid niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant'.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemmingen te wijzigen, ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voorzover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt, de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en wordt voldaan aan artikel 20.7.
Met dien verstande dat deze algemene wijzigingsbevoegdheid niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant'.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsbevoegdheid' wijzigen in de bestemming 'Verkeer', voor de aanleg en instandhouding van een ontsluitingsweg, bestaande uit ten hoogste vier rij- c.q . opstelstroken. Een en ander mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij de invulling van de aspecten natuur en landschap dient rekening te worden gehouden met de memo “LG Gulbergen – uitgangspunten wijz bvh” die als bijlage 1 bij de toelichting is gevoegd.
voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming, een dubbelbestemming en gebiedsaanduidingen, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, gaat het belang van de dubbelbestemming en gebiedsaanduidingen voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen geldt dat dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming en/of gebiedsaanduidingen:
In geval van nieuwe ontwikkelingen (nieuwe bebouwing of gewijzigd gebruik) dient op het eigen bouwperceel te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid om de extra parkeerbehoefte als gevolg van de ontwikkeling op te vangen, waarbij moet worden uitgegaan van de parkeerkencijfers zoals aangeven in het ASVV2012 uitgegeven door het CROW.
Deze regels worden aangehaald als:
'Regels van het bestemmingsplan Landgoed Gulbergen 2018 '.