Plan: | Bedrijventerrein Eeneind West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPEeneindWest2015-D001 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Eeneind West 2015' met identificatienummer NL.IMRO.0820.BPEeneindWest2015-D001 van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, die gelegen is tegenover de voorgevel;
bebouwing waarbij de voor-, zij- en achterkanten wat betreft uiterlijke verschijningsvorm niet of nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn als gevolg van eenzelfde gevelbehandeling en/of materiaalgebruik;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, te bewonen door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of het terrein in overeenstemming met de bestemming;
bij bouwwerken: aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan; als bestaand bouwwerk wordt ook aangemerkt een bouwwerk dat mag worden opgericht krachtens een vóór het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen;
bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde verbonden is;
aan het plangebied grenzende gronden behorende tot het Dommelbeekdal, Eindhovens Kanaal of agrarisch buitengebied;
een niet omgevingsvergunning-plichtige ruimte die in de vorm van een aanhangwagen, gefabriceerd, ingericht en bestemd is voor het genieten van recreatief verblijf;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen;
detailhandel in auto's boten, caravans en tenten, aanhangwagens, landbouwmachines en -werktuigen, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de vervaardiging, opslag en uitstraling;
De ecologische hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van grote en kleine natuurgebieden waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd. Daarmee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen en dieren en planten uitsterven en dat de natuurgebieden zo hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.
De EHS bestaat uit:
bebouwing direct grenzend aan de in de planregels bedoelde zones (1.48 zone buitengebied, 1.49 zone Collse Hoefdijk of 1.50 zone middengebied);
uitsluitend voor op Eeneind gevestigde bedrijven gerichte dienstverlening op het gebied van kopiëren, postverzorging e.d. dan wel beschikbaar stellen van faciliteiten voor vergaderingen, presentaties e.d.;
de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermende maatregelen tegen deze potentiële oorzaken;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
primaire ontsluiting van het plangebied op de Collse Hoefdijk ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard;
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt bepaald door de aanwezigheid van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de niet-levende en levende natuur;
bouwdelen die buiten het gebouw uitsteken, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken;
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het bedrijfsgebouw is als paviljoen gesitueerd in een (parkachtige) groenzone grenzend aan het buitengebied. Het gebouw is alzijdig vormgegeven en grenst zowel aan het buitengebied als aan de openbare weg.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
gedeelte van de rijbaan of weg dat gemarkeerd wordt door een doorgetrokken of onderbroken streep, breed genoeg om gebruikt te kunnen worden door motorvoertuigen op meer dan 2 wielen;
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een in hoofdzaak uit textiel of uit daarmee vergelijkbare materialen vervaardigd onderkomen voor recreatief dag- en/of nachtverblijf, dat gemakkelijk is op te vouwen en in te pakken;
de gevel van een gebouw, die gekeerd is naar de weg of het openbare gebied;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze gelden op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een gevel van een hoofdgebouw niet zijnde een voor- of achtergevel;
gronden met bebouwing grenzend aan het Dommelbeekdal, Eindhovens Kanaal of agrarisch buitengebied;
gronden met bebouwing grenzend aan de Collse Hoefdijk.
gronden niet behorende tot de zone met bebouwing langs de Collse Hoefdijk of buitengebiedzone.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft, dat maximaal bebouwd mag worden.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen. Waarbij voor parkeervoorzieningen geldt dat deze op eigen terrein gerealiseerd dienen te worden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen in de zone gelegen aan de Collse Hoefdijk gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen in de zone middengebied gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen in de zone buitengebied gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Bouwhoogte maximaal |
a. antennes, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn; | 15,00 meter |
b. licht- en andere masten; | 8,00 meter |
c. terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn in de zones Collse Hoefdijk en buitengebied; | 1,00 meter |
d. terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn in de zone middengebied; | 2,00 meter |
e. terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn; | 3,00 meter |
f. in afwijking van het bepaalde onder c. en d. geldt dat terreinafscheidingen bij paviljoens in de zone buitengebied niet zijn toegestaan, met uitzondering van een toegangspoort met een maximale bouwhoogte van 1,00 meter ter plaatse van in- en uitritten. |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
indien dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.2 sub a, 3.2.3 sub a en 3.2.4 sub a voor een gewijzigd bebouwingspercentage, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.2 sub b, 3.2.3 sub b en 3.2.4 sub b voor het bouwen van ondergeschikte bouwdelen voor de voorgevelrooilijn onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.2. sub d en 3.2.4. sub d voor het bouwen van gebouwen met een (gedeeltelijke) bouwhoogte van maximaal 14 meter onder de voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.5 sub c voor het bouwen van terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2,00 meter voor de voorgevelrooilijn en/ of het bouwen van vrijstaande antennes, licht- en andere masten en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere hoogte onder de voorwaarde dat:
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt tevens verstaan het gebruik van gronden en/of bouwwerken overeenkomstig het bepaalde in 3.1 sub a, als de landschappelijke inpassing overeenkomstig het Beeldkwaliteitsplan, bijlage 3 bij dit bestemmingsplan, niet is gerealiseerd:
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt tevens verstaan het gebruik van gronden en/of bouwwerken overeenkomstig het bepaalde in 3.1 sub a, als de waterberging, zoals beschreven in de rapportage "Roelofs, Waterparagraaf Ontwikkeling bedrijventerrein Eeneind-West, projectnummer 41015123 d.d. 27-11-2012", bijlage bij de bij dit uitwerkingsplan gevoegde toelichting, nog niet is gerealiseerd.
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt tevens verstaan het gebruik van gronden en/of bouwwerken overeenkomstig het bepaalde in 3.1 sub a, als dit gebruik onevenredig nadelige effecten heeft op de ecologische hoofdstructuur wat betreft de stikstofdepositie.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en/of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende laad- en losgelegenheid, alsmede in voldoende parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers op eigen terrein.
Parkeren | |||
Dommelbeekdal | Eindhovens Kanaal | Buitengebied noordwestzijde | |
Voor voorgevelrooilijn | Parkeren niet toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Naast zijgevel | Parkeren toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Achter achtergevel | Parkeren toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Buitenruimte opslag | |||
Dommelbeekdal | Eindhovens Kanaal | Buitengebied noordwestzijde | |
Voor voorgevelrooilijn | Opslag niet toegestaan |
Opslag niet toegestaan | Opslag niet toegestaan |
Naast zijgevel | Opslag niet toegestaan |
Opslag toegestaan* | Opslag toegestaan* |
Achter achtergevel | Opslag niet toegestaan |
Opslag toegestaan* | Opslag toegestaan* |
* Mits niet zichtbaar vanaf openbaar- en buitengebied
Parkeren | |||
Dommelbeekdal | Eindhovens Kanaal | Buitengebied noordwestzijde | |
Voor voorgevelrooilijn | Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Naast zijgevel | Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Achter achtergevel | Parkeren niet toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Buitenruimte opslag | |||
Dommelbeekdal | Eindhovens Kanaal | Buitengebied noordwestzijde | |
Voor voorgevelrooilijn | Opslag niet toegestaan |
Opslag niet toegestaan | Opslag niet toegestaan |
Naast zijgevel | Opslag niet toegestaan |
Opslag toegestaan* | Opslag toegestaan* |
Achter achtergevel | Opslag niet toegestaan
|
Opslag toegestaan* | Opslag toegestaan* |
* Mits niet zichtbaar vanaf openbaar- en buitengebied
Parkeren | |||
Dommelbeekdal | Eindhovens Kanaal | Buitengebied noordwestzijde | |
Voor voorgevelrooilijn | Parkeren toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Naast zijgevel | Parkeren toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Achter achtergevel | Parkeren niet toegestaan |
Parkeren toegestaan | Parkeren toegestaan |
Buitenruimte opslag | |||
Dommelbeekdal | Eindhovens Kanaal | Buitengebied noordwestzijde | |
Voor voorgevelrooilijn | Opslag niet toegestaan |
Opslag niet toegestaan | Opslag niet toegestaan |
Naast zijgevel | Opslag niet toegestaan |
Opslag toegestaan* | Opslag toegestaan* |
Achter achtergevel | Opslag niet toegestaan |
Opslag niet toegestaan | Opslag niet toegestaan |
* Mits niet zichtbaar vanaf openbaar- en buitengebied
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.1 sub a ten behoeve van aanpassingen of afwijkingen van de zonegrenzen/ zones, indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.5.1 sub d voor de toevoeging van kwetsbare objecten, uitsluitend in de vorm van kantoren met een oppervlakte kleiner dan 1.500 m² bvo, mits niet gelegen binnen de plaatsgebonden risicocontour (10-6/jaar) of een afstand, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen in samenhang met artikel 2, eerste lid, en artikel 3 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.1 sub a onder 5 voor de ligging van de plaatsgebonden risicocontour (10-6/jaar) of de afstanden als bedoeld in artikel 2 Regeling externe veiligheid inrichtingen buiten het eigen perceel, mits de contour:
Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'pad' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 3.7.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien de cultuurhistorisch- en landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het onderhoud van de watergang.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat. Voor de verlening van de omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of bouwwerken anders dan volgens 4.1 wordt toegestaan.
Het gebruik van de gronden voor recreatief medegebruik is toegestaan mits dit geschiedt zonder winstoogmerk en het ter plaatse niet met verbodsborden is verboden.
Het bevoegd gezag kan, in overleg met (en toestemming van) de waterbeheerder, via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, mits het gebruik in overeenstemming is met de onderliggende bestemming en blijkt dat de bescherming van de watergang als zodanig overbodig is geworden en/of de afvoer van water adequaat op een andere wijze zal worden verzorgd.
Het is verboden op of in de gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 4.5.1 is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan, in overleg met (en toestemming van) de waterbeheerder, via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, mits blijkt dat de bescherming van de watergang als zodanig overbodig is geworden en/of de afvoer van water adequaat op een andere wijze zal worden verzorgd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de navolgende procedureregels in acht genomen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan 'Bedrijventerrein Eeneind West'.