direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Lage Haghorst 12
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.BPLageHaghorst12-VA01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met de daarbijbehorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. ontsluitingswegen;
  • d. parkeervoorzieningen achter de voorgevellijn.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Per bouwvlak is uitsluitend 1 vrijstaande woning toegestaan.
  • c. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen.
  • d. De maximum inhoud mag niet meer bedragen dan 1.000 m³ inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak;
  • e. De goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • f. De bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • g. Woningen dienen voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van minimaal 30° en maximaal 55°.

3.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. De maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt 100 m², uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', daar bedraagt de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken 200 m²;
  • c. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd.
  • d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter, of - ingeval van het aanbouwen aan het hoofdgebouw - niet hoger dan de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw.
  • e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter.
  • f. Vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van minimaal 30° en maximaal 55°.
  • g. De maximale afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot het hoofdgebouw bedraagt 40 meter.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 meter.
  • b. De bouwhoogte van vrijstaande antennemasten mag niet meer bedragen dan 18 meter.
  • c. De bouwhoogte van licht- en andere masten mag niet meer bedragen dan 8 meter.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

3.3 Afwijken bouwregels
3.3.1 Hogere goot-/nokhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 ten behoeve van de bouw van een woning met een hogere goot- c.q. nokhoogte, met dien verstande dat:

  • a. de hogere goothoogte niet meer dan 6 meter en de hogere nokhoogte niet meer dan 10 meter mag bedragen;
  • b. bij het verlenen van de omgevingsvergunning een belangenafweging dient plaats te vinden waarbij enerzijds betrokken wordt de (architectonische) noodzaak van deze hogere goot- en/of nokhoogte en anderzijds de mate waarin de omringende landschappelijke, abiotische en/of natuur(wetenschappelijke), agrarische, recreatieve waarden c.q. belangen en/of belangen van derden door toepassing van de afwijking (kunnen) worden geschaad.

3.3.2 Zwembad

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 ten behoeve van de aanleg van een zwembad, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van het zwembad tot een perceelsgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte van het zwembad mag niet meer dan 10% van de oppervlakte van het betreffende bouwperceel en in ieder geval niet meer dan 100 m² bedragen;
  • c. de ondergrondse bouwdiepte van het zwembad bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
  • d. bij een eventuele gehele of gedeeltelijke overkapping van het zwembad, dient daarbij hetgeen hiervoor omtrent het bouwen van bijbehorende bouwwerken is bepaald in acht genomen te worden;
  • e. bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor de aanleg van een zwembad dient een belangenafweging plaats te vinden waarbij met name betrokken wordt de mate waarin de belangen van derden door toepassing van de vrijstelling (kunnen) worden geschaad;
  • f. het zwembad dient gesitueerd te worden achter de van de weg afgekeerde gevel van de betrokken woning en op een afstand van niet meer dan 50 meter daarvan;
  • g. bij het verlenen van de omgevingsvergunning is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot te treffen voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken dan wel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving;
  • h. bedrijfsmatige exploitatie van het zwembad wordt aangemerkt als strijdig gebruik.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Gebruik woning

Het gebruik conform het bepaalde in lid 3.1 is uitsluitend toegestaan indien de gronden landschappelijk zijn ingepast, conform hetgeen hierover in de, als bijlage aan de regels toegevoegde, paragraaf landschappelijke inpassing is opgenomen.

3.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van:

  • a. gronden en/of opstallen als staanplaats voor onderkomens, uitgezonderd kampeermiddelen in de vorm van caravans, kampeerauto's en tenten, indien gelijktijdig niet meer dan één caravan, één kampeerauto en/of één tent per bouwperceel wordt/worden geplaatst, mits geplaatst achter de van de weg afgekeerde gevel van de woning, en deze niet wordt/worden gebruikt voor bewoning;
  • b. gronden voor recreatieve doeleinden;
  • c. gronden en/of opstallen voor detail- of groothandel;
  • d. gronden en/of opstallen voor bedrijfsdoeleinden, behoudens afwijking voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep;
  • e. het opslaan van materieel, materialen of voorwerpen ten dienste van enige tak van handel of bedrijf;
  • f. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • g. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • h. kamerbewoning;
  • i. seksinrichtingen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Beroep aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 voor de uitoefening van een beroep aan huis in het hoofd- of bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft, met dien verstaande dat deze woonfunctie in ieder geval geacht wordt gewaarborgd te blijven indien maximaal 40% van de oppervlakte van de woning (inclusief bijbehorende bouwwerken) met een maximum van 50 m2 voor het aan huis gebonden beroep wordt gebruikt;
  • b. de woning en/of bijbehorende bouwwerken blijven voldoen aan de wet- en regelgeving voor woningen;
  • c. er geen inrichting wordt opgericht, verandert of inwerking genomen als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e van de Wabo tenzij voldoende vaststaat dat de inrichting over en weer geen overwegende bezwaren van milieuhygiënische aard zal oproepen, gelet op de ligging, bedrijfsvoering en omvang van de inrichting ten opzichte van de belendende woon- en/of bedrijfsbebouwing en -bestemmingen;
  • d. geen horeca of (detail- of groot)handel plaatsvindt, uitgezonderd kleinschalige verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het aan huis gebonden beroep;
  • e. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten dat extra maatregelen, zoals extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn;
  • f. het niet betreft activiteiten die in de regel in winkelpanden worden uitgeoefend, zoals de vestiging van een kappersbedrijf of videotheek.