Plan: | Laarstraat 16 en 18 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0798.BPLaarstraat1618-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Laarstraat 16 en 18' met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPLaarstraat1618-VG01 van de gemeente Hilvarenbeek;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw is gebouwd, in directe verbinding staat met het hoofdgebouw, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterkant van die lijn gelegen perceelsgrens;
de gevel aan de achterzijde van het hoofdgebouw;
denkbeeldige lijn die strak langs de achtergevel van een gebouw loopt tot aan de perceelsgrenzen;
bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen of het houden van dieren;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwvlak in procenten van de oppervlakte van dat bouwvlak;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een voorziening van niet zelfstandige zorgwooneenheden voor de huisvesting van personen die bij hun normale dagelijkse functioneren 24 uur per dag zijn aangewezen op zeer intensieve en permanente zorg, begeleiding en gedragsregulering en/of verzorging behoeven, zoals personen met een indicatie Zorg Zwaarte Pakket (ZZP) 6 en 7, met uitzondering van ZZP 's binnen de sector GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg), zoals die in 2014 golden.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
de grens van een bouwperceel;
bouwverordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;
een publieke gebeurtenis op het gebied van cultuur en sport of daarmee gelijk te stellen activiteit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
voorzieningen, bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve en openbare dienstverlenende instellingen (alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen);
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw;
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik;
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel door detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
alle water dat zichtbaar (oppervlaktewater) aanwezig is in bijvoorbeeld waterlopen, poelen, vijvers, meren en zeeën, of onzichtbaar (grondwater) aanwezig is zoals freatisch grondwater direct beneden het maaiveld;
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d. en waterhuishoudkundige voorzieningen;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen, dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen, gemalen en inlaten;
een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde waterloop;
een voorziening waar dagopvang, dagverzorging en/of arbeidsmatige dagbesteding wordt geboden aan mensen die als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, psychiatrische en/of psychosociale problematiek beperkt zijn in hun zelfredzaamheid en/of participatie en waarbij de geboden zorg en ondersteuning gericht is op het verbeteren of behoud van de mogelijkheden en kwaliteit van leven.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk
te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de zijdelingse grens van een bouwperceel en dat punt van een op het bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand, gemeten op het peil, het kortst is;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil.
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 3.1.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
Goothoogte | Bouwhoogte | |
hoofdgebouwen | verbeelding | verbeelding |
aan- en uitgebouwen | 3 m | 5,5 m |
bijgebouwen | 3 m | 5,5 m |
overkappingen | - | 3 m |
erfafscheidingen voor de voorgevel | - | 1 m |
erfafscheidingen achter de voorgevel | - | 2 m |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | -3 m |
In het geval van nieuwbouw van agrarische bedrijfsgebouwen is het verboden de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden en daarop aanwezige gebouwen te gebruiken ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde functies, indien er geen landschappelijke inpassing heeft plaats gevonden.
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4.1.1. omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
goothoogte | bouwhoogte | |
gebouwen | 3 m | 5,5 m |
overkappingen | - | 3 m |
erfafscheidingen | - | 2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
Bouwen binnen de aanduiding “bijzondere woonvorm” is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4.1.1. onder c omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1, onder b, voor het verhogen van het bebouwingspercentage, mits:
Het is verboden de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden en daarop aanwezige gebouwen te gebruiken ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde functies, indien er geen landschappelijke inpassing heeft plaats gevonden en op de voor 'Natuur' bestemde gronden geen natuurzone in het kader van de benodigde kwaliteitsverbetering is aangelegd en in stand wordt gehouden overeenkomstig het in bijlage 2 bij deze regels opgenomen plan compensatie/ landschappelijke inpassing.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming.
In afwijking van het voorgaande zijn ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' nutsvoorzieningen toegestaan, uitsluitend met de bestaande goot- en bouwhoogte als maximum.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 ten behoeve van de bouw of het plaatsen van een voederberging en/of voederruif voor wild, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden) de in het schema onder 5.5.4. opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 5.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 5.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden als opgenomen in 5.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 5.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden |
aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied watersystemen' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; |
aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m² | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning beekdal' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en kenmerken van het beekdal tot gevolg hebben; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning beekdal' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en kenmerken van het beekdal tot gevolg hebben; |
aanbrengen van (infrastructurele) ondergronds leidingen | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; |
afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied watersystemen' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning beekdal' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en kenmerken van het beekdal tot gevolg hebben; |
diepploegen en diepwoelen van de bodem | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied watersystemen' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning beekdal' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en kenmerken van het beekdal tot gevolg hebben; |
dempen van poelen, sloten en greppels | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de grondwaterafhankelijke natuurwaarden tot gevolg hebben; - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de waterberging tot gevolg hebben; |
vellen of rooien van houtgewas | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; - ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning beekdal' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en kenmerken van het beekdal tot gevolg hebben; |
het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven | - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; |
Burgemeester en wethouder kunnen de bestemming van de gronden wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied zoekgebied watersystemen' in de bestemming Water, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 voor het bouwen overeenkomstig de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Maatschappelijk', mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in 6.4.1 is niet van toepassing voor:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden te verlenen, vraagt het bevoegd gezag de leidingbeheerder om advies.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van bekende archeologische waarden en archeologische vindplaats.
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in 7.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in 7.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 7.5.1 onder c, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. Alvorens de bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan een door burgemeester en wethouders vastgestelde deskundige op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende KNA.
De voor 'Waarde - Attentiegebied ehs' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie, gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur(waarden).
Het is verboden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 8.2.5 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 8.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden te verlenen, vraagt het bevoegd gezag het ter plaatse bevoegde watergezag om advies.
De in 8.2.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover voldaan wordt aan de criteria gesteld in 8.2.5.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden |
a. aanbrengen van oppervlakteverhardingen; groter dan 100 m²; b. het verzetten van grond van meer dan 100 m³ of op een diepte van meer dan 60 centimeter beneden maaiveld, voor zover geen vergunning is vereist op grond van de Ontgrondingenwet; c. diepploegen en diepwoelen van de bodem; d. dempen van poelen, sloten en greppels; e. aanleggen van drainage; f. verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties. |
Indien de betreffende werken/ werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken/werkzaamheden de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig worden aangetast of kunnen worden aangetast. |
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, en gevellijnen mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, uitsluitend worden overschreden door tot hoofdgebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in elk geval verstaan:
Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen:
gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3,0 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Daar waar op de verbeelding aan gronden meerdere bestemmingen zijn gegeven, prevaleren de regels bij de dubbelbestemming(en). Daar waar tevens op de verbeelding aan gronden meerdere dubbelbestemmingen zijn gegeven, gelden de regels bij deze dubbelbestemmingen naast elkaar.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de in hoofdstuk 4 van de Awb geregelde procedure van toepassing, evenals de artikelen 3.1, 3.8 en 3.9 van de Wabo.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Laarstraat 16 en 18'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 maart 2014. | |
de griffier, | de voorzitter, |
................................ | ................................ |