direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Natuurzone De Groote Wielen Noordoosthoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002509-1401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente wil in de noordoosthoek van De Groote Wielen woningbouw ontwikkelen. Binnen het plangebied ligt de waterloop de Hoefgraaf. Het deel van de Hoefgraaf dat binnen het beoogd woongebied ligt, wordt onderdeel van de watermachine en daarom afgekoppeld van de rest van de Hoefgraaf. Ten behoeve van de afwatering wordt de Hoefgraaf verlegd. De verlegde Hoefgraaf komt ten oosten van het plangebied van De Groote Wielen Noordoosthoek en ten zuiden van de Empelsehoefgraaf te liggen. Voor het deel van de waterloop dat ten oosten van het plangebied komt te liggen, dient een bestemmingsplan te worden herzien. Dit bestemmingsplan voorziet daarin. Dit bestemmingsplan voorziet bovendien in de planologisch juridische bescherming van de aan te leggen "Natuur Netwerk Brabant", "Attentiezone waterhuishouding" en "Behoud en herstel watersystemen" over langs de verlegde Hoefgraaf.

In dit bestemmingsplan wordt ook de kwaliteitsbijdrage ex artikel 3.22 van de IOV geregeld, voor de stedelijke ontwikkeling die plaatsvindt in de Noordoosthoek van De Groote Wielen. Hiervoor wordt in de polder in stapstenen langs de Hoefgraaf natte natuur aangelegd. Dit bestemmingsplan biedt eveneens de planologisch jurdische waarborging van de kwaliteitsbijdragen.

Bovendien krijgen in dit bestemmingsplan twee reeds aangelegde stapstenen de bestemming "Natuur".

1.2 Begrenzing plangebied

De verlegde Hoefgraaf en de daarlangs geprojecteerde natuurzone worden in dit bestemmingsplan op het perceel 's-Hertogenbosch, sectie U nummer 2136 aangelegd. De nieuwe stapstenen langs de Hoefgraaf worden neergelegd op de percelen kadastraal bekend Rosmalen Sectie K nummers 53, 56, 58, 96 en 97 (allen gedeeltelijk) en Nuland sectie E nummer 20 gedeeltelijk. De bestaande stapstenen liggen op de percelen Rosmalen sectie K 48 (geheel) en 87 (gedeeltelijk).

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0001.png"

Fig. 1.1 ligging en begrenzing plangebied

1.3 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk wordt de huidige situatie van het plangebied beschreven. Daarbij wordt kort ingegaan op het vigerende bestemmingsplan. Bovendien wordt de huidige situatie beknopt beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het plan beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het vigerende relevante beleid van het rijk, de provincie en de gemeente beschreven waarna in hoofdstuk 5 de juridische aspecten van het plan worden toegelicht. In hoofdstuk 6 gaan we nader in op de economische uitvoerbaarheid en in hoofdstuk 7 op de maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de hand van de ingebrachte overlegreacties ex artikel 3.1.1. Bro en zienswijzen.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie

2.1 Beschrijving locatie en ligging in de stad

De planlocatie ligt in de open polder ten oosten van De Groote Wielen Noordoosthoek waar tevens de Duurzame polder is gepland. De stapstenen liggen langs de Hoefgraaf. Bij de inrichting van de natuurgebieden wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen van de Duurzame Polder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0002.png"

Fig. 2.1 Ligging plangebied op luchtfoto

2.2 Ruimtelijke structuur

De huidige ruimtelijke structuur betreft agrarische gronden en reeds aangelegde natte natuur langs de Hoefgraaf.

2.3 Functionele structuur

De locaties waar de beoogde natuur is geprojecteerd hebben een agrarische functie. De Hoefgraaf is een A-watergang en is onderdeel van het Watersysteem.

2.4 Geldende bestemmingsplannen

De locaties liggen grotendeels in het bestemmingsplan "Buitengebied noord en Kloosterstraat". Dit bestemmingsplan is op 25 juni 2013 vastgesteld. Eén perceel ligt in het bestemmingsplan Buitengebied Maasdonk 2012 dat op 23 april 2014 is vastgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0003.png"

Fig. 2.2: het plangebied geprojecteerd op de geldende bestemmingsplannen.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Aanleg Natuur

3.1.1 Aanleiding

De Hoefgraaf is aangewezen als Ecologische Verbindingszone. De gemeente ’s-Hertogenbosch werkt aan een stedelijke uitbreiding ten noorden van Rosmalen in stadsdeel De Groote Wielen. Dit deel van de Groote Wielen staat ook wel bekend als de Noordoosthoek en wordt naar verwachting gerealiseerd na 2024. Met het realiseren van deze laatste fase van de Groote Wielen komt een deel van de Hoefgraaf in het bestaande stedelijk gebied te liggen.

De Groote Wielen ligt in het jonge rivierkleilandschap van de Maas. Tot 1942 fungeerde dit open landschap tussen 's-Hertogenbosch en Oss bij hoog water als overloop van de Maas, ook wel de Beerse Overlaat genoemd. Hierdoor zijn de komgronden in dit gebied lang gebruikt als extensieve weidegronden. Pas na de Tweede Wereldoorlog werden de komgronden permanent ontwaterd en verder ingericht voor akkerbouw.

Op deze komgronden zakt het water maar langzaam de grond in. Samen met de noodzaak om regenwater binnen stedelijk gebied te bergen, is er in De Groote Wielen een op zichzelf staand watersysteem aangelegd. De waterkwaliteit in het stedelijk gebied is belangrijk, mede ingegeven door het feit dat in, aan en op dit water ook gerecreëerd wordt. Daarnaast is het schone water van belang voor het waardevolle groen en natuur.

Doordat de Hoefgraaf door agrarisch gebied stroomt is het van belang dat dit voedselrijke water gescheiden blijft van het water van de Groote Wielen. Om deze reden wordt de Hoefgraaf verlegd naar de buitenkant van de Noordoosthoek. Hiermee wordt ook de opgave voor het aanleggen van een Ecologische verbindingszone verplaatst. De huidige waterloop van de Hoefgraaf in het beoogd woongebied in de noordoosthoek van de Groote Wielen blijft als groenblauwe dooradering behouden en wordt aangekoppeld op het watersysteem van de Groote Wielen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0004.png"

Fig. 3.1: Huidige situatie

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0005.png"

Fig.3.2: Huidige Hoefgraaf met profielen van de watergang

3.1.2 Opgave en uitgangspunten EVZ Hoefgraaf

De Hoefgraaf is een gegraven wetering voor de ontwatering van het omliggende gebied. In droge periodes wordt dit watersysteem gevoed met water uit de Hertogswetering. In een deel van het gebied is de waterstand in de wetering hoger dan het maaiveld. Het omringende gebied is zeer open en vooral van belang als weidevogelgebied (Waterschap Aa en Maas 2017).

De Hoefgraaf stroomt van oost naar west. In de gemeente Oss splitst hij af van de EVZ Hertogswetering. De EVZ Hertogswetering en EVZ Hoefgraaf komen bij de Maas weer bij elkaar (zie figuur 3.1). In 2020 is begonnen met het verder inrichten van de EVZ Hertogswetering - Roode Wetering voor o.a. de weidevogels, kamsalamander, grote en kleine modderkruiper en dotterbloemhooiland. Aan de ecologische verbindingszone Hoefgraaf is in 2015 al deels invulling gegeven door de aanleg van natuurvriendelijk ingerichte oeverzones van 10 meter en aangrenzend stapstenen. Tevens is er een aantal poelen aangelegd (Waterschap Aa en Maas 2017), zie fig. 3.1.

De EVZ Hoefgraaf wordt door het Waterschap verder ingericht, voortbordurend op de gerealiseerde trajecten. Het streefbeeld voor de ecologische verbindingszone sluit aan op het “nat kralensnoer ‘open’” (Reeze et al. 2021). Voor de inrichting wordt rekening gehouden met een aantal doelsoorten.

Een EVZ in landelijk gebied heeft een gemiddelde breedte van 25 meter en in stedelijk gebied 50 m. In de nieuwe situatie ligt de EVZ bij De Groote Wielen deels landelijk gebied en deels (langs Hustenweg en Empelsehoefweg), in stedelijk gebied, (zie fig. 3.7). De grens is bepaald door het bestemmingsplan, (zie verder paragraaf 3.1.6).

Het Waterschap hanteert voor de Hoefgraaf het streefbeeld “Ondiepe (regionale) kanalen zonder scheepvaart” ofwel M3M6a, verweven, NVO.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0006.png"

Fig. 3.3 Beeld van de ingerichte EVZ Hoefgraaf ten oosten van de Grintweg, juni 2021, 

3.1.3 Doelsoorten
  • Grote Modderkruiper
  • Bittervoorn
  • Amfibieën, algemeen
  • Libellen, algemeen
  • meer-/watervleermuis
  • Moerassprinkhaan
3.1.4 Gewenste habitat en kansrijkheid

Wat hebben ze nodig:

  • Grote modderkruiper: open water met moerasvegetatie in ondiepe zones als onderdeel van de natuurvriendelijke/flauwe oever, een losse bodem en diepere delen in de omgeving (> 1 m diep) voor overwintering.
  • Bittervoorn: open water met moerasvegetatie in de natuurvriendelijke oever
  • Amfibieën: poelen (voortplantingsplekken) in de buurt van de watergang met bloemrijke graslanden, struweel, dood hout (foerageer- en overwinteringsgebied), hoogte verschillen ook stedelijk gebied Noordoosthoek wordt voor amfibieën ingericht.
  • Libellen: sloten met vegatatierijke oevers en waterplanten
  • meer-/watervleermuis: water met rietkragen, vleermuisverblijven in de vorm van bomen en gebouwen in het stedelijk gebied NO-hoek Groote Wielen
  • Moerassprinkhaan: vochtig grasland en ruigte

De meeste doelsoorten komen al in de Hoefgraaf of de omgeving daarvan voor. Zo is in 2021 aanwezigheid aangetoond van de grote modderkruiper in sloten die verbonden zijn met de Hoefgraaf ter plaatse van de toekomstige stadsuitbreiding (Sweco 2021), eerder is deze soort daar ook waargenomen (visgegevens Waterschap 2017). De bittervoorn is daarbij niet gevonden, van deze soort zijn wel waarnemingen langs de Maas en in de omgeving van 's-Hertogenbosch (NDFF, laatste 5 jaar).

Algemene amfibieën en libellen komen in de omgeving voor en kunnen dit soort nieuwe leefgebieden goed koloniseren, daarom zijn het ook algemene soorten. Meer- en watervleermuis wordt sporadisch in de omgeving waargenomen, in combinatie met aan te brengen verblijven in de nieuwbouw van de Groote Wielen kan deze omgeving voor deze soorten interessant worden. Moerassprinkhaan is een soort die zijn leefgebied de laatste tijd uitbreidt.

3.1.5 Inrichting EVZ

De EVZ is 8,41 km lang en bestaat uit verschillende elementen als habitat voor de doelsoorten:

  • Nat profiel van de Hoefgraaf met minimaal één van de oevers natuurlijk ingericht (NVO) over een breedte van 3 tot 10 m. met een talud van minimaal 1:3 met plas/dras zone met plaatselijk rietvegetatie;
  • Poelen, niet te ver van elkaar (bij voorkeur niet meer dan 400m) en in de buurt van de waterloop;
  • Slootjes / nevengeul met moerasvegetatie die in verbinding staan met de Hoefgraaf in de stapstenen;
  • Bloemrijk grasland/ruigte hoger op de oevers

Een deel van de EVZ is in 2015 gerealiseerd (zie fig. 3.4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0007.png"

Fig. 3.4 reeds gerealiseerde EVZ

Als er ruimte is in de buurt van de watergang dan worden poelen aangelegd, zo mogelijk op een onderlinge afstand van 400 meter in de buurt van de waterloop.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0008.png" Fig. 3.5: Huidig voor de doelsoorten meest gunstige profiel van de EVZ Hoefgraaf

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0009.png"

Fig. 3.6. Streefbeeld Waterschap Aa en Maas voor de Hoefgraaf (Reeze et al. 2021)

Op een aantal plekken kruisen wegen de EVZ. Punt van aandacht is de passeerbaarheid van bruggen voor doelsoorten en andere dieren die met name gebruik maken van oevers en het droge deel van de EVZ zoals otters. Daarnaast gaat het nieuwe stedelijk gebied in de Noordoosthoek een bijdrage leveren aan de ecologie van de EVZ door bij de bouw verblijfsplaatsen in te bouwen voor vleermuizen (natuurinclusief bouwen) en bij de inrichting van de openbare ruimte poelen aan te leggen met bijbehorende struwelen, gradiënten en dood hout als habitat voor amfibieën.

3.1.6 Omlegging Hoefgraaf

Het aanleggen en inrichten van de nieuwe loop van de Hoefgraaf, om de Noordoosthoek heen, is een van de eerste ingrepen die uitgevoerd gaan worden bij het realiseren van de stedelijke ontwikkeling. Het deel van de Hoefgraaf dat evenwijdig loopt aan de Hustenweg/Empelsehoefweg ligt binnen de begrenzing van het stedelijk gebied. De EVZ-opgave voor stedelijk gebied is 50 meter omdat in stedelijk gebied de invloeden uit de omgeving groot zijn en bijvoorbeeld recreatief medegebruik van invloed is op het functioneren, zie ook tabel 1 en 2. Echter voor het ecologisch funtioneren van de EVZ is deze breedte niet altijd noodzakelijk.

De breedte van de EVZ in stedelijk gebied wordt gemiddeld 25 m zodat er nog enige buffer is tussen de natte EVZ en de wegen/rotondes. In hoeverre de andere 25 meter in stedelijk gebied gerealiseerd wordt is afhankelijk van de stedelijk inrichting, het kan ook (deels) in de stapsteen gerealiseerd worden. Voor het noord-zuid liggende deel van de nieuwe Hoefgraaf staat een strook van 50 meter breedte ter beschikking. Daar wordt grenzend aan de Hoefgraaf (18 m breed) de natte- (10 m) en 22 m droge EVZ gerealiseerd.

De EVZ langs de nieuwe Hoefgraaf wordt breder dan op dan het merendeel van de rest van de EVZ waar deze bestaat uit een nat profiel tot 10 m breed. Dit biedt ruimte voor het aanleggen van poelen op een onderlinge afstand van 400 tot 500 m, zie kaart 4.

De EVZ langs de nieuwe Hoefgraaf wordt niet ontsloten of toegankelijk gemaakt voor recreatie. Omdat de EVZ niet grenst aan het stedelijk gebied zorgt het water van de Hoefgraaf ervoor dat het niet makkelijk toegankelijk is. Daarmee is recreatie niet belemmerend voor het functioneren. Voor de aanleg van toegangswegen tot de Noordoosthoek vanaf de Hustenweg/Empelsehoefweg wordt met ontwerp en bouw rekening gehouden met de verbindingszone. Aandachtspunten voor het ontwerp van de bruggen zijn:

  • doorlopende oevers onder de brug ten minste aan noord-zijde, de kant van de ecologische verbindingszone;
  • Onderkant brug ten minste 1 meter boven het water, liefst ook zonlicht onder brug voor plantengroei op oevers;
  • Gradiënt van nat naar droog onder de brug, niet te steil;
  • Afschermen van de rijbaan (raster/rand), mogelijk ook van de rijbaan op de brug;
  • Stobberand op droge deel van het talud.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0010.png"

Fig. 3.7 impressie van mogelijke inrichting verlegde Hoefgraaf

3.1.7 Stapstenen

Met de aanleg van 4 stapstenen aan de Hoefgraaf wordt deels invulling gegeven aan de EVZ opgave. In deze stapstenen zullen nevengeulen en slootjes aangelegd worden die in verbinding staan met de hoefgraaf, poelen en bloemrijk grasland/ruigte. 

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002509-1401_0011.png"

Fig.3.8. Invulling EVZ met stapstenen in de Duurzame polder 

3.2 Realisatie

3.2.1 Bestuurlijke context

De EVZ ligt in het werkgebied van het Waterschap Aa en Maas en tevens grotendeels in de gemeente 's-Hertogenbosch en voor een klein gedeelte in de gemeente Oss. Zowel het Waterschap Aa en Maas als de gemeente 's-Hertogenbosch, zijn partners voor de realisatie van de EVZ. De rolverdeling is daarbij dat het Waterschap de regie heeft over de invulling van het natte deel van de EVZ, dat zijn eerste 10 meter aan de watergang, en de gemeente over het droge deel, de overige 15 meter. Ontwerp en realisatie wordt afgestemd met het Waterschap. Voor eventuele bruggen in het plangebied en aanpassing van het watersysteem zijn watervergunningplichtig.

3.2.2 Beschikbare grond

Het deel van de om te leggen Hoefgraaf langs de Hustenweg en Empelsehoefweg, ligt in stedelijk gebied en is onderdeel van het bestemmingsplan De Groote Wielen Noordoosthoek. Het deel van de nieuwe Hoefgraaf aan de oostzijde van de Groote Wielen Noordoosthoek ligt in landelijk gebied en is onderdeel van dit bestemmingsplan. Daarvoor staat een 50 meter brede strook ter beschikking. Voor het aanleggen van de stapstenen wordt gebruik gemaakt van percelen die al in eigendom zijn van de gemeente maar waarvan een aantal pas beschikbaar komt in 2027.

3.2.3 Middelen

De aanleg van de snatte stapstenen, de EVZ en de omlegging van de Hoefgraaf worden bekostigd uit de grondexploitatie van de Groote Wielen Noordoosthoek.

De worden geïnvesteerd op grond van de volgende regelingen:

  • A. Nee-tenzijtoets: 

4 ha 'zoete plas' inrichten rekening houdend met kwalificerende structuurelementen, soorten en waarden.  

De 4 ha ”zoete plas” wordt als volgt gerealiseerd als onderdeel van de omgelegde Hoefgraaf met aangrenzend EVZ, totaal 6,8 ha zie figuur 3. Gezien het feit dat de gronden voor een klein gedeelte van deze beoogde omlegging nog niet verworven zijn en onderdeel van een later vast te stellen bestemmingsplan wordt hier 6,33 ha opgevoerd: 

    Oppervlakte nieuwe watergang    Oppervlakte in EVZ nieuwe Hoefgraaf    totaal   
Nieuwe Hoefgraaf   2,65 ha    1,35 ha    4 ha  

  • B. Landschapsinvestering/kwaliteitsbijdrage: € 1,46 miljoen 

De landschapsinvestering/kwaliteitsbijdrage ten behoeve van de stedelijke ontwikkeling in de Groote Wielen Noordoosthoek zal plaatsvinden in de vorm van de aanleg van de EVZ nieuwe Hoefgraaf en de natte stapstenen. De landschapsinvestering is opgebouwd uit de volgende onderdelen met raming gebaseerd op normbedrag van € 10,50/m2 voor afwaardering, inrichting en beheer. 

    Opp.       
Inrichten EVZ nieuwe Hoefgraaf: 6,8 ha, waarvan 4 ha in het kader van de "nee-tenzij" opgave wordt gerealiseerd    2,33 ha    245K   
Inrichten percelen gelegen aan Hoefgraaf – grond in eigendom gemeente – ecologische onderbouwing moet nog verder afgestemd worden    9,22 ha    968K   
Extra te maken kosten voor EVZ: doorlopende oever bij nieuwe rotondes en Hoefgraaf/Hustenweg - aanpassen bruggen aan EVZ opgave         
200K   
    Totaal    1.460K   

In Hoofdstuk 6 wordt de economische haalbaarheid beschreven.

Hoofdstuk 4 Beleidskader

4.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in werking getreden. Met de Structuurvisie brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid:

  • 1. een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren;
  • 2. ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie;
  • 3. ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;
  • 4. efficiënt gebruik van de ondergrond;
  • 5. een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen;
  • 6. betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen;
  • 7. het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen;
  • 8. verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's;
  • 9. ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;
  • 10. ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
  • 11. ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten;
  • 12. ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;
  • 13. zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.


Het laatstgenoemde nationaal belang houdt in dat bij stedelijke ontwikkelingen de ladder van duurzame verstedelijking (zoals opgenomen in artikel 3.1.6 lid 2 Bro) dient te worden gemotiveerd. Het betreft hier echter geen stedelijke ontwikkeling.

Het plangebied is niet gelegen in een gebied waar het rijk specifiek nationaal belang heeft aangewezen. De SVIR, het Barro en het Rarro vormen geen belemmering voor onderhavig planvoornemen.

4.2 Provinciaal beleid

4.2.1 Inleiding

Dit bestemmingsplan is opgesteld om de natuur en het water op en langs de verlegde Hoefgraaf planologisch juridisch te waarborgen. Dit plan is de bestuurlijke uitwerking van de nee-tenzij-toets ex artikel 3.19 Iov die voor het bestemmingsplan De Grootte Wielen Noordoosthoek is opgesteld (Bijlage 1). Bovendien waarborgt dit bestemmingsplan planologisch juridisch de kwaliteitsbijdrage die ingevolge de stedelijke ontwikkeling in de Noordoosthoek van de Groote Wielen gaat plaatsvinden.

4.2.2 Relevante thema's ingevolge de provinciale Interim omgevingsverordening

Voor het plangebied gelden conform de provinciale Interim omgevingsverordening de volgende thema's:

  • 1. rechtstreeks werkende regels: "Landbouw"
  • 2. stedelijke ontwikkeling: "Cultuur historisch waardevol gebied";
  • 3. natuur en stiltegebieden: gedeeltelijk "Attentiezone waterhuishouding", "Natuur Netwerk Brabant" en "Behoud en herstel van watersystemen";
  • 4. grondwaterbeschermingsgebied, waterveiligheid en berging: "Reservering waterberging";
  • 5. basiskaart Landelijk gebied: "Landelijk gebied" en gedeeltelijk "Groenblauwe mantel";
  • 6. specifieke gebieden voor agrarische ontwikkelingen: "Stalderings gebied" en gedeeltelijk "Beperking veehouderij";

Het voornemen beoogd geen agrarische ontwikkelingen. Derhalve zijn de instructieregels van de hierboven genoemde thema's achter 1 en 6 niet van toepassing. De ontwikkeling voorziet in aanleg van (nieuwe) natuur langs de Hoefgraaf. Het betreft dus een versterking van de NNB en de Groenblauwe mantel. De waterloop wordt gedeeltelijk verlegd, het watersysteem wordt daarmee behouden. Er vindt geen stedelijke ontwikkelingen plaats waardoor de ruimte voor eventuele waterberging langs de Hoefgraaf behouden blijft.

Daarmee voldoet de voorgenomen ontwikkeling aan het provinciaal beleid.

4.3 Beleid Waterschap

4.3.1 Leggerwatergang

De verlegde Hoefgraaf gaat net als de huidige Hoefgraaf in te toemomst dienen als een A-watergang. Aan beide zijden van deze watergang geldt een beschermingszone met een breedte van 5 meter ten behoeve van het doelmatig beheer en onderhoud. Binnen deze beschermingszone is onze Keur van toepassing. Deze stelt onder andere beperkingen aan het aanbrengen van obstakels, in welke vorm dan ook. In het betreffende plan staan binnen deze beschermingszone, mogelijk obstakels beoogd. Het realiseren van obstakels binnen de beschermingszone mag alleen als hiervoor door ons een (water)vergunning is verleend. Een vergunning hiervoor wordt alleen verleend indien het beheer en onderhoud van de watergang niet belemmerd wordt. In de beleidsregel 3 “werken en objecten in de watergang en beschermingszone” is opgenomen aan welke voorwaarden voldaan moet worden.

4.3.2 Profiel van vrije ruimte

Langs de Hoefgraaf is ingevolge de Keur van het Waterschap aan één zijde een 25 meter Profiel van vrije ruimte op genomen. Deze zone is gereserveerd voor

4.4 Gemeentelijk beleid

4.4.1 Duurzame polder

De gemeente is voornemens in dit deel van de polder duurzame energie op te gaan wekken. De natuurzones worden zo ingericht dat dit de duurzame opwekking van energie in de polder zo min mogelijk belemmeren door de keuze van doelsoorten als vissen en amfibieën en positioneren van de natuurzone bij bestaand NNB.

Hoofdstuk 5 Juridisch-bestuurlijke aspecten

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op alle afzonderlijke bestemmingen.

5.1 Inleiding

Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het aanleggen en het beschermen van bestaande en nieuwe natuur en de Verlegde Hoefgraaf.

De regels zijn onderverdeeld in de volgende 4 delen:

  • Inleidende regels. Hierin wordt aangegeven wat in de overige regels verstaan wordt onder bepaalde begrippen en hoe bij toepassing van de voorschriften moet worden gemeten;
  • Bestemmingsregels. Hierin zijn steeds per bestemming de daarop van toepassing zijnde regels weergegeven. Daarbij is, al naar gelang de bestemming, onderscheid gemaakt in verschillende onderdelen;
  • Algemene regels. Dit deel geeft algemene regels, zoals algemene afwijkingsregels;
  • Overgangs- en slotregels. Hierin zijn de overgangs- en slotbepalingen opgenomen.

5.2 Artikelgewijze toelichting

5.2.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen: In artikel 1 is een aantal begrippen nader uitgelegd. Door het opnemen van definities wordt inzicht gegeven in de betekenis van de gebruikte termen. Het doel is het scheppen van duidelijkheid en eenduidigheid. De begrippen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.

Artikel 2 Wijze van meten: In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels. Ook hier is het doel het wegnemen van onduidelijkheden. De termen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.

5.2.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur: Op gronden met deze bestemming zijn bestemd voor behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur, landschaps- en natuurwaarden, landschapselementen en ecologische verbindingszone. Binnen deze bestemming kan ook onverharde paden en waterlopen worden aangelegd. de bestemming laat de aanleg van nieuwe natuur toe en beschermd de bestaande natuur.

Artikel 4 Water: De voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor water, waterberging, groenvoorzieningen, natuur en aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals steigers, voetpaden e.d.. Ter plaatse van de aanduiding "ecologische verbindingszone" zijn de gronden mede bestemd voor het behoud, herstel en/of versterking van de aanwezige of potentiële natuurwaarden.

Artikel 5 Waarde - Aardkundig waardevol gebied: Een deel van het plangebied ligt over het Peelrandbreukenstelsel. Dit stelsel maakt deel uit van een aardkundig waardevol gebied. Ter bescherming van dit aardkundig waardevol gebied is een vergunningenstelsel opgenomen. Daarin wordt aangegeven dat het verboden is op gronden met deze bestemming werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren waarbij de ondergrond dieper dan 0,20 meter wordt verstoord. Het college kan een voor het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden alleen een omgevingsvergunning verlenen als voor voorgenomen verstoring van de ondergrond, ter plaatse van de breukzones een quick-scan is uitgevoerd om een meer exacte ligging van de breuk te achterhalen. Hiervoor kunnen in eerste instantie de door de provincie beschikbaar gestelde breukenkaarten worden gebruikt, waaruit blijkt wat een indicatie is van de ligging van de breuk en tot welke diepte deze zich bevindt. Hieruit moet blijken dat de voorgenomen werken en werkzaamheden geen negatieve effecten teweeg brengen voor de geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische waarden van de breuk en/of wijstgronden. Als uit de quick-scan geen duidelijkheid naar voren komt met betrekking tot de ligging van de breuk, kan een veldonderzoek nodig zijn om inzicht te verkrijgen naar de exacte ligging van de breuk, om de breuk daarmee te beschermen en/of niet verder aan te tasten.

5.2.3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel Met de anti-dubbeltelbepaling wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende vergunning of een mededeling op een meldingsplichtig bouwwerk is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning voor het bouwen mag worden meegenomen.

Artikel 7 Algemene gebruiksregels: Dit artikel betreft de algemene verbodsbepaling voor gebruik.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels: In dit artikel is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders onder voorwaarden met een omgevingsvergunning kunnen afwijken van hetgeen in de planregels is bepaald. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om vermeerdering dan wel vermindering van de voorgeschreven maten en normen, mits de vermeerdering of vermindering ten hoogste 10% bedraagt.

5.2.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht: In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan en mits niet strijdig met het voorheen geldende bestemmingsplan met de daaronder begrepen overgangsbepaling. Voor gebruik van gronden en opstallen is eveneens bepaald dat het strijdig gebruik mag worden gecontinueerd. Hierop zijn echter twee uitzonderingen gemaakt. Gebruik dat reeds onder het hiervoor geldende bestemmingsplan illegaal is aangevangen en ook volgens het nieuwe bestemmingsplan niet kan, blijft illegaal en mag dus niet worden gecontinueerd. Zo wordt in dit artikel bepaald dat de bestaande bouwwerken en vergunde rechten tot het oprichten van een bouwwerk worden gerespecteerd, ook al wijken deze van de overige bepalingen af. Deze bouwwerken mogen gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is dus niet toegestaan om een bouwwerk af te breken en geheel opnieuw op te bouwen. Evenmin is het geoorloofd om een bouwwerk geleidelijk aan geheel te vernieuwen. In geval een bouwwerk door een calamiteit geheel verloren is gegaan, mag wel tot gehele nieuwbouw worden overgegaan, mits de omgevingsvergunning voor het bouwen binnen een termijn van twee jaren na de calamiteit is aangevraagd. De onder het overgangsrecht geplaatste bouwwerken mogen via een omgevingsvergunning voor het bouwen, eenmalig nog met maximaal 10% worden uitgebreid. Het voorgaande is niet van toepassing op bouwwerken die zijn gebouwd in strijd met het geldend bestemmingsplan (met inbegrip van de hierin opgenomen overgangsbepaling).

Artikel 10 Slotregel: Deze bepaling bevat de citeertitel van de regels.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. De natuuraanleg vindt plaats naar aanleiding van de woningbouwontwikkeling in het bestemmingsplan De Groote Wielen Noordoosthoek.

De kosten verbonden het verleggen van de Hoefgraaf en de aan de aanleg van natuur, waar dit bestemmingsplan in voorziet, zijn gedekt in de grondexploitatie van De Groote Wielen Noordoosthoek.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke haalbaarheid

7.1 Inspraak/omgevingsdialoog

Het doel van dit bestemmingsplan is de (bestaande en nieuwe) natuur planologisch juridisch te waarborgen. Gelet op de ligging van de percelen zijn er geen betrokkenen in de omgeving die gevolgen kunnen ondervinden door het voornemen. Om die reden is afgezien van het voeren van inspraak of een omgevingsdialoog.

7.2 Vooroverleg

Het plan is in het kader van het vooroverleg voorgelegd aan de provincie en het waterschap.

7.2.1 Vooroverleg Provincie

De provincie heeft op 30 november 2022 op het voorontwerp gereageerd. Per reactie is cursief en onderstreept  aangegeven hoe hiermee in het ontwerp bestemmingsplan is omgegaan.

Aardkundige waarde

In de reactie wijst de provincie op het gegeven dat het plangebied gedeeltelijk binnen het werkingsgebied 'Aardkundig waardevol gebied' ligt. Het betreft hier het Peelrandbreukenstelsel. Uit het voorontwerpbestemmingsplan blijkt onvoldoende dat de waarden die samenhangen met dit stelsel, zoals (potentiële) wijstgronden en de unieke hydrologische werken voldoende beschermd worden. De gemeente zou een quickscan kunnen laten uitvoeren om een meer exacte ligging van de breuk te kunnen achterhalen. Hierna dient gekeken te worden of de regels zoals opgenomen in het voorontwerp bestemmingsplan voldeonde bescherming bieden om schade aan de geologische, bodemkundige en of (geo)hydrologische waarde van de breuk en/of wijstgronden te voorkomen. In het bestemmingsplan kunnen ook regels worden opgenomen die elk risico op aantasting van de waarden juist uitsluit. Het 'Aardkundig waardevol gebied' is op de verbeelding toegevoegd. Het het 'Aardkundig waardevol gebied' ligt over twee percelen. Op één perceel is al natuur aangelegd. Daar zullen naar alle waarschijnlijkheid geen bodemverstorende activiteiten meer plaatsvinden. Op een tweede perceel waar natuur is beoogd, kunnen voor de realisering van de natte natuur nog wel bodemverstorende actviteiten plaatvinden. Om die reden is er voor gekozen een aanlegvergunningenstelsel in de regels op te nemen, waarmee het zonder omgevingsvergunning verboden is bodemverstorende maatregelen van meer dan 0,20 m (afgravingen of ophogingen) binnen de bestemming uit te voeren. Het college kan alleen een omgevingsvergunning verlenen als er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aardkundige waarden in het gebied. Om hierover inzicht te krijgen dient eerst een quickscan uitgevoerd te worden naar de daadwerkelijke ligging en diepte van de breuk. Op grond van deze quickscan kunnen maatregelen worden genomen om de breuk te beschermen en/of niet verder aan te tasten.

Attentiezone waterhuishouding

Ter plaatse van het werkingsgebied Attentiezone waterhuishouding is de aanleg van drainage niet toegestaan, tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage. Zo te zien ontbreekt dit verbod op het moment in de regels ter plaatse van dit werkingsgebied. Deze opmerking is terecht. Artikel 3.2.1 lid d is aangepast. Drainage valt nu ook onder de verbodsbepaling. Over de bestemming water ligt de aanduiding 'Ecologische verbindingszone'. Ook daar is in de regels uitgesloten dat de waterhuishouding of de grondwaterstand zonder meer wordt gewijzigd door het vergroten van de toe- of afvoer van water door bijvoorbeeld het afdammen, stuwen, bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden, en het graven, dempen of anderszins vergroten en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels, anders dan ten gevolge van een uitwerkingsplan voor natuur en landschap.

Herbegrenzing 

Het is de verwachting dat de herbegrenzing van het NNB en de evz, op basis van het bestemmingsplan De Groote Wielen Noordoosthoek, binnenkort wordt doorgevoerd. Als dit is gebeurd hoeft het voornemen tot verzoek om herbegrenzing niet meer opgenomen te zijn in het bestemmingsplan voor de natuurzone. Dit voornemen kan daarom uit het bestemmingsplan verwijderd worden (toelichting en verbeelding). De aanduidingen zijn uit de toelichting en van de verbeelding verwijderd.

7.2.2 Vooroverleg Waterschap

Het waterschap heeft op het voorontwerp de volgende reactie gegeven. Per reactie is cursief en onderstreept  aangegeven hoe hiermee in het ontwerp bestemmingsplan is omgegaan.

Toelichting

  • Bij de doelsoorten ontbreekt de groene glazenmaker. Deze is eerder ook vanuit het waterschap aangedragen, maar staat niet opgenomen. Deze soorten is alsnog in te toelichting opgenomen
  • In de volgende alinea, waar beschreven staat wat deze doelsoorten nodig hebben is de doelsoortengroep 'libellen' niet uitgewerkt. Hierbij mag de groene glazenmaker nog expliciet worden genoemd. In de toelichting opgenomen.
  • In het algemeen worden er heel gedetailleerde tekeningen (bijv. figuur 3.7) opgenomen, maar deze zijn nog niet getoetst door het waterschap op inhoudelijk vlak. Dat geldt overigens ook voor andere profiel tekeningen. Deze detailuitwerking dient eerst inhoudelijk te worden afgestemd met het waterschap. In de bijschriften is nadrukkelijk opgenomen dat het hier om de eerste schetsen en impressies gaat.
  • Er wordt onvoldoende beschreven hoe de invulling van de natuurvriendelijke oever invulling krijgt. Hoe en waar wordt hier invulling aan gegeven? Ook hiervoor geldt dat er inhoudelijke afstemming met het waterschap plaats dient te vinden. In de tekst is nu opgenomen dat het Waterschap inhoudelijk wordt betrokken bij het invullen van de natuurvriendelijke oevers
  • EVZ de Hoefgraaf wordt met deze ontwikkeling niet volledig gerealiseerd. Er is met deze stapstenen namelijk nog geen aaneengesloten kralensnoer op afstanden die overbrugbaar zijn voor doelsoorten. Zo is de gehele EVZ de Hoefgraaf ook op het grondgebied van gemeente Oss en ontbreken stapstenen tussen NO-hoek en grofweg de Grintweg. Dit is, vanwege ontbreken van eigendom van de benodigde gronden, helaas niet uitvoerbaar in dit project.
  • De keur is voor de beoogde bruggen en aanpassing van watersysteem ook van toepassing en daarmee watervergunning plichtig; In het plan zijn in beginsel geen bruggen beoogd. Het is bekend dat voor de aanleg van bruggen en of aanpassingen van het watersysteem een watervergunning nodig is.
  • De realisatie vindt plaats na 2027 (vanwege beschikbaarheid gronden). Is dit vergunning technisch mogelijk als het de compensatie van de leggerwatergang betreft? De compensatie van de leggerwatergang wordt gerealiseerd met de omlegging van de Hoefgraaf. De stapstenen dienen gerealiseerd te zijn binnen één jaar na oplevering van de laatste woning.
  • Op verschillende plaatsen wordt beschreven dat de gerealiseerde EVZ in 2015 is gerealiseerd, maar dit moet zijn 2005 met de ruilverkaveling (RAK Rosmalen). De poelen in 2017, maar dit zou onderbouwd dienen te worden. De gronden van de in 2015 gerealiseerde stapstenen zijn inderdaad verworven met de ruilverkaveling in 2005. Met het inrichten van deze percelen in 2015 is naar beleving van de gemeente de EVZ gerealiseerd. Het is niet duidelijk wat en op welke wijze dit onderbouwd moet worden.
  • In paragraaf 3.1.5. staat correct opgenomen dat er een maximale afstand van 400 meter geldt tussen de beoogde poelen. Dit komt echter niet overeen bij afbeelding (kaart 4). Hier wordt een afstand tot 500 meter gehanteerd. De maximale afstand van 400 meter tussen de poelen is de grenswaarde voor de effectiviteit van de poelen als ecologische verbinding. In de rapporten wordt inderdaad 400 meter als onderlinge afstand gehanteerd voor kamsalamanders, zonder nadere duiding van wat er tussen die twee poelen voor vegetatie of structuren aanwezig zijn. In de praktijk is dat wel relevant en in de voorliggende situatie is niet ongunstig. Bovendien gaat het over algemene soorten, die zijn goed in staat om nieuwe plekken te koloniseren en is 500 meter ook geen probleem. Bovendien zijn we in de praktijk gebonden aan de beschikbaarheid van gronden voor het realiseren van deze poelen.
  • Er worden werken/obstakels in zowel de beschermingszone van de A-watergang als het profiel van vrije ruimte beoogd. Hiervoor is een watervergunning van toepassing. Dit is bekend. Er staat hierover niks opgenomen in de toelichting. Graag het verzoek om de volgende formulering te hanteren:

  • "Leggerwatergang:
    In het plangebied is een A-watergang gesitueerd. Aan beide zijden van deze watergang geldt een beschermingszone met een breedte van 5 meter ten behoeve van het doelmatig beheer en onderhoud. Binnen deze beschermingszone is onze Keur van toepassing. Deze stelt onder andere beperkingen aan het aanbrengen van obstakels, in welke vorm dan ook. In het betreffende plan staan binnen deze beschermingszone, mogelijk obstakels beoogd. Het realiseren van obstakels binnen de beschermingszone mag alleen als hiervoor door ons een (water)vergunning is verleend. Een vergunning hiervoor wordt alleen verleend indien het beheer en onderhoud van de watergang niet belemmerd wordt. In de beleidsregel de beleidsregel 3 “werken en objecten in de watergang en beschermingszone” is opgenomen aan welke voorwaarden voldaan moet worden. Om te voorkomen dat hier onduidelijkheid over ontstaat vragen wij u om in de verbeelding de A-watergang op te nemen en in de toelichting op te nemen dat er in de zone van 5 meter restricties gelden vanuit de Keur." Deze tekst is, waar relevant, in de toelichting teruggekomen.

    "Profiel van vrije ruimte:
    Ter plaatse van deze ontwikkeling is in de legger een profiel van vrije ruimte opgenomen, waarbij wordt uitgegaan van een standaard breedte van 25 meter aan weerszijde van de waterloop, gemeten vanaf de insteek. De 25 meter strook zowel op het inrichtingsontwerp en ontwerpbestemmingsplan komen niet overeen met de legger en er is te weinig ruimte gereserveerd voor het profiel van vrije ruimte. Graag het verzoek om in de toelichting van het bestemmingsplan het profiel van vrije ruimte op te nemen. Voor alle werkzaamheden en obstakels die beoogd zijn, is de Keur van toepassing waardoor een watervergunning noodzakelijk is." In overleg met het Waterschap wordt langs de (verlegde) Hoefgraaf een EVZ gerealiseerd. Daarmee wordt het doel achter de reservering profiel van vrije ruimte ingevuld. Nu in het plan de EVZ planologisch wordt vastgelegd en het doel van de profiel van vrije ruimte wordt verwezenlijkt, vervalt de noodzaak om aan beide zijden van de waterloop een profiel van vrije ruimte te reserveren. De profiel van vrijeruimte wordt nu aan de oostzijde van de Hoefgraaf gelegd, daar waar de EVZ wordt verwezenlijkt.

  • Verbeelding
  • In de strook, ten oosten van het plangebied DGW Noordoosthoek (verbeelding 3) is niet duidelijk welke afmeting hiervoor zijn gehanteerd. Is dit conform de 25 meter zone t.b.v. het profiel van vrije ruimte? En hoe verhoudt zich dit tot de Omgevingsverordening van de provincie, waar 50 meter wordt gehanteerd i.r.t. het stedelijk gebied? De EVZ aan de oostzijde van het plangebied De Groote Wielen Noordoosthoek ligt buiten het stedelijkgebied. De afmetingen die worden gehanteerd zijn gemiddelden. Een EVZ kan in breedte variëren
  • Bij de overige percelen (verbeelding 1 & 2) zijn enkel bestemd met de functie 'natuur'. Graag het verzoek om deze met een dubbelbestemming, zoals ecologie-waarde o.i.d. te bestemmen. En in de bijbehorende regels te verwijzen naar de wet-, en regelgeving van de waterbeheerder. Alle obstakels en werkzaamheden in deze zone zijn namelijk vergunning plichtig o.b.v. de waterschap verordening. Hierdoor wordt de functie van de ecologie planologisch beter beschermd. De percelen hebben de bestemming "Natuur". Gelet op de inhoud van regels is de bescherming van de ecologische waarden in het gebied voldoende gewaarborgd. Volgens deze regels is voor het plaatsen van obstakels en het uitvoeren van werkzaamheden al een omgevingsvergunning noodzakelijk. Gelet op de regels in de keur is voor werkzaamheden binnen de profiel van vrijeruimte eventueel een watervrunning mogelijk. De regels zijn dusdanig aangepast dat, alvoresn een omgevingsvergunning voor de werkzaamheden binnen de bestemming "Natuur" wordt verleend, het college eerst advies vraagt aan het Waterschap.

7.3 Resultaat ontwerpfase

Het ontwerp bestemmingsplan heeft conform artikel 3.8 Wro vanaf 27 december 2022 tot en met 27 februari 2023 terinzage gelegen. Op 17 januari 2023 is het ontwerp bestemmingsplan gepubliceerd. Binnen de termijn dat het ontwerp bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen kon iedereen mondeling of schriftelijk zienswijzen op het ontwerp aan de gemeenteraad kenbaar maken. Tijdens de termijn zijn er geen zienswijzen op het ontwerp bestemmingsplan ingekomen. Daarmee is de ontwerp fase afgerond.

Hoofdstuk 8 Conclusie

In dit bestemmingsplan is nadrukkelijk aandacht besteed aan de ruimtelijke effecten van de aanleg van de natuurzone. Er is gemotiveerd aangetoond dat de beoogde natuurzone zich verhoudt tot de aanwezige functies en waarden in de directe omgeving ervan. Naast het ruimtelijk planologische beleid toets zijn alle ruimtelijke en milieukundige deelaspecten onderzocht. Gebleken is dat de voorgenomen natuurzone geen belemmering oplevert voor een goede ruimtelijke ordening. Mede door middel van deze toelichting is nu een planologische en juridische basis gelegd om het initiatief te kunnen realiseren.