direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
Plan: Landgoed Sandtstaete 2010
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0809.sandtstaete-OW01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een agrarische bedrijfsuitoefening, in de vorm van agrarisch grondgebruik, met uitzondering van kwekerijen en boomteeltbedrijven.
3.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd voor extensief recreatief medegebruik, met uitzondering van speelvoorzieningen, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van schuilhutten, kleine veld-en opslagschuren en dergelijke waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de schuilhut dient noodzakelijk te zijn vanwege een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
  • b. de oppervlakte van het bouwperceel mag niet minder bedragen dan 1 ha;
  • c. de oppervlakte per schuilhut mag niet meer bedragen dan 50 m2;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, voor zover het bouwwerken, geen gebouwen zijnde betreft mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • g. vooraf dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden op of in de gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verwijderen of rooien van bos-, natuur-en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
  • b. het verwijderen van onverharde wegen of paden;
  • c. het verwijderen, aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.
3.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
3.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 3.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.