direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan woningsplitsing, verkameren en parkeren
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002512-1301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan woningsplitsing, verkameren en parkeren met identificatienummer NL.IMRO.0796.0002512-1301 van de gemeente 's-Hertogenbosch.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 Aanbouw

Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.8 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.9 Bijgebouw

Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Een bijgebouw kan zijn een aangebouwd bijgebouw in de vorm van een aanbouw of een uitbouw, dan wel een vrijstaand bijgebouw.

1.10 Hoofdgebouw

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.11 Huishouden

Een persoon, of groep personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit 2 of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.

Kamerverhuur valt niet onder het begrip 'huishouden'.

1.12 Inwoning

Medegebruik door maximaal twee personen door bewoning van (een) kamer(s), die onderdeel uitmaakt/uitmaken van een woning, die door een ander huishouden in gebruik is.

1.13 Kamerverhuur / verkameren

Het al dan niet bedrijfsmatig verhuren of aanbieden van kamers binnen een woning, niet zijnde inwoning, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet.

1.14 Mantelzorg

Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.

1.15 Splitsen van een woning

Het verbouwen van een woning tot twee of meer woningen, dan wel het zodanig inrichten, gebruiken of laten gebruiken van een deel van de woning dat feitelijk twee of meer woningen ontstaan.

1.16 Wonen

Het gehuisvest zijn in een woning.

1.17 Woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, al dan niet in combinatie met inwoning door maximaal twee personen. Een woning heeft een eigen toegang en de bewoner(s) kan/kunnen deze bewonen, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning.

1.18 Zelfstandige woonruimte

Zie definitie 'woning'.

Artikel 2 Van toepassing verklaring

2.1 Toepassingsbereik

Met dit plan worden alle bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen van de gemeente 's-Hertogenbosch binnen het plangebied van dit plan, die op het moment van inwerkingtreding van dit plan zijn vastgesteld, herzien op de wijze zoals beschreven in artikel 2.2 en in Hoofdstuk 2. Voor het overige blijven de vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen onverminderd en ongewijzigd van toepassing.

2.2 Van toepassing verklaring begrippen

De in artikel 1.3 tot en met 1.18 opgenomen begrippen worden in alle onderliggende plannen als bedoeld in artikel 2.1 van toepassing verklaard. Voor zover een begrip reeds in een onderliggend bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan voorkomt, wordt dit vervangen door het begrip in dit plan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Parkeerbepalingen

3.1 Toepassingsbereik
  • a. Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1, gelden de navolgend opgenomen regels in aanvulling op c.q. in plaats van de regels van de in artikel 2.1 bedoelde plannen voor wat betreft het aspect 'parkeren', en blijven de overige regels uit de onderliggende plannen ongewijzigd.
  • b. De gronden zoals aangewezen in de verschillende bestemmingen in de in artikel 2.1 bedoelde plannen mogen slechts worden bebouwd onder de voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.
3.2 Bouwregels
  • a. Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen wordt aan de hand van de Nota Parkeernormering 2021 van de gemeente 's-Hertogenbosch bepaald of sprake is van voldoende parkeergelegenheid met dien verstande dat indien voornoemde beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, aan de hand van die nieuwe beleidsregels wordt bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  • b. Het bepaalde onder a. geldt onverkort bij de toepassing van een in de in artikel 2.1 bedoelde plannen opgenomen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid, dan wel uitwerkingsplicht;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a. en b. blijven de parkeernormen van kracht voor zover in de in artikel 2.1 bedoelde plannen een specifieke parkeernorm in de planregels is voorgeschreven. Hieronder wordt niet begrepen een regeling voor parkeernormen met behulp van een verwijzing naar de Nota Parkeernormering 2021 van de gemeente 's-Hertogenbosch dan wel een andere algemene beleidsregel.
3.3 Uitzondering binnenstad

In afwijking van het bepaalde in lid 3.1 en 3.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - binnenstad' de volgende regel:
er worden in verband met de realisering van de ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - binnenstad' geldende bestemmingen geen extra parkeerplaatsen geëist boven het aantal binnen deze bestemmingen aanwezige parkeerplaatsen op het moment van inwerkingtreding van het plan, die dienen te worden gehandhaafd.

Artikel 4 Woonbepalingen

4.1 Bouwregels
4.1.1 Woningsplitsing
  • a. Het is verboden een woning te splitsen in meerdere woningen.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - binnenstad'.
4.1.2 Zelfstandige woonruimte in aan- en/of bijgebouwen
  • a. Het is verboden een aan- en/of bijgebouw om te bouwen tot één of meer zelfstandige woningen.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op in overeenstemming met het voorheen geldende plan reeds gerealiseerde zelfstandige woningen in aan- en/of bijgebouwen of op een daarvoor verleende vergunning.
4.2 Gebruiksregels
4.2.1 Bestemmingsomschrijving 'wonen'
  • a. Daar waar in de in artikel 2.1 bedoelde plannen conform een bestemmingsomschrijving 'wonen' is toegestaan, komt deze omschrijving als volgt te luiden:
    • 1. wonen in de vorm van woningen, niet zijnde woonwagens, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit.
  • b. Daar waar in de in artikel 2.1 bedoelde plannen conform een bestemmingsomschrijving 'bijzondere woonvoorzieningen' zijn opgenomen, wordt de toevoeging 'bijzondere woonvoorzieningen' geschrapt.
4.2.2 Zelfstandige woonruimte in aan- en/of bijgebouwen, inwoning in vrijstaande bijgebouwen
  • a. Tot een met het plan strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van aan- en/of bijgebouwen als zelfstandige woning en het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor inwoning. Mantelzorg valt hier niet onder.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op in overeenstemming met het voorheen geldende plan reeds gerealiseerde zelfstandige woningen in aan- en/of bijgebouwen of op een daarvoor verleende vergunning.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op in overeenstemming met het voorheen geldende plan reeds gerealiseerde inwoning in vrijstaande bijgebouwen of op een daarvoor verleende vergunning.
4.2.3 Kamerverhuur
  • a. Tot een met het plan strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend kamerverhuur.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op in overeenstemming met het voorheen geldende plan reeds gerealiseerde kamerverhuur of op een daarvoor verleende vergunning.
4.2.4 Woningsplitsing
  • a. Tot een met het plan strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend het splitsen van een woning.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - binnenstad'.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op in overeenstemming met het voorheen geldende plan reeds gerealiseerde woningsplitsing of op een daarvoor verleende vergunning.
4.3 Afwijken van de regels
4.3.1 Woningsplitsing
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1, onder a en 4.2.4, onder a. voor het toestaan van woningsplitsing, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de te splitsen woning is niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - buitengebied';
    • 2. door de splitsing worden maximaal 2 woningen toegevoegd;
    • 3. aangetoond is dat voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is, conform het bepaalde in artikel 3;
    • 4. de splitsing mag geen onaanvaardbare inbreuk maken op het woon- en leefklimaat van omwonenden met betrekking tot de aard van de omgeving, de leefbaarheid in de omgeving, de sociale veiligheid en de milieu-hygiënische situatie;
    • 5. aangetoond is dat na splitsing sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in de gesplitste woningen met betrekking tot de woonkwaliteit voor bewoners en de milieu-hygiënische situatie;
    • 6. de splitsing is niet in strijd met het belang van een evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad;
    • 7. er mogen geen onevenredige belemmeringen voor in de omgeving aanwezige functies optreden;
    • 8. de splitsing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit en/of cultuurhistorische waarden op en in de omgeving van de betreffende locatie;
    • 9. er heeft een zorgvuldige omgevingsdialoog plaatsgevonden;
  • b. of wordt voldaan aan het gestelde onder a. sub 4 tot en met 9, wordt getoetst aan de "Beleidsregels woningsplitsing en verkameren 's-Hertogenbosch 2023", met dien verstande dat, indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, aan de hand van die nieuwe beleidsregels wordt bepaald of aan de betreffende voorwaarden wordt voldaan.
4.3.2 Kamerverhuur / verkameren
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3, onder a. voor het toestaan van kamerverhuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. kamerverhuur vindt niet plaats ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - buitengebied';
    • 2. aangetoond is dat voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is, conform het bepaalde in artikel 3;
    • 3. de kamerverhuur mag geen onaanvaardbare inbreuk maken op het woon- en leefklimaat van omwonenden met betrekking tot de aard van de omgeving, de leefbaarheid in de omgeving, de sociale veiligheid en de milieu-hygiënische situatie;
    • 4. aangetoond is dat kamerverhuur leidt tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in de te realiseren kamers met betrekking tot de woonkwaliteit voor bewoners en de milieu-hygiënische situatie;
    • 5. kamerverhuur is niet in strijd met het belang van een evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad;
    • 6. er mogen geen onevenredige belemmeringen voor in de omgeving aanwezige functies optreden;
    • 7. kamerverhuur leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit en/of cultuurhistorische waarden op en in de omgeving van de betreffende locatie;
    • 8. er heeft een zorgvuldige omgevingsdialoog plaatsgevonden;
  • b. of wordt voldaan aan het gestelde onder a. sub 3 tot en met 8, wordt getoetst aan de "Beleidsregels woningsplitsing en verkameren 's-Hertogenbosch 2023", met dien verstande dat, indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, aan de hand van die nieuwe beleidsregels wordt bepaald of aan de betreffende voorwaarden wordt voldaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan woningsplitsing, verkameren en parkeren.