Plan: | Vaartweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.PHHBG1-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Heusden Buitengebied' is op 18 december 2012 door de gemeenteraad van Heusden vastgesteld.
Het betreft een hoofdzakelijk conserverend bestemmingsplan met enkele particuliere initiatieven wat voldoet aan de landelijke regels voor ruimtelijke plannen. De raad heeft met dit plan gezorgd voor een digitaal raadpleegbaar plan. Het plan voorziet in een ruimtelijk kader voor een periode van 10 jaar. Voor het grootste deel van het plangebied is er vooralsnog geen aanleiding om dit plan te wijzigen. Toch vereisen enkele omstandigheden een herziening van het bestemmingsplan.
Een aantal percelen aan de Vaartweg ten zuiden van Nieuwkuijk zijn in het bestemmingsplan Heusden Buitengebied bestemd als 'Natuur', terwijl het huidige grondgebruik agrarische cultuurgrond is. Het doel van deze herziening is dan ook om recht te doen aan deze bestaande situatie door het opnemen van een agrarische bestemming voor deze percelen.
Het voorliggende bestemmingsplan Vaartweg voorziet daarin.
Een aantal percelen zijn in het bestemmingsplan Heusden Buitengebied bestemd als 'Natuur', terwijl het huidige grondgebruik agrarische cultuurgrond is. Het betreft de kadastrale percelen gemeente Vlijmen, sectie P nummers 283 (deels), 349, 350, 351, 353, 389, 390, 786, en 787.
Ligging percelen
De percelen zijn in het bestemmingsplan Heusden Buitengebied (vastgesteld 18 december 2012) ten bestemd als 'Natuur' met de nadere gebiedsaanduidingen 'boringsvrije zone', 'vrijwaringszone-molenbiotoop', attentiegebied EHS', 'groenblauwe mantel' en 'cultuurhistorisch vlak'.
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied met begrenzing plangebied (rode lijn)
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Agrarisch gebruik is op grond van de bestemming 'Natuur' niet toegestaan.
In het bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen (vastgesteld 22 april 1991 en goedgekeurd op 10 december 1991) is een bestemming 'Agrarisch gebied' met hoge landschappelijke waarden (lo+h) en tevens een deel kernrandgebied (lo+h+kr) opgenomen voor de betreffende percelen. De volgende werken en werkzaamheden zijn toegestaan (artikel 5 lid C. onder II. e.):
De volgende werken en werkzaamheden zijn niet toegestaan:
Op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen is agrarisch grondgebruik toegestaan.
Bestemmingsplan Buitengebied Vlijmen met begrenzing plangebied (rode lijn)
Op 19 maart 2014 is de Verordening Ruimte 2014 in werking is getreden. De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. In de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2014 zijn de betreffende percelen voorzien van de aanduidingen:
Attentiegebied ecologische hoofdstructuur
Voor deze gronden zijn geen fysieke ingrepen mogelijk met een negatief effect op de waterhuishouding van de hierbinnen gelegen ecologische hoofdstructuur. Nadere regels dienen gesteld te worden ten aanzien van de volgende werken en werkzaamheden:
Groenblauwe mantel
De gronden dienen mede tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het gebied. Regels dienen opgenomen te worden ter bescherming van de ecologische, landschappelijke en hydrologische waarden.
Cultuurhistorisch vlak
Bescherming dient plaats te vinden van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van de gebieden.
Regulier agrarisch grondgebruik ter plaatse van deze percelen is mogelijk op basis van de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2014. Voor specifieke werken en werkzaamheden zijn reeds in het bestemmingsplan Heusden Buitengebied beschermende regelingen opgenomen, door middel van gebiedsaanduidingen. Deze worden één op één overgenomen.
De gemeente Heusden heeft een integrale Ontwikkelingsvisie opgesteld voor het buitengebied. Deze is op 20 juli 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Vertaling heeft plaatsgevonden in het bestemmingsplan Heusden Buitengebied. Aangewezen gebieden, waaronder de betreffende percelen met hoge landschapswaarden, zijn voorzien van een nadere aanduiding 'openheid' in het bestemmingsplan. Het aanbrengen van opgaande beplanting kan invloed hebben op de openheid en is daarom gekoppeld aan een vereiste van een omgevingsvergunning. Deze werkzaamheden zijn dus niet bij voorbaat onverenigbaar met de bestemming, maar daarvoor is wel een nadere afweging noodzakelijk.
Gelet op het huidige gebruik van de gronden als agrarische cultuurgrond, de gebruiksmogelijkheden op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan en gelet op het feit dat er geen beperkingen gelden op basis van provinciale regelgeving (Verordening Ruimte Noord-Brabant 2014) kan een agrarische bestemming worden opgenomen met een nadere aanduiding 'openheid', voor de betreffende percelen (gemeente Vlijmen, sectie P nummers 283 (deels), 349, 350, 351, 353, 389, 390, 786 en 787).
De herziening is in lijn met het van toepassing zijnde provinciaal beleid (Verordening Ruimte 2014) en het gemeentelijk beleid (Ontwikkelingsvisie Buitengebied). De verandering van de bestemming heeft verder geen gevolgen voor de uitvoeringsaspecten, zoals bodemkwaliteit, archeologie, milieuhinder, water en dergelijke.
Aangezien deze herziening slechts een geringe aanpassing van de vigerende bestemmingsregeling betreft, wordt conform de gemeentelijke inspraakverordening, afgezien van een ter inzage legging van een voorontwerp.
In artikel 6.12 Wro is bepaald dat een exploitatieplan vastgesteld dient te worden voor gronden waarvoor men voornemens is een bouwplan op te stellen. In artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) is het bouwplan gedefinieerd.
In het onderhavige bestemmingsplan is geen bouwplan voorzien als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is derhalve niet aan de orde.
De kosten voor de bestemmingsplanwijziging komen ten laste van de gemeente Heusden. De financiële uitvoerbaarheid is hiermee verzekerd.
In dit nieuwe bestemmingsplan zijn begrippen en termen gehanteerd die zijn voorgeschreven door de Wro, het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) en SVBP2012 (Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen) en door de (Invoeringswet) Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) per 1 oktober 2010.
Het hoofdstuk inleidende regels omvat de artikelen met betrekking tot de 'begrippen' en de 'wijze van meten'. In artikel 1 'begrippen' worden begrippen uit de planregels verklaard. In artikel 2 'wijze van meten' wordt beschreven hoe de maatvoering (bijvoorbeeld de goothoogte en de bouwhoogte) moet worden gemeten. In de bestemmingsregels zijn de regels voor de bestemming Agrarisch, Leiding - Water en Waarde - Archeologie 4 opgenomen.
Agrarisch
Binnen deze bestemming zijn agrarische doeleinden toegestaan, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen.
Leiding - Water en Waarde - Archeologie 4
De bestemmingen Leiding - Water en Waarde - Archeologie 4 en bijbehorende regelingen zijn één op één overgenomen uit het bestemmingsplan Heusden Buitengebied.
Algemene regels
In deze paragraaf worden, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, aanvullende regels gesteld.
Anti-dubbeltelregel
Het artikel "Anti-dubbeltelregel" bevat bepalingen om te voorkomen dat met het bestemmingsplan strijdige situaties ontstaan of worden vergroot. Deze regel met deze formulering is verplicht gesteld in het Bro (Besluit ruimtelijke ordening).
Algemene bouwregels
In dit artikel is vastgelegd dat bestaande, legaal tot stand gekomen bebouwing is toegestaan, ook als deze in strijd is met de regels van het bestemmingsplan.
Algemene gebruiksregels
In deze bepalingen zijn enkele gebruiksvormen aangegeven, die in ieder geval als strijdig met het bestemmingsplan worden aangemerkt. Het gebruiksverbod zelf is geregeld in artikel 7.10 van de Wro.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is in aanvulling op afwijkingsregels uit de bestemmingen nog een aantal algemene mogelijkheden opgenomen. Het betreft hier een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken.
Procedureregels
Dit artikel regelt de procedure die burgemeester en wethouders dienen te volgen bij toepassing van nadere eisen. De procedureregels vloeien voort uit de bepaling in artikel 3.6, lid 5 Wro: 'belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen omtrent een voorgenomen afwijking bij een omgevingsvergunning of nadere eis naar voren te brengen'.
Overgangs- en slotregels
In de overgangsbepalingen is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. Deze bepalingen met deze formulering zijn verplicht gesteld in het Bro.
In de slotbepaling is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald.