direct naar inhoud van 4.12 Archeologie
Plan: Val
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.HeusdenVALBV-VO01

4.12 Archeologie

Verdrag van Malta

Het Verdrag van Malta is een verdrag dat in 1992 werd ondertekend door alle lidstaten van de Raad van Europa. Eén van de doelstellingen van het Verdrag van Malta is de afstemming van het archeologisch belang met de ruimtelijke ordening. Daarom heeft de wetgever ervoor gekozen om de bescherming van het archeologisch erfgoed in te bedden in de ruimtelijke ordening. Hiervoor is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) aangenomen, de wet waarmee onder andere de Monumentenwet 1988, Wet milieubeheer, de Woningwet en de Ontgrondingenwet zijn gewijzigd.

Het belangrijkste instrument is hierbij het gemeentelijke bestemmingsplan. Bouw- en andere werkzaamheden, waarbij ingrepen in de bodem plaatsvinden moeten immers aan het bestemmingsplan worden getoetst. Op grond van de Monumentenwet 1988 dient de gemeente bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met archeologische waarden en verwachtingen (Monumentenwet 1988 art. 38a). Hierin kunnen bepalingen zoals het overleggen van een rapport (het archeologisch vooronderzoek), vrijstellingsnormen, eventueel verbinden van voorschriften aan vergunning of ontheffing worden opgenomen. De manier waarop archeologie kan worden opgenomen in bestemmingsplannen staat beschreven in de Monumentenwet 1988.

Voor vier Brabantse gemeenten Haaren, Heusden, Loon op Zand en Vught is in opdracht van de Stichting Monumentenhuis Noord-Brabant een gemeentelijke Archeologische waarden- en verwachtingenkaart en een Archeologische Beleidsadvies gemaakt.

Conclusie

Voor het plangebied geldt een lage verwachtingswaarde. Voor dit gebied is een dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie 4' opgenomen, om eventuele aanwezige waarden te beschermen. Voor het gehele plangebied geldt dat indien er tijdens werkzaamheden archeologische vondsten of waarnemingen worden gedaan het verplicht is, zoals aangegeven staat in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), artikel 53, lid 1, om dit te melden bij het bevoegd gezag, in dezen: de minister.